Asset 14

Ter Reparatie

Ter Reparatie

Soms past toch niet alles op de manier waarop je het je had voorgesteld. Vrienden doen alles voor elkaar, toch? Een kort verhaal over elkaar net missen, drie vrienden en een paarse trui.

 

Sofia:

Ik stel me zo voor dat er een metaforisch plekje bestaat tussen elk tweetal, en dat ons plekje warm en groen en veilig is. Ik koester die plek. Hij en ik — twee individuen die zo van elkaar afwijken dat we soms niet weten wat we met elkaar aanmoeten.Waar ik normaliter een dominante aanwezigheid ben, heb ik me lang geleden aan hem overgegeven. Ik zou hem achtervolgen waar hij ook ging, ik zou alles doen om hem te houden, et cetera, et cetera, vul je favoriete, zoetgevooisde cliché maar in.

“Dylan, schiet eens op, kom je mee, heb je je sjaal niet om?” De zorgzaamheid druipt van mijn stem af. Ik zou het overdreven gevonden hebben als ik mezelf niet was.

Dylan kijkt op, laat het toe, glimlacht, antwoordt: “Ja, ja, ik ben er al.”

We zijn, uiteraard, gewoon hele goede vrienden. Totdat we drie drankjes op hebben, want dan worden we overweldigd door de opwelling om onze tong in elkaars mond te stoppen. Ik kan er ook niets aan doen, ik vind hem onmogelijk mooi. Ik zeg altijd maar: “als iets niet gebroken is, moet je het niet repareren.” En zo is het maar net. Ik weet intussen dat ik me zo aan hem kan overgeven omdat dit pardoes afgelopen kan zijn, einde verhaal, finito. Ik geef hem alles dat ik heb, als groot offer aan de goden die me hem tijdelijk schenken. Als ik mijn liefde uit moest smeren over een eeuwigheid met hem, dan weet ik niet of ik dat zou kunnen.

Deze zaterdagavond lijkt op iedere zaterdagavond hiervoor: we meanderen samen door een steeds-donker-wordende stad. Het is januari of februari. Het is zo’n datum die later toch vergeten wordt omdat zij zo insignificant is. Wat ik wel zal onthouden is het gevoel dat ik heb op een winteravond als deze: voldoening en dankbaarheid: dat ik hier naast hem mag lopen, terwijl zijn ogen me aankijken vanachter zijn brillenglazen; dat ik mag luisteren naar zijn relaas over god-weet-wat (iets over literatuur en diens morele waarde); dat we elkaar terloops aanraken met de achteloosheid van mensen die bij elkaar horen.

 

Wat ik wel zal onthouden is het gevoel dat ik heb op een winteravond als deze: voldoening en dankbaarheid: dat ik hier naast hem mag lopen, terwijl zijn ogen me aankijken vanachter zijn brillenglazen

Het enige noemenswaardige aan vandaag is dat ik zijn paarse trui stiekem heb meegenomen. Vanmiddag lag ik bloot te lezen op zijn bed terwijl hij ijverig een essay aan het schrijven was. Mijn oog viel op de trui die vergeten op de grond lag, zijn lievelingstrui, waar een groot gat in een mouw zat. De stof scheurde omdat we maanden geleden samen naar huis fietsten en we over elkaar heen struikelden toen we wilden afstappen. Tegen de tijd dat we lachend opkrabbelden zagen we dat gat en had hij me beteuterd aangekeken.

Zonder dat hij het merkte propte ik vandaag de trui in mijn rugtas.

Ik wil hem laten repareren, want dat is wat je doet voor je vrienden.

Amy:

Sofia en ik zitten naast elkaar op een te-klein bankje in een te-klein café. Haar knie raakt mijn knie aan iedere keer dat ze een uitgebreid verhaal vertelt. Ze praat en gebruikt haar hele lichaam. Als onze voeten of armen elkaar aanraken, trekt geen van ons dat ledemaat terug.

Sofia stuurt me regelmatig slaperige foto's van zichzelf en ik reageer altijd in een oogwenk. Soms legt ze haar hand op mijn wang, heel voorzichtig.

Ik luister maar half naar wat ze zegt: nu raakt ze mijn schouder aan met haar hand als ze opstaat om naar de wc te gaan, ik blijf achter en overweeg mijn volgende stappen.

Als ze terugkomt, zegt ze: “Dylan en ik gaan een weekend naar Parijs binnenkort, ik heb behoefte aan wat harmonie en rust.” Ze neemt een slok van haar koffie, ze kijkt me niet aan, alsof ze iets aan het opbiechten is.

Hun weekend in Parijs krijgt vanzelf vorm in mijn hoofd: Sofia en Dylan in aparte bedden. Misschien zal zij wel op de bank slapen, want dat is wat voor iemand ze is.

Ik weet dat Dylan en Sofia elkaar goed liggen. Hun weekend in Parijs krijgt vanzelf vorm in mijn hoofd: Sofia en Dylan in aparte bedden. Misschien zal zij wel op de bank slapen, want dat is wat voor iemand ze is. De gedachte aan hun band stelt me gerust. Ik weet hoe het is om Dylan te kussen, ik weet hoe zijn handen voelen onder mijn shirt, ik weet hoe zijn haren voelen onder mijn vingers.

Maar Dylan was maar voor even. Sofia komt me soms ophalen als we samen naar de bioscoop gaan of als we bij het restaurant om de hoek eten die avond. Dan belt ze aan en gaat ze op mijn stoep wachten tot ik naar beneden kom. Bij Dylan treuzelde ik, maakte ik me zorgen, vroeg ik me af of we wel genoeg gespreksstof zouden hebben, waar we dan over zouden praten al die tijd. Bij Sofia wil ik uit het raam springen, rechtstreeks op haar af, wil ik haar verhalen horen, wat maakt het uit waar we over praten?

Ze haalt me uit mijn gedachten door te zeggen dat ze nog een trui moet ophalen bij de kleermaker, maar daar absolúút geen tijd voor heeft.

“Wanneer moet je het hebben?” vraag ik.

— “Eigenlijk morgenavond, god, waar blijft de tijd?”

“Ik kan het wel voor je oppikken, ik ben morgenochtend toch vrij. Ik fiets dan wel langs je huis daarna, dan drinken we nog even iets. Is dat een idee?”

“Dat is lief van je, Amy,” zegt ze terwijl ze me dankbaar aankijkt.

En dat is alles waard.

“Hey, ik ken deze paarse trui,” zegt ze, haar rug recht, haar toon ongebruikelijk scherp

Dylan:

Iedere keer dat Amy en ik elkaar pardoes treffen in het wild is haar gespannenheid waarneembaar. Het liefst blijf ik zo ver mogelijk bij haar uit de buurt tegenwoordig — ze worstelt haar weg door het leven, eeuwig overdonderd door zelfs het kleinste misstandje.

Vandaag verloopt net iets merkwaardiger dan alle andere dagen. Amy wandelt de bibliotheek binnen zoals wel vaker, maar ditmaal staat ze abrupt stil als ze mij ziet zitten. Ik frons, zij kijkt mij gebiologeerd aan, ik haal mijn schouders lichtjes op om te vragen wat is er?, zij loopt naar me toe.

“Hey, ik ken deze paarse trui,” zegt ze, haar rug recht, haar toon ongebruikelijk scherp.

Ik trek mijn wenkbrauwen op. “Wat bedoel je?”

“Sofia, zij liet deze trui repareren, toch?”

Ik werp een blik op de trui die ik aan heb. “Ja, dat is waar. Er zat een gat in, ze heeft ‘m stiekem meegenomen en gemaakt. Als verrassing. Hoe wist jij dat?” Amy’s aandacht voor Sofia maakt onrustige gevoelens los. Hoewel Sofia en ik geen formele stickers op onszelf willen plakken, is het toch alsof er een strak koord tussen haar en mij gesponnen is. We zijn verweven met elkaar, geworteld in elkaar. Ik weet niet of ik in zielsverwanten geloof, ik weet niet eens of ik in echte liefde geloof. Maar ik geloof in het meisje dat onaangekondigd met mijn lievelingstrui aan kwam zetten, zo goed als nieuw. Wat Amy dus ook denkt te voelen voor Sofia, het is per definitie ondergeschikt aan wat Sofia en mij aan elkaar bindt.

Amy knikt, knikt, knikt. “Dus het was een verrassing voor jou?” vraagt ze met een onzekere stem.

— “Ja.” Ik ben verward door haar reactie. Onderzoekend bekijk ik haar gezicht. Ze ziet er breekbaar uit, haar ogen staan verdrietig.

“Goed om te weten,” mompelt ze.

En dan is Amy weer weg.

Amy:

Ik sta buiten de bibliotheek, voel me misselijk, die stomme paarse trui heeft alles anders gekleurd.

Vorige week ben ik naar de kleermaker gefietst, heb ik die trui opgehaald en mee naar huis genomen. Ik heb de trui in mijn handen gehad, eraan geroken, me ingebeeld dat Sofia er altijd in rondliep. Ik heb de trui aangetrokken, ik ben ermee in bed gaan liggen, ik deed alsof haar ledematen om mij heen gewikkeld waren. Ik was vervuld van lieflijkheid voor haar.

Ik verroer me niet, alsof dit berichtje weggetoverd zal worden als ik maar stil genoeg blijf zitten

Flarden van die avond dringen zich op in mijn hoofd: door de regen ben ik naar Sofia’s huis gefietst. Zij en ik hebben twee uur lang samen in haar bed gelegen terwijl we de zoveelste aflevering van FRIENDS keken op haar laptopscherm. Ze heeft een kop thee voor me gezet, onze schouders stopten niet met aanraken toen we naast elkaar zaten. Alles was warm.

Ze heeft me een kus op mijn wang gegeven als dank voor het ophalen van de trui. Ze heeft met geen woord gerept over Dylan.

Ik sta buiten de bibliotheek en de wereld is ernstiger geworden. Ik herinner me hun weekend naar Parijs en voor het eerst beeld ik me in dat ze dicht tegen elkaar aan in hetzelfde bed slapen, dat mijn fantasie over deze verhoudingen al die tijd verdraaid en scheef is geweest.

