Asset 14

Soyez réalistes, demandez l'impossible

Floris kijkt terug op zijn tijd bij krakerscollectief Schijnheilig.

Ik herinner me nog vrij goed het moment dat ik vaststelde dat ik unpolitisch was geworden. Het was eind november 2011 toen driekwart van #OccupyAmsterdam op het Beursplein werd opgeruimd. Veel van mijn vrienden deden mee met Occupy. Ik niet. Ik geloofde niet in Occupy, ik vond het een media-event. Het was me onduidelijk hoe Occupy, bij gebrek aan standpunten en doelstellingen, ooit had kunnen slagen: ze zaten op het plein en waren kwaad. Het kwam op mij meer over als een existentiële kreet. Tekenend was dat ze recht voor de beurs kampeerden, maar dat de beurshandel gewoon doorging, en niemand de noodzaak voelde om daadwerkelijk de beurs te bestormen. Maar goed, ik ging dus kijken of de ontruiming niet uit de hand gelopen was. En omdat ik geen zin had zelf in een confrontatie te belanden, ging ik pas een paar uur later. Ik had me de voorzorg kunnen besparen. Op het schoongeveegde plein stonden een paar achtergebleven actievoerders te touwtjespringen. Ongevaarlijker kon het niet. Ik keek meewarig toe, voelde me stakkerig wijs, en ging terug naar kantoor om een policy brief samen te stellen over de rol van kunstacademies in de creative industries.

Niet handig met boor en hamer

Zeven jaar lang, van 2004 tot 2011, hing ik rond bij het artistieke Amsterdamse krakerscollectief Schijnheilig. ‘Hing rond’ is de passende aanduiding, want aan mij had de ondergrondse niet veel. Ik was te braaf om zelf te kraken, niet handig met boor en hamer, altijd bereid om in politieke discussies advocaat van de duivel te spelen en weinig genegen om oog in oog te staan met de ME. Ik ben er dan ook nog altijd ambivalent in of ik nu ‘we’ of ‘ze’ moet zeggen. Eigenlijk was dat redelijk duidelijk: voor het artistieke gedeelte was dat ‘we’, en voor het politieke gedeelte was dat ‘ze’. Alleen lag de aantrekkingskracht van Schijnheilig er nu juist in dat die twee met elkaar verbonden waren. Op zich was het allemaal niet zo heel artistiek hoogstaand wat we deden, maar er hing een sfeer van opwinding, een soort avantgardisme dat in de officiële Amsterdamse kunstwereld ver te zoeken was.

Eigenlijk waren er twee periodes dat Schijnheilig werkelijk opwindend was: het begin en het einde. Schijnheilig ontstond in 2004 toen een groep studenten, vooral filosofen, een leegstaand winkelpand aan de Heiligeweg kraakten en er een galerie inrichtten. Het was in de tijd dat Mark Rutte staatssecretaris van onderwijs was en dezelfde groep studenten wilde protesten organiseerde tegen zijn bezuinigingen op de studiefinanciering. ‘Wild’ wil zeggen dat ze niet netjes hun demonstraties bij politie en gemeente aanmeldden, maar met een megafoon voor het Maagdenhuis gingen staan of gedichten en radicale geschriften gingen voordragen voor het Binnenhof. Geïnspireerd door de Berlijnse alternatieve scene besloot die groep dat het ook wel leuk was om opendeurfestivals te organiseren in een gekraakt pakhuis aan het IJ, en omdat ze protest hadden gevoerd onder de naam Damocles, noemden ze hun festival Damoclash. Waarschijnlijk realiseerden ze zich zelf ook niet dat ze zo lang aan die belachelijke namen zouden vastzitten.

