Asset 14

Het taartmoment

Hoe vier je op je werk je verjaardag zonder ongelukken te veroorzaken? Een kort verhaal van P. van Stingelande.

Mijn verjaardag was elk jaar opnieuw een dieptepunt. Maar dit jaar ging ik hem te lijf als een krijger in gebloemd overhemd. Nog slechts twee nachtjes wakker liggen.

In mijn optiek is een taartmoment niets anders dan een kunstmatige constructie waarbij de jarige − in mijn geval: een junior werknemer, de laagste in de klerkenpikorde − een moment voor gastheer moet spelen. Eventjes staat hij bovenaan in de kantoorhiërarchie. Iedereen – alfa’s en bèta’s − dient ondertussen subordinatie te veinzen middels handjes, kussen en felicitaties in ruil voor een punt taart.

Al weken van tevoren voel ik mijn taartmoment naderen, elk jaar opnieuw. En in de nacht ervoor lig ik steevast wakker, angstig woelend en zoekend naar ontsnaproutes. Zal ik mijn verjaardag vergeten? Mezelf ziek melden? Ontslag nemen?

Er komt echter een moment in het leven van een junior klerk dat hij geacht wordt te promoveren naar medior. En bij promotie is ‘professioneel gedrag’ het sleutelwoord, zo vertelde Theo, mijn human-resources-manager, terwijl zijn dunne, pezige vingers de knoop van zijn gestreepte das aantrokken. Uit den boze waren vanaf nu ‘vergeten verjaardagen’, ‘verjaardagsgriepjes’ en ‘bevroren rotzooi uit de supermarkt’.
Theo leunde achteruit in zijn stoel, met de handen ineen gehaakt achter het hoofd. Starend naar de spierwitte en kurkdroge oksels van zijn overhemd, besefte ik dat de tijd rijp was om met mijn angst voor het taartmoment af te rekenen. Nog drie dagen tot mijn verjaring. Als een statisch geladen ballon verliet ik Theo’s kantoorkamer.

*

Terug in mijn cubicle liet ik alle recent genoten kantoortaart mijn geestesoog passeren. Vier factoren schenen bepalend voor het succes van een taartmoment. In bullet points noteerde ik ze op een post-it:

- Taartkwantiteit
- Taartkwaliteit
- Serveertijd
- Het verrassingseffect

Het was nu woensdag, morgen had ik mijn thuiswerkdag − uitstekend! − en vrijdag was al het moment van de waarheid. Ik moest hard aan de bak, concludeerde ik.

Een mens is niets zonder zijn systeem. Dus om bij het begin te beginnen: hoeveel taart had ik nodig? Ik wilde opstaan om deze vraag te stellen aan een taartprofessional die ergens verderop in de zee van cubicles ronddreef. De zaal was echter in stilte gehuld waardoor nieuwsgierige oren alles zouden horen. Minutenlang wachtte ik af.

Plots viel een boek. Een schoen schuifelde daarna onrustig, en verderop werd een neus gesnoten. Men rekte en strekte, en trok toen in een rumoerige colonne naar de koffieautomaat. Ik schoot mijn hok uit.

‘Zeg Joop,’ viel ik met de deur in huis, ‘hoeveel taart heeft een jarig mens eigenlijk nodig op dit kantoor?’
Joop rolde zijn bureaustoel achteruit en lachte me zo breed toe dat zijn droge lippen braken.
‘Zo’n mens haalt twee of drie taarten, afhankelijk van de dag en de grootte van de taart.’ Hij knipoogde.
In de zaal nam het rumoer alweer schrikbarend af. ‘Bedankt Joop’, zei ik dus en ik maakte me uit de voeten. Terug in mijn cubicle zette ik een vinkje achter ‘Taartkwantiteit’. Nog drie bullets te gaan. Nog drie!

*

Om vijf uur nam ik mijn post-it met succesfactoren mee naar huis. Op de fiets memoreerde ik ten tweede male de recent genoten kantoortaart. Al snel merkte ik dat ik een voorkeur had voor de vlaai: een wijdverbreid gebak, verkrijgbaar in vele smaken, en bovendien met een handige harde bodem die de staande taartpraat faciliteert.

Die nacht moest ik in mijn dromen drie vlaaien opeten. Bij de laatste punt vuurde mijn overhemd een knoopje af, dat manager Theo vervolgens dodelijk in zijn rechteroog trof.

Donderdagochtend werd ik in de Limburgse vlaaienspeciaalzaak op de hoek begroet door een kleine vrouw met diepe rimpels, een strakke knot en een kreukloos schort. Achter het glas van haar toonbank glansde het schoongepoetste aluminium dof. Ik draaide om mijn as maar zag nergens een vlaai. Geen vlaaien! Het gebonk in mijn keel moest zelfs vanachter de toonbank te zien zijn geweest want met troostende armen stoof de vlaaienvrouw op me af. Terstond garandeerde ze mij dat mijn kersverse vlaaien morgenochtend in alle vroegte klaar zouden staan. Daarna toonde ze me haar vlaaienfolder: ik koos voor fruit-assorti, abrikozen-raster en appel-noot.

Thuis vinkte ik ‘Taartkwaliteit’ af op mijn post-it. Wantrouwend flitste mijn blik heen en weer tussen de twee resterende bullets ‘Serveertijd’ en ‘Het verassingseffect’. Waar verschool de rampspoed zich?

