Asset 14

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren, Stiching Nieuwe Helden, ILFU, The Writer's Guide to the Galazy en Hard//hoofd.

deBuren · Vespula vulgaris | Myrthe Prins | Publiekswinnaar Het Rode Oor 2025

Volgens mijn moeder ben ik gulzig en zal ik daarom jong sterven. Misschien heeft ze gelijk, misschien is het leven een milkshake die je rustig moet drinken, iets wat ik nooit onder de knie zal krijgen. Een plotseling geslurp zal mijn veel te vroege einde inluiden. Zuchtend pak ik een suikerhartje uit de kom op de toonbank. Je moet ze lekker maken, had de baas op mijn eerste werkdag gezegd, laat ze gratis proeven, dan voelen ze zich verplicht iets te kopen. Maar er zijn geen klanten om lekker te maken en de hartjes verdwijnen stuk voor stuk in mijn mond. Gulzig, ja, maar ik heb systemen. Nooit een hartje eten zonder eerst de tekst te lezen. SWEET. BE MINE. WOW.

Elke zomer lijkt het heter te worden. De baas heeft nooit geïnvesteerd in airconditioning en hoewel ik mijn luchtigste jurkjes bewaar voor de snoepwinkel, ontstaan er vochtige plekken onder mijn oksels en op mijn rug. De baas staat bekend als de gierigste man van het dorp. Hij betaalt minimumloon, telt soms ‘per ongeluk’ een tientje te weinig – en toch mag ik niet klagen. Als vriendinnen vertellen over hun werk op de terrassen, over wankele dienbladen en handtastelijke Duitsers, prijs ik mezelf gelukkig. Geef mij maar deze eenzame grot, deze walm van zweet en glucosestroop.

Wanneer ik me verveel, ga ik de snoepbakken langs om me tegoed te doen aan mijn handelswaar. Wie denkt dat het gaat om de zoete smaak, begrijpt het verkeerd. Het zijn de texturen, het sponzige buikje van een kikker, de ruwe tinteling van een zure mat, het magisch gegeven dat dezelfde lijst met ingrediënten telkens weer een unieke sensatie teweegbrengt. Ik heb systemen. Altijd linksonder beginnen, bij de aardbeien, en altijd maar één snoepje per bak. Als ik er een in mijn mond stop, stel ik me voor dat het een tong is – de tong van Paul Mescal, de tong van de baas. Ik denk vaak aan de baas, vaker dan aan filmsterren, maar dat vertel ik mijn vriendinnen niet.

De baas weet dat het niet de wormen zijn waarnaar mijn opengesperde mond verlangt, maar de vingers die ze omklemmen

Ik laat mijn lippen over het gladde oppervlak van een aardbei glijden en bekijk mezelf door zijn ogen. Hij zal de contouren zien van een meisje, een naïef lichaam doortrokken van gelatine en kandij. De aardbei in mijn mond begint uit elkaar te vallen.

In mijn fantasieën houdt de baas me gevangen achter tralies van drop. Elke dag komt hij langs met suikerwaar, lolly’s en bonbons, zure wormen die hij als een moedervogel boven mijn hoofd laat bungelen. De baas weet dat het niet de wormen zijn waarnaar mijn opengesperde mond verlangt, maar de vingers die ze omklemmen. Dat weet hij heel goed, en precies daarom raakt hij me niet aan. De baas is geduldig, berekenend. Hij likt zijn lippen en kijkt toe terwijl ik opzwel tot een weerloze gummibeer.

Bij de snoepbanaantjes blijf ik staan; achter het plexiglas beweegt iets. Een wesp probeert langs de doorzichtige wand omhoog te kruipen, tuimelt naar beneden, begint opnieuw. Na elke vluchtpoging plakken er meer suikerkorrels aan haar vleugels. Ik tik op het plastic. Het achterlijf van de wesp maakt driftige bewegingen, waarbij de angel zich opnieuw en opnieuw in het niets boort. Dan vervaagt ze, het plexiglas beslagen door mijn adem.