Als ik die beginjaren moet typeren, moet ik denken aan een citaat van een kunstacademiestudent uit het gelijknamige artikel van Jan Verwoert: “Frei sind wir schon. Was wir jetzt brauchen, ist ein besseres Leben.” En dat is precies wat Damoclash / Schijnheilig bood. Het was provo, punk en praktisch idealisme ineen. Ze droegen gedichten voor vanuit de dakgoot, fiksten kabels en versterkers voor hun undergroundbands, discussieerden oeverloos op hun eigen piratenradioblokje, en verfden hun hele pand wit uit protest tegen een ontruiming, interieur incluis. Het was, kortom, een goed moment om jong te zijn. Voor mij was het een politieke leerschool, een plaatsvervangende kunstacademie, een continue out-of-comfort-zone-ervaring. Er is geen moment geweest dat ik niet dacht: ‘wat doe ik hier’ - maar tegelijk was het duidelijk dat dit de plek was waar ik moest zijn om eindelijk eens iets te doen en te beleven in plaats van alleen maar te lezen en te filosoferen. Daarvoor wilde ik best de slogans, de megafoons en de kale muren en planken op de koop toe nemen. Bij Damoclash begon ik weer met tekenen, morste verf op mijn overhemden, droeg voor het eerst poëzie voor, kreeg de ideeën die later mijn scriptie werden. Overigens was Schijnheilig zelf in de kraakscene een vreemde eend in de bijt. Het waren mensen die behalve een inkomen alles hadden: talent, ambitie, ideeën, en zelfs een netwerk. Niks geen piercings of bivakmutsen. Zes zijn er later gaan promoveren, een heeft een bloeiend internetbedrijf opgezet, een ander belandde in de gemeenteraad.

Illustratie: Mirjam Laater.

Begin 2005 werd Damoclash landelijk nieuws toen we het Maagdenhuis bezetten. Het werd tevens mijn eerste desillusie. Een figuur die zichzelf als de enige echte actievoerder zag, kaapte de intercom en begon iedereen rond te commanderen. Mijn medebezetters grepen de actie aan om meteen ook tegen de identificatieplicht te gaan demonstreren – niet dat ik daar voor was, maar het had niks met opkomen voor beter onderwijs te maken. Toen we uiteindelijk werden ingerekend en met z’n dertigen in het rookhok van politiebureau Elandsgracht werden gepropt, dacht ik: leuk, nu kunnen we een politiek bevlogen discussie houden! De rest van de groep zat daar niet op te wachten.

De tweede desillusie kwam sluipender. Ik was min of meer per ongeluk zelf in de studentenpolitiek beland, en tot voorzitter van de opleidingscommissie gebombardeerd. Dus probeerde ik een brug te slaan tussen het ondergrondse protest en de officiële studentenvertegenwoordiging. Dat mislukte volkomen. Totale wederzijdse desinteresse. Mijn anarchistische vrienden zagen de studentenraadsleden als politiek naïeve cv-poetsers, en zij op hun beurt bevestigden dat door hun schouders op te halen over wat die radicale randfiguren uitspookten. Na een jaar gaf ik het op. Ik droeg de voorzittershamer over aan de ergste cv-poetser van allemaal en ging werken aan mijn scriptie over de rol van idealen in het redeneren.

Het pakhuis waar Damoclash werd gehouden was intussen ontruimd, en Schijnheilig zwierf van de ene leegstaande plek in de stad naar de andere. Ik volgde het vanuit mijn ooghoeken. Dat veranderde toen we begin 2010 een veel grotere plek kraakten: het schoolgebouw aan de Passeerdersgracht. De anderhalf jaar daarna zou dat het meest levendige culturele podium van Amsterdam zijn, een plek waar heel hip en jong Amsterdam politiek-artistiek verantwoord goedkoop bier kwam drinken, en die veelvuldig in de media kwam als epicentrum van protesten. Het bleek het perfecte en tegelijk het meest noodlottige moment om zoiets te doen, want een paar maanden later trad het kabinet Rutte-I aan, het meest verachtelijke kabinet dat Nederland sinds Seyss-Inquart gekend heeft. Er was reden om de barricaden op te gaan.

Veranderd in een criminele organisatie

Een van de eerste daden van het nieuwe parlement, nog voor het kabinet aantrad, was het instellen van een kraakverbod. Toen dat op 1 oktober van kracht werd veranderden we overnight in een criminele organisatie. We vierden het ludiek door onszelf te berechten; ikzelf maakte er gevangenisfoto’s bij. Maar het was dansen op de vulkaan. Een dag later liep een demonstratie tegen het kraakverbod uit op een veldslag.

Na verscheidene rechtszaken en onderhandelingen met de gemeente werd Schijnheilig uiteindelijk begin juli 2011 ontruimd, nadat ze een gebruikersovereenkomst hadden afgewezen die naar hun smaak teveel leek op een antikraak-contract. Ik had er begrip voor, maar ik was het er niet mee eens. We wilden toch een plek om leuke dingen te doen, en die kregen we toch aangeboden? Ik vond het symboolpolitiek van beide kanten. Maar wegblijven bij de ontruiming van een plek waar ik zelf een maand daarvoor nog had geëxposeerd leek me ook hypocriet, dus met frisse tegenzin ging ik toch maar om 6 uur ’s ochtends mee demonstreren. Toen de ME optrok, werd de groep twee kanten op gejaagd. Door toeval belandde ik bij de groep die niet werd ingesloten en kon ik toekijken hoe mijn vrienden aan de overkant van de gracht na een patstelling van meer dan een uur werden ingerekend en deels afgeranseld.

En toen was Schijnheilig weer ze.

Je kunt geen lid worden van Schijnheilig, dus je kunt je lidmaatschap ook niet opzeggen. Terwijl Schijnheilig zich op Occupy stortte, was ik gewoon met andere dingen bezig; er was teveel in mijn eigen leven aan de hand om me druk te maken over een wereldwijde sit-in. Ruzies kwamen pas in de jaren daarna en ook die bleven grotendeels beschaafd. Ironisch genoeg kreeg de groep juist in de week dat het pand op de Passeerdersgracht werd ontruimd, officieel de sleutels van een koude-oorlog-bunker onder de brug in het Vondelpark. Daar vinden nu nog steeds regelmatig optredens en soms exposities plaats. Ik kom er nog wel eens, maar steeds minder.

Niet wakker van het onrecht in de wereld

Ik wil geen negatieve dingen zeggen over de mensen van Schijnheilig. Ik heb nog steeds oprechte bewondering voor ze. Met hun bevlogenheid konden ze dingen doen waar ik zelf te beroerd voor was: een festival op poten zetten, het kraakverbod aanvechten, zich inzetten voor asielzoekers. Nuchter beschouwd ontbrak het mij toch aan een soort van productieve woede tegen de maatschappij die je daarvoor nodig hebt; voor mij bleef politiek een intellectuele exercitie. Ik lag niet wakker van het onrecht in de wereld. En zij wel.

De aantrekkingskracht van Schijnheilig lag uiteindelijk in iets fundamentelers dan leuke dingen doen en avontuur: de belofte van een revolutie. Een revolutie waarin je mocht dansen weliswaar, een revolutie van Do It Yourself en Think Global Act Local, of zoals hun eigen slogan het zei: 'geen revolutie zonder alternatief!', een revolutie waar grappen over werden gemaakt – 'de vergadering is morgen om 8 uur, tenzij de revolutie uitbreekt' – maar toch, een revolutie. Niemand had er een concrete voorstelling bij en niemand wou daadwerkelijk het hoofd van Mark Rutte op een staak. Maar de vele grappen over revolutionaire retoriek waren toch hoofdzakelijk ironie om de ernst te maskeren. En die belofte werd op het Beursplein een existentiële kreet.



Een eerdere versie van dit essay werd voorgedragen tijdens Hard//hoofd Torpedeert in het Torpedo Theater op 22 september 2014.

Mail

Floris Solleveld is Hard//hoofd-redactielid en overdag historicus en filosoof. Tussendoor tekent hij met inkt en penseel en schrijft over interdisciplinaire podiumkunsten. Of over politiek. Soms ook poëzie.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Waarom stellen journalisten zo weinig vragen?

Waarom stellen journalisten zo weinig vragen?

Bij de media heerst ziekte, journalisten stellen te weinig vragen. Fausto en Marthe van Bronkhorst komen met een behandelplan. Lees meer

Essaywedstrijd: 'Dat is dan jouw waarheid' Hooray for the Essay 2026

'Dat is dan jouw waarheid' Hooray for the Essay 2026

In deze editie van Hooray for the Essay dagen we je uit om na te denken over waarheid. Reageer voor 19 januari. Lees meer

:Schoonheid van de partij: Mogen politieke partijen een eigen esthetiek ontwikkelen? 1

Schoonheid van de partij: Mogen politieke partijen een eigen esthetiek ontwikkelen?

Is politieke inmenging met kunst en esthetiek vooral iets van vroeger, en is schoonheid tegenwoordig gedepolitiseerd? Patrick Hoop schreef een essay over waarom ons huidige politieke stelsel zich mag - of moet - bemoeien met schoonheid. Lees meer

Een eerste keer

Een eerste keer

In dit erotische verhaal vraagt Jochum Veenstra zich af of het opwindend kan zijn om constant expliciete consent te vragen, en of er dan ook echte consent tot stand komt. Een eerste keer is ook gepubliceerd als audioverhaal bij deBuren. 'Als onze monden elkaar raken, lijkt de vriendschap die we bij daglicht hebben weer tot leven te komen.' Lees meer

Politiek is de olifant in de kamer, maar modejournalistiek trekt de deur liever dicht

Politiek is de olifant in de kamer, maar modejournalistiek trekt de deur liever dicht

Mode lijkt glanzend en zorgeloos, maar er schuilt een wereld van politiek achter. Loïs Blank vraagt zich af: wie bepaalt eigenlijk welke verhalen verteld mogen worden? Wat gebeurt er met de progressieve stemmen van een bedrijf dat vooral voor de winst gaat? Lees meer

Suriname - van onafhankelijk land naar natie

Suriname - van onafhankelijk land naar natie

Op 25 november is het 50 jaar geleden dat Suriname onafhankelijk werd van Nederland. Kevin Headley bespreekt hoe de onafhankelijkheid van Suriname tot stand is gekomen en hoe het zich verder ontwikkelt tot natie: van politieke geschiedenis tot hedendaagse successen. Lees meer

Balletles

Balletles

In een rumoerig café herinnert een groep meisjes zich heel helder: 'Meisjes zoals wij leren vroeg de kunst van de onwaarneembare volharding.' In dit korte verhaal neemt Marieke Ornelis je mee in een wereld vol witte panty's, billen op een koude vloer en honingachtig vocht, terwijl de intimiteit wegsmelt onder de toneellampen. Lees meer

De integratie-stok slaat wéér de ‘problematische Moslim’

De integratie-stok slaat wéér de ‘problematische Moslim’

'Een begrip als integratie lijkt een middel om te streven naar een inclusievere samenleving, maar dwingt in feite minderheden om hun culturele en religieuze identiteit op te geven.' Aslıhan Öztürk legt de retoriek bloot waarmee de integratie-stok dreigend boven het hoofd van generaties migranten wordt gehouden. Lees meer

Pomme d’amour 1

Pomme d’amour

In dit gedicht van Elise Vos vinden de glazen muiltjes en kikkerprinsen uit de klassieke sprookjes hun weg tussen de HR-medewerkers en stadsduiven met verminkte pootjes. Een hoofdpersoon zoekt diens plek in de wereld, terwijl mannen dwars door de ontknoping van het verhaal heen slapen. Lees meer

Ademruimte

Ademruimte

‘Hij kon toen alleen Catalaanse woorden fluisteren en zijn wijsvinger buigen om aan te geven wanneer hij naar buiten wilde om te roken.’ In Ademruimte, van Elisa Ros Villarte, keert het hoofdpersonage terug naar haar ouderlijk huis dat gevuld is met onbekend speelgoed, bevroren maaltijden en beladen vragen. Lees meer

Wifey material

Wifey material

Wifey of wervelwind, Madonna of hoer. Marthe van Bronkhorst had gehoopt dat dit binaire denken passé was, maar helaas, de emancipatietrein blijkt op dit spoor nog steeds haperen. Ik oefen een enorme aantrekkingskracht uit op één specifiek soort mensen: mensen van wie de favoriete contactfrequentie eens in het kwartaal is. Mensen van wie de love... Lees meer

Nwe Tijd x Hard//hoofd: Maandagavond – De uitnodiging

Podcast: Maandagavond – De uitnodiging

Deze Maandagavond liep iets anders dan gepland. Of beter gezegd: precies zoals gepland, althans voor iedereen behalve Suzanne Grotenhuis. Met Freek Vielen, Ellis Meeusen en Johannes Lievens, die in de tweede aflevering van dit Maandagavond-seizoen stilstaan bij momenten die je anders aan je voorbij zou laten gaan. Lees meer