In mijn verjaardagsnacht doolde ik rond door mijn angsten. Ik was bang me te verslapen, zag scherven vol slagroom door de lucht vliegen en verdronk zelfs in een zee van vlaaien. Toen uiteindelijk de wekker afging, sprong ik haast opgelucht uit mijn bed.

In een opwelling trok ik mijn vaak gepaste maar verder ongedragen bloemetjesoverhemd aan. De rozen en chrysanten kleurden uitstekend bij de fruit-assorti-vlaai, meende ik. Hoewel de bloemen verwelkten in de schemer van het nachtlampje, voelde ik me toch bijzonder feestelijk. Kordaat stopte ik het overhemd in mijn broek, met zulke ferme slagen dat ik stof hoorde scheuren. Dat was toch niet mijn broek? De spiegel toonde gelukkig een scheurtje achterin mijn onderbroek.

Om één minuut voor halfacht drukte ik op Truus’ deurbel.
‘De jarige klant is hier koning’, zei de vlaaienverkoopster bij het openen van de deur. Mijn drie taartdozen stopte ze in een grote plastic tas.

Ik betaalde en wilde de tas aannemen. ‘Stop eerst die portemonnee maar terug in je zak, alles op zijn tijd, rustig aan meneer.’ Tezamen droegen we de tas haar zaak uit, waarna ze me veel succes wenste.

Op straat miezerde het. Ik fietste zo snel mogelijk. De tas zwiepte vervaarlijk heen en weer terwijl de motregen het karton doorweekte. In mirakels durfde ik niet te geloven en ik zag mijn professionaliteit zienderogen slinken.

Het karton was natgeregend, maar de vlaaien belandden ongeschonden in de koelkast van de kantoorkantine. Een zucht van verlichting hield ik in, om het lot niet te tarten.
‘Jarig?’ vroeg een toekijkende collega.
Ik antwoordde van ja. Een andere collega liep op me af met zijn hand al uitgestoken.
‘Hoe laat?’ vroeg de ene, nog leunend tegen de tafel.
Dit was mijn kans! ‘Wat zou voor júllie een goede serveertijd zijn?’
De ander schudde ondertussen mijn hand. ‘Altijd tijd voor taart.’
‘Beter om halfelf’, verbeterde de ene.
‘Halfelf it is.’ Ik groette en vertrok naar mijn cubicle.

Ik vinkte ‘Serveertijd’ af. Nu moest ik enkel nog mijn mond houden ter maximalisering van het ‘Verrassingseffect’. Mijn maag trok zich samen tot een kleine, harde knoop. Ik verafschuw verassingen.

*

Om twintig over tien zette ik de vlaaien klaar en begon te ronselen.
‘Er staat taart… Taart als je wilt… Voor wie wil, is er taart… Taart in de kantine… Zin in taart?... Tijd voor taart!’

Bij mijn terugkomst in de kantine werd er naar de vlaaien gestaard zonder toe te tasten: de taartbordjes ontbraken! Ik sprong onmiddellijk naar de servieskast en op mijn tenen tilde ik de stapel taartbordjes van de hoogste plank af. Tientallen blikken priemden in mijn rug op het moment dat het bloemetjesoverhemd uit mijn broek schoot. Mijn gescheurde onderbroek! In paniek liet ik de borden uit mijn handen glijden.

Collega’s gilden, mijn hart verzakte, maar in een reflex wist ik de stapel nog op te vangen. Nadat het overhemd weer was ingestopt, deelde ik de vlaai uit. Ik at met mijn linkerhand en ontving felicitaties met de rechter. Haast professioneel onderging ik het ritueel.
‘Zelf gebakken?’ grapte een collega van wie ik de naam niet had onthouden.
‘Hoe heet deze vlaai?’ vroeg een andere naamloze, happend naar het wegzakkende uiteinde van zijn punt.
‘Uitstekende keuze hoor’, zei Joop de taartexpert ten slotte. Slagroom vulde de scheuren in zijn kapotte lippen.

Het realisme van de taartgesprekken verbaasde me: alsof ik wist wat ik deed. Overmoedige gevoelens overmeesterden me. Ondertussen liep manager Theo op me af met een punt fruit-assorti in zijn hand en een streek kersengelei onder zijn oog.
‘Goed geregeld, lekker vlaaitje.’ De lange, koude vingers van Theo schudden mijn bevende hand, haast alsof ik zijn gelijke was. ‘Mooi overhemd trouwens.’
Toen ik hem attendeerde op de kersengelei onder zijn oog, veegde hij deze dankbaar weg. Ik incasseerde al deze successen als een geslagen hond en wachtte op de piano die mijn hoofd zou verpletteren.

Terwijl collega’s hun vingers aflikten, verzamelde ik binnen luttele seconden alle vieze bordjes. Ik had taart geserveerd, geconsumeerd en geconverseerd: met de eerste taartverlaters besloot ook ik de kantine te ontvluchten.

Bij terugkomst hing er een slinger over de rand van mijn cubicle. Dit taartmoment was niet meer des juniors, concludeerde ik. Met een zucht van verlichting liet ik me in mijn bureaustoel vallen. Daarna leunde ik achterover, als een heus medior, met de vingers koud ineen gehaakt achter het hoofd.

Mail

P. van Stingelande is kameleon en letterzetter. Hij slijt zijn dagen met het optekenen van alledaagse avonturen en treurige observaties. Hij hoopt ooit een kat te hebben.

Charlotte Tasma is een illustrator en printmaker, wonend en werkend in Rotterdam. Met haar werk laat ze de schoonheid van het alledaagse leven zien.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer