Illustratie: Femke Huurdeman

Rebecca wil geen jongen met een scooter en een vieze tong. Proza voor het einde van uw zomer. " />

Illustratie: Femke Huurdeman

Rebecca wil geen jongen met een scooter en een vieze tong. Proza voor het einde van uw zomer. " />
Asset 14

Portonova

Hier sleept de zomer zich moeizaam voort, zichtbaar hopend op aflossing door het volgende seizoen. Dan gaat iedereen weer aan het werk of naar school, en komt het leven van alledag weer op gang. In Calabrië niet. Daar dommelt buiten het strandseizoen alles in, en zit Rebecca nog altijd in de souvenirwinkel, te wachten tot er iets gebeurt. Zomerproza uit Portonova.

Rebecca rookte een sigaret. Ze inhaleerde nauwelijks en keek met een scheef oog naar een groepje jongens dat tafelvoetbal speelde aan de overkant. Nog even en ze waren er te oud voor, dan gingen ze met hun scooters en auto’s door de straatjes scheuren en meisjes versieren, en, wie weet, een handeltje opzetten dat niet deugde. Wat moest je anders in Portonova. Maar nu waren het gewoon jongens, kleine jongens die schreeuwden om een spelletje. Met haar schoen doofde ze de sigaret en schoof het plastic vliegengordijn aan de kant. In het schemer hing de gevulde omtrek van Martina achter de toonbank. De winkel was een afvalhoop van asbakken, doosjes beplakt met schelpen, kleine schilderijtjes, waaiers, Mariabeeldjes, stukken koraal, rieten manden, koffieserviesjes, vazen, goedkope poppen, lipgloss van onbekende merken, plastic bloemen, peper en zoutvaatjes met ‘groeten uit Calabria’ erop, ansichtkaarten met diezelfde tekst, beeldjes van dolfijnen en ook kleine aardewerken kruikjes met potpourri. Als klanten voor meer dan vijfentwintig euro aan spullen kochten, moeten Rebecca en Martina zo’n kruikje meegeven. Gratis. Maar dat kwam zelden voor. Meestal kwamen de mensen een ansichtkaart afrekenen. Of een asbak met een ondergaande zon erop geschilderd. Buiten het strandseizoen kwamen er weinig klanten en moesten de handbeschilderde souvenirs uit Calabria regelmatig worden afgestoft. Hete middagen rommelde Rebecca rond tussen de prullaria en de schelpen. Soms kwam er een kakkerlak tevoorschijn. In het begin schrok ze daarvan, inmiddels was ze eraan gewend. De kakkerlakken hoorden erbij zoals het zweet van Martina.

Bij Rebecca thuis was er geen ongedierte: haar moeder was huisvrouw, en een goeie ook. Je kon er de pasta van de muren likken. Bij wijze van spreken dan, want haar moeder zou het beslist niet tolereren wanneer er aan de muren werd gelikt. De gave was niet erfelijk gebleken. "Je zit weer te dromen, Rebecca", loeide haar vader regelmatig, "hou daar mee op, er is werk te doen. Dromers eindigen op straat." Rebecca knikte dan vaag. Enorm driftig kon Rafaele la Vecchia ervan worden, van dat stuk fimmina dat maar wat lummelde in het huis dat hij zelf had gebouwd met een blik op oneindig. Ze kon niet eens koken. "Wat zit je daar nou te knikken!" riep hij dan, "knikken als een achterlijke, dat is alles wat je kunt. In plaats van je moeder te helpen, zit je hier als... als... als een prinses", besloot hij. "Als een prinses,’ wees hij dreigend naar zijn dochter, "en daar komt niets goeds van. Als je de prinses wilt uithangen, kun je beter trouwen. En dan zoekt je man het verder maar uit." Hij richtte zich weer op de televisie, als teken dat hij was uitgepraat.

Om van het geschreeuw van haar vader af te zijn, had ze het baantje in de naamloze souvenirwinkel genomen. De uitspanning lag aan de Via Principale die van het centrum naar de zee liep. In de zomermaanden kwamen er toeristen, toeristen van het arme soort, die in de hoofdstraat een strandbal kochten of een stukje pizza aten. De gevels van de winkels waren overdag behangen met veelkleurige zwembanden en hardplastic flippers en duikbrillen. Tegenover de souvenirwinkel was een hal met flipperkasten en spelletjesautomaten. Toen ze dertien was nam een vriendje van Rebecca haar daar mee naartoe. Hij was vijftien en had een opgevoerde scooter. Ze vond het onprettig, het lawaai, de flikkerende lichten, en later ook de weke tong van de jongen die haar op zijn scooter terugbracht naar huis. Ze was niet meer teruggeweest naar de hal. Ook was ze niet meer met jongens uitgegaan. Ze had haar werk. Ze had een eigen kamertje en een sprei met bloemen erop. Ze was nog maagd. Die dingen leken haar verbonden.

Die sprei lag op haar bed zo lang ze zich kon herinneren. In huis was er niets veranderd sinds ze klein was, en in het dorp eigenlijk ook niet. Er stonden betonnen gebouwen, niet geschilderd en voor het merendeel onaf. Terwijl beneden werd geschreeuwd en gegeten, waren de vensters op de bovenste verdiepingen lege zwarte gaten. Daar woonden de vleermuizen en de vogels. IJzeren draden staken vanuit het beton de lucht in. Beneden waren de luiken van goedkoop aluminium en op de smalle stoep zat vaak een in het zwart geklede bejaarde. De oma van Rebecca had ook jarenlang zo naast de voordeur gezeten, tot ze doodging.