Sofia:

Mijn smartphone trilt harmonieus, ik pak hem op en ontaard daarmee het berichtje van Amy dat op het scherm verschijnt:

 

Meen je dit? Heb je mij Dylans trui op laten halen? Je weet hoe ik me over jou voel.

Je weet het.

 

Ik verroer me niet, alsof dit berichtje weggetoverd zal worden als ik maar stil genoeg blijf zitten. Ik overweeg een berichtje terug te typen, maar wat zou ik moeten zeggen?

Zou ik moeten zeggen dat ik ellendig werd van jaloezie toen Dylan me vertelde dat Amy ooit in zijn bed gelegen heeft? Dat die jaloezie en mijn verlangen zich met elkaar vermengd hebben tot een lelijke cocktail?

De waarheid is te bot en wrang.  Ik druk het scherm uit en zeg niets.

Dylan:

De deurbel gaat. Verwonderd sta ik op, beweeg me naar de voordeur, trek haar open.

Nog meer verwondering: Amy staat daar.

“Hey, Amy, wat is er?”

Onrust brandt in haar ogen, ik kan het zo zien. Ze stapt naar voren en drukt haar mond op de mijne: doelgericht, gedreven, urgent.

 

Mail

Jihane Chaara (zij/haar, 1991) is een idealist met een voorliefde voor doortastende en zachtaardige mensen/woorden.

Aida de Jong (1995) is een illustrator en poppenmaker wonend in Utrecht. In haar werk zoekt ze vaak thema's die haar beangstigen, om er vervolgens met een nieuwe blik naar te kijken.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter 1

De archivaris en haar dochter: Morgen zal alles anders zijn

‘Even eufy checken.’ In ‘Morgen zal alles anders zijn’ dicht Bareez Majid over de eindeloze keuzes en opties die een dag voortbrengt. Een dag die getekend wordt door de sluimerende aanwezigheid van de videofeed van een beveiligingsapp. Lees meer

Bleekzucht en bloedarmoede

Bleekzucht en bloedarmoede

Menstruatie is stil en onzichtbaar. We kijken weg en gaan door. Maar wat als dat niet langer kan? Wat als het bloed de samenleving binnenstroomt en ons verdrinkt? Esther De Soomer onderzoekt hoe de maatschappij dan reageert. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

In ‘Een anatomie van opa’s dochter’ reconstrueert Bareez Majid de verschillende deeltjes die samen een moeder maken. Een moeder die door een ziekte in de war is, en veel dingen vergeet – soms zelfs haar eigen kinderen. Lees meer

Auto Draft 9

Dat het was

Hoe ga je om met herinneringen die te pijnlijk zijn om onder ogen te komen? Olivier Herter maakt het publiek getuige van een versnipperd landschap van herinneringen. Vloeiend, stemmig en ogenschijnlijk zonder plot wordt geprobeerd woorden te vinden, waar geen woorden voor te vinden zijn. Dit verhaal werd eerder op toneel gebracht door t Barre Land. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

‘Ik wil geen literatuur van je maken.’ Hoe berg je je moeder in je schrijven, zonder haar essentie te bevriezen? Bareez Majid dicht in woord en beeld over ‘soon-to-be-dead-mothers’ en onderzoekt hoe hun lichamen functioneren als vergankelijk archief. Lees meer

Auto Draft 7

Moederland

Zelfs in de Italiaanse zon lukt het niet altijd om donkere gedachten op afstand te houden. Roos Sinnige laat ons meedrijven op de ongrijpbare stroom die dan ontstaat. Lees meer

zonderverdergroet

zonder verdere groet

Rijk Kistemaker doet niet aan groeten. Rijk schrijft gedichten terwijl hij bezig is met andere dingen, zoals het opladen van een gehuurde Kia en huilen. Laat je meevoeren op zijn poëtische gedachtestroom. Lees meer

Jonathan de slakkenman

Jonathan de slakkenman

'Hij zag simpelweg hoe de slak zich terugtrok in zijn huisje wanneer het zich onveilig achtte. Vanwege hun gedeelde lot, voelde Jonathan zich geroepen om de naaktslak ook een toevluchtsoord te bieden.' In dit korte verhaal van Ivana Kalaš neemt Jonathans slakkenfascinatie langzaam zijn leven over. Lees meer

Het insectenhotel

Het insectenhotel

‘Ik kan wel voor je krimpen.' Dieuke Kingma onderzoekt in een kort verhaal vol spinnenpoten en keverschildjes of je de ruimte die je inneemt in een relatie ook weer terug kan geven. Lees meer

Auto Draft 6

ode aan de lepismA saccharinA

Lieke van den Belt neemt je mee in de wereld van de zilvervis. Met lichte en vervreemdende beelden schetst ze in twee gedichten een dialoog tussen deze beestjes en hun slachtoffers. Lees meer

Enterprise, Alabama

Enterprise, Alabama

Charlotte Duistermaat neemt je mee in de enigszins absurde culturele en historische impact van een snuitkeverplaag op een Amerikaans dorpje en de vergelijkbare migratiestromen van mens en dier. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer