Menstruatiebloed is een straf van God, een reden tot feest, een geheim wapen, een weermachine en soms ook best wel vies. Sanne had er nooit zoveel moeite mee, tot die ene dag...
Ongestelde vrouwen zijn eng. “Je doet alleen maar zo raar omdat je ongesteld bent,” kreeg ik ooit te horen na een ruzie met een geliefde; veel mannen denken dat PMS een vrouw verandert in een monsterlijk wezen dat om het minste of geringste uitbarst in een hysterische woedeaanval.
Volgens de meeste religies zijn ongestelde vrouwen tevens zondig en onrein. Het maandelijkse bloeden wordt gezien als een goede reden om hen uit te sluiten van:
- het betreden van een gebedshuis en/of het deelnemen aan religieuze handelingen (Judaïsme, Islam)
- het hebben van seks (Judaïsme, Islam, de Griekse en Russisch orthodoxe kerk)
- het betreden van hun eigen huis (Hindoes in Nepal)
Menstruatie wordt soms ook in verband gebracht met positieve energie. De Cherokee geloofden dat menstruatiebloed een bron van vrouwelijke kracht was, die bovendien vijanden ten gronde kon richten. Plinius de Oudere schreef dat een bloedende vrouw die haar lichaam ontbloot, hagelbuien, wervelwinden en onweer kan verjagen. In Afrika werd en wordt menstruatiebloed gebruikt in rituelen om zowel te reinigen als te vernietigen. En waar christenen en Joden menstruatie zien als een straf van God voor de zondeval, wordt in het zuiden van India de eerste ongesteldheid van een jong meisje uitgebreid gevierd met cadeaus.
Hier in het westen wordt menstruatie, ondanks wijdverbreide ontkerkelijking, nog altijd gezien als iets waar we een beetje mysterieus en beschaamd over moeten doen. In reclames voor maandverband en tampons zien we actieve, lachende vrouwen in witte broeken. Alsof je zin hebt in fucking zwemmen of hardlopen wanneer je krom staat van de kramp; de meeste vrouwen die ik ken zijn allang blij als ze de dag doorkomen op twee ibuprofen per uur. De enige verwijzing naar het fysieke aspect is doorgaans de blauwe vloeistof die op een inlegkruisje met vleugels wordt gedruppeld. Een geestige, doch ietwat bloederige parodie op deze commercials van de Russische tak van Tampax werd onlangs nog verboden.
Een van de meest afschrikwekkende literaire scènes over menstruatie werd geschreven door een man. In Stephen King’s Carrie wordt de hoofdpersoon voor het eerst ongesteld tijdens de gymles, en wordt daarna door haar klasgenoten, terwijl ze naakt en bloedend onder de douche staat, bekogeld met tampons. Menstruatie, vernedering en bloed zijn belangrijke thema’s in dit boek.
Goed, menstruatie is vies, daar kunnen alle vrouwen over meepraten. Vooral op de eerste dag wanneer er soms wat weefselrestjes meekomen, en op de laatste dag als het bloed een beetje oud en bruinig is. Het is echter een vorm van viesheid die binnen de categorie kleine persoonlijke ongemakken valt. Zoals oorsmeer. Ik heb altijd geweigerd om ongesteldheid in general iets smerigs te vinden. Gelukkig heb ik weinig ervaring met mannen die er erg truttig over deden: zelfs de minnaar met wie ik ooit voor een spannende nacht in een hotel belandde kon er zenuwachtig om lachen toen de wit gesteven lakens ’s ochtends een landkaart van roodbruine vlekken vertoonden.
Tot die ene dag, toen ik ontdekte dat ik een tampon was vergeten. In mezelf.
Ik vergeet wel vaker dingen - sleutels, paraplu’s, verjaardagen – maar een tampon is iets waar je je als vrouw altijd bewust van bent, mede dankzij het blauwe touwtje.
Optie 1 was AIDS, optie 2 een vleesetende bacterie, optie 3 syfilis.
Ik was me langzaam bewust geworden van een Geur. Vagina’s ruiken nu eenmaal niet naar een bloemenveld, maar dit had ik nog nooit meegemaakt. Het was de stank van verderf, de geur van een rotte vis op een warme zomerdag. Zoals elke vrouw die vermoedt dat er iets mis is Daar Beneden raakte ik compleet in paniek. Optie 1 was AIDS, optie 2 een vleesetende bacterie, optie 3 syfilis. Toch belde ik niet meteen de dokter, in de ijdele hoop dat het vanzelf weg zou gaan. Na een paar dagen was het rotte vis-parfum nog doordringender geworden en realiseerde ik me dat ik nu toch echt iets moest doen. Nog één keer ging ik na wat behalve dodelijke soa’s en vleesetende bacteriën een oorzaak zou kunnen zijn – mijn laatste ongesteldheid was toch al ruim een week geleden? Vervolgens ging er boven mijn hoofd een figuurlijk lampje branden.
Ik gooide een glas wijn achterover, ging op mijn hurken in de douche zitten en begon de zoektocht naar de boosdoener: een tampon die zich volgens mijn ruwe schatting al tien dagen in mij bevond. Gelukkig hoefde ik niet lang te zoeken. Ik hoor nog steeds de natte plof die het totaal doordrenkte restje van een OB-minitampon maakte op mijn badkamervloer. Ik werd bijna gevloerd door de geur die nu vrijkwam: een meer vol dode, rottende vis op een warme zomerdag.
Nooit heb ik me zo vies gevoeld. Was ik maar een Romeinse vrouw in de tijd van Plinius de Oudere, dan was mijn bloed verdomme heilig geweest, en hoefde ik geen dot samengeperste watten in mijn doos te proppen om in een witte legging te gaan hardlopen - met deze ellende tot gevolg.
We worden tegenwoordig niet meer in een hutje opgesloten tot onze menstruatie voorbij is, maar de angst en walging is er nog steeds. En de fascinatie ook. Het is me opgevallen dat vrouwen er, ondanks geschokte uitroepen, stiekem enorm van genieten om vieze ongesteldheidsverhalen aan elkaar te vertellen. Hoe erger hoe beter. Elke vriendin aan wie ik mijn verhaal van de Vergeten Tampon vertel roept uit: “Oh wat erg, ik ken ook iemand die dat heeft gehad!”, waarop een relaas volgt waarin een meestal niet nader geïdentificeerd persoon soms maandenlang met een vergeten tampon of condoom in zich was blijven rondwandelen. (Eventuele mannelijke aanwezigen bij dit soort gesprekken maken zich doorgaans met een smoesje uit de voeten om in een eenzaam hoekje bier te gaan drinken.)
Na deze traumatische gebeurtenis ben ik een tijdje overgestapt op ouderwets maandverband, maar dat is nog het beste te vergelijken met de sensatie van een nat matras tussen je benen. En behalve een geestige anekdote die erg geschikt is om mannen mee weg te jagen heb ik er verder niets aan overgehouden.
Maar hardlopen verdom ik nog steeds.