Mijn wangen gloeien. Met de snoepschep graai ik tot het me lukt de wesp, samen met een paar banaantjes, eruit te vissen. Zonder na te denken laat ik ze op de toonbank vallen. Ik had voorzichtiger moeten zijn, natuurlijk had ik voorzichtiger moeten zijn. Haar lijfje lijkt wel gebroken. Maar ze leeft nog; ondanks alles pulseert het achterlijf door. Aan de punt van haar angel hangt een druppel gif.

Snel pak ik een banaantje en druk het ertegenaan, lang genoeg om het vocht in de suiker te laten trekken. Een zwak gezoem stijgt op van de wesp. Ik neem het snoepje tussen mijn lippen en zuig, zoek naar iets bitters. De baas zal toekijken. Hij zal zijn hand tot vlak voor mijn mond brengen, maar hij zal me niet aanraken. Ik breng het banaantje naar mijn kruis en strijk ermee over mijn onderbroek, volg het telkens trager stotend ritme van de wesp. Haar achterlijf trekt samen en ontspant, vergeefs op zoek naar een huid om zich in vast te haken. De baas zal toekijken, zal almaar zijn lippen likken; zijn tong zal cirkelen, cirkelen.

De kaken van de wesp bewegen uit elkaar. Een dun, roze tongetje komt naar buiten en trekt zich langzaam weer terug. Het banaantje valt op de grond. Gedachteloos reikt mijn hand naar de kom op de toonbank. De wesp krult zich op, vouwt haar pootjes over haar borst. Mijn adem daalt als een kleverige deken op haar neer. LOVE. Ik stop het hartje in mijn mond, bijt het doormidden en loop naar de volgende snoepbak.

Dit zei de jury over Vespula Vulgaris:
De temperaturen zijn hoog opgelopen en klanten blijven weg uit de snoepwinkel. Een zintuigelijke setting, die goed uitgewerkt is in de verschillende, herkenbare snoepjes, die we bijna proeven bij het lezen.
De contradictie tussen wat anderen van de baas vinden en hoe hij in de fantasie van de hoofdpersoon voorkomt, werkt goed en draagt bij aan het verrassende karakter van het verhaal. De wesp maakt de verrassing vervolgens compleet, maar de details leiden hier echter ook een beetje af; ineens vragen we ons af of je zo’n tongetje echt kunt zien, dat gif echt kunt proeven, en dan zijn we helaas uit die lekker plakkerige sfeer van het verhaal.

De jury bestond dit jaar uit Sophie Kok, Lisette van Eerten, Elianne van Elderen, Giovanni Baudonck, en Arno Boey.

Mail

Myrthe Prins is dichter, schrijver, japanoloog en journalist.

Hannes Schievink (Die/Hij/Haar) onderzoekt de bombastie van het platte beeld en werkt met een focus op religie, esoterica, en de menselijke ervaring. In diens illustraties staan spel, sfeer en plezier voorop.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Vrijheid

Vrijheid

Liggend onder de auto van de buren overdenkt een man de relatie tot zijn familie, de gevolgen van zijn gedrag en de reactie van omstanders. Eva Gabriela schreef een kwetsbaar verhaal waarin de dreiging en het ongemak constant voelbaar zijn, en waarin de pleger van huiselijk geweld de hoofdpersoon is. Lees meer

De verdwenen kosmonaut

De verdwenen kosmonaut

Duizenden kilometers van de kosmonaut vandaan zit Igor, uitkijkend over de stad, terwijl hij luistert naar de ruis op de tv, naar de beukende eurodance plaat die nog naklinkt in zijn oren en naar een stem die hem probeert te overtuigen terug te komen. In De verdwenen kosmonaut van Thijs van der Heijden raakt een... Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Bestel de bundel ‘Ik wil, wil jij ook!’

Op zoek naar een intiem, verzachtend en verzettend cadeau? Voor maar €10 bestel je de bundel ‘Ik wil, wil jij ook?’, een voorstel voor een nieuwe taal om over seksualiteit te spreken. Met ploeterende brieven en prikkelende beelden. Alleen te bestellen vóór het einde van dit jaar en zolang de voorraad strekt!

Bestel nu