Bestel ‘Ik wil, wil jij ook?’ - briefwisseling over seksueel consent 1

Bestel ‘Ik wil, wil jij ook?’ - briefwisseling over seksueel consent

Bestel onze bundel 'Ik wil, wil jij ook?' een briefwisseling over seksueel consent Lees meer

Vrijheid

Vrijheid

Liggend onder de auto van de buren overdenkt een man de relatie tot zijn familie, de gevolgen van zijn gedrag en de reactie van omstanders. Eva Gabriela schreef een kwetsbaar verhaal waarin de dreiging en het ongemak constant voelbaar zijn, en waarin de pleger van huiselijk geweld de hoofdpersoon is. Lees meer

Anders voel ik me zo oud 1

Anders voel ik me zo oud

In dit essay analyseert Loulou Drinkwaard de tegenstrijdige etiquetten die haar zijn geleerd of opgelegd: ‘Tussen u en jou in, zweef ik. De waarden van mijn vader in mijn ene hand en de waarheid van mijn moeder in mijn andere. Mijn oma deelt de kennis van ons moederland en ‘De Nederlander’ bepaalt wat hoort. Ondertussen vond ik een alternatief. Zullen wij elkaar vousvoyeren?’ Lees meer

:De herhaling van de zombie-apocalyps: Op zoek naar een alternatieve dystopie

De herhaling van de zombie-apocalyps: Op zoek naar een alternatieve dystopie

De zombie is een popcultuuricoon. En niet alleen tijdens Halloween! Series als The Walking Dead en The Last of Us volgen de gebaande zombiepaden. Volgens Anne Ballon hebben zombies méér narratief potentieel. In vernieuwende verhalen wordt onderzocht 'hoe wij als halfbewusten de wereld beleven, hoe we opgaan in systemen die we niet hebben gekozen, hoe we verlangen en met verlies omgaan.' Lees meer

Kleding gaat als warme broodjes over de toonbank, maar dat mag wel wat letterlijker

Kleding gaat als warme broodjes over de toonbank, maar dat mag wel wat letterlijker

We weten precies wat er in ons eten zit, maar wat dragen we eigenlijk op onze huid? Net als jij, verlangt Loïs Blank ook naar meer transparantie van de kledingindustrie. Zou die wens dan toch in vervulling kunnen komen? Lees meer

Twee dagen

Twee dagen

Rocher Koendjbiharie belicht de verschillende paden die we tijdens de aankomende verkiezingen in kunnen slaan. Kiest Nederland opnieuw voor rechts, en strompelen we verder richting democratisch en moreel verval? Of kiest Nederland toch voor een samenleving waarin we omkijken naar elkaar? 'Alleen fascisten zien antifascisme als een bedreiging.' Lees meer

Vergeten vrouwen 1

Vergeten vrouwen

In dit essay schrijft Anne Louïse van den Dool over vrouwelijke kunstenaars die meer dan ooit in de schijnwerpers staan. Niet alleen hedendaagse makers, maar ook opvallend veel vrouwen die rond 1900 actief waren in de kunstwereld trekken veel aandacht. Met solotentoonstellingen over Suze Robertson, Coba Ritsema en Jo Koster laten musea zien waarom juist deze kunstenaars alsnog een plek in de canon verdienen. Lees meer

De verdwenen kosmonaut

De verdwenen kosmonaut

Duizenden kilometers van de kosmonaut vandaan zit Igor, uitkijkend over de stad, terwijl hij luistert naar de ruis op de tv, naar de beukende eurodance plaat die nog naklinkt in zijn oren en naar een stem die hem probeert te overtuigen terug te komen. In De verdwenen kosmonaut van Thijs van der Heijden raakt een... Lees meer

Steun Hard//hoofd en verzamel kunst!

Hard//hoofd is een vrije ruimte voor nieuwe schrijvers en kunstenaars. We zijn al vijftien (!) jaar gratis toegankelijk en advertentievrij. Zo’n vrije ruimte is harder nodig dan ooit. Steun de makers van de toekomst; sluit je vóór 1 januari aan als kunstverzamelaar en ontvang in januari je eerste kunstwerk!

Word kunstverzamelaar