"Jouw beurt", zei ze tegen Martina. Rebecca zag haar naar buiten gaan en daar met dichtgeknepen ogen een sigaret opsteken. De klok gaf vijf over vier aan. Nog vijf uur in de winkel, dan kon ze naar huis. Niet dat het daar veel beter was. Maar toch. Haar moeder zou nu wel ongeveer beginnen met koken. Twee jongens kwamen binnen, de een donker, de ander blond. Ze hielden stil bij het molentje met ansichtkaarten, en met veel bravoure zochten ze er een paar uit. Rebecca nam een nieuw kauwgompje. Zou haar vader vanavond ook thuis zijn? Ze hoopte maar dat hij moest overwerken en later kwam. Ze had geen zin om hem te zien, helemaal geen zin. De klok stond op tien over vier. Een van de jongens maakte zich los van het kaartenrek en liep naar haar toe. Hij legde twee kaarten neer. "Kan ik die hier betalen?" vroeg hij. "Natuurlijk", zei ze onverschillig. Hij reikt een briefje van vijftig aan. "Heb je het niet kleiner?" vroeg ze hem. "Nee", zei de jongen. Rebecca keek op en schrok.

Illustratie: Femke Huurdeman

Hij was niet een van die lokale jonge mannen met een zonnebril, die alleen maar verwachtten van een vrouw dat ze mooi was en kookte als hun moeder. Hij was ook niet zoals de jongens uit Napels met hun fluwelen wimpers en gespierde lichamen. Deze man was anders. Hij was blond, als een engel. Als de aartsengel Gabriël, dacht Rebecca. Hij leek precies op de afbeeldingen van Gabriël die ze kende van de bidprentjes. In de war telde ze het wisselgeld. Hij draaide zich al bijna om, ze moest iets doen voor hij weg zou lopen. Blind greep ze achter zich, in een mand met rood geschilderde pepers van gebakken klei. "Hier", zei ze, en reikte hem de peper aan, "dat brengt geluk." De jongen keek bevreemd, lachte uiteindelijk naar haar (hij lachte! naar haar!) en stak het ding toen in zijn broekzak. "Dat gaat Vittorio niet leuk vinden", zei Martina toen de jongens weg waren, "je kunt niet hier zomaar dingen weggeven." Ze haalde haar schouders op. Vittorio was hun baas. Vittorio kon haar gestolen worden.

Thuis aan tafel stond de televisie aan. Een programma met veline, halfnaakte showgirls. De meisjes hadden een genummerd rozet op de schouder. Haar vader zat achter het scherm en at een groot bord pasta. Zijn linkerarm lag op tafel naast het bord. Hij leek wel wat op een groot, harig beest. Met tegenzin draaide ze haar vork door de pasta alla carbonara. "Daaaaar zijn ze dan, de meisjes", kwijlde een haast bejaarde presentator, "we gaan nu naar nummer drie. Zij heet Cristina en ze houdt van kleine hondjes." Rebecca’s moeder depte de saus van haar bord met een korst brood. Als ze lachte, kon je zien dat ze een paar tanden miste. Het haar krullen deed ze alleen nog bij speciale gelegenheden. "Wat is er, ben je ziek?" vroeg ze haar dochter kauwend. Rebecca haalde haar schouders op. Ze wilde weg. Er werd niet gepraat, ze keken naar de televisie. De veline moesten een dansje doen op opzwepende muziek. Hun billen schudden over het beeld.

Op de vensterbank stond een kooitje. Daarin woonde Marcello. Marcello was een geel vogeltje. Hij zong soms, als hij zin had. In de zomer zette haar moeder Marcello op het balkon. In de schaduw. Dan kon hij uitkijken op de balkons aan de overkant, waar ook vogeltjes in de schaduw stonden. De balkons zagen er allemaal hetzelfde uit. Er hingen droogrekken met fel gekleurde was en in een hoek stonden vegers en emmers en schoonmaakproducten. Soms was er ook nog plaats voor een paar plastic stoelen. Rebecca bracht haar gezicht naar de tralies van de kooi. De vogel draaide zijn kopje naar haar toe. Scheef keek hij haar aan. "Hela, Marce", zei ze zachtjes tegen hem, "hoe staat het leven?" Nu stak ze haar vinger in de kooi. De vogel keek ernaar en bleef zitten waar hij zat. "Kom dan", ze klokte met haar tong. "Kom." Marcello keek naar het gruis op de bodem van zijn kooi. Het zand moest nodig ververst worden. Rebecca trok haar vinger tussen de tralies uit. "Ik ga naar bed", zei ze tegen de ruggen van haar ouders.

Op de goedkope sprei met bloemen lakte ze haar nagels paars en dacht aan de jongen die leek op de aartsengel Gabriël. Ze dacht aan zijn ogen, zijn haar, zijn stem waarmee hij had gezegd: "kan ik die hier betalen?". Ze stelde zich voor dat ze bij hem achterop de scooter zat en hij haar meenam. Weg van haar ouders - weg van de winkel. En ze stelde zich zijn tong voor, en dat die vast heel anders zou zijn dan de tong van de jongen die haar mee had genomen naar de hal met flipperkasten. Een donkerblauwe polo had hij aangehad, en een witte broek. Ook heel anders dan de mannen uit Portonova. Waar zou hij vandaan komen, uit Rome? Of nee, Milaan. Hij kwam vast uit Milaan. Zijn accent was zoals dat van haar nichtjes, die in Milaan woonden. Of Milaan, ze woonden in de buurt van Monza. Bij het circuit van de Formule 1. Hij had vast ook een heel mooie auto, geen Fiat maar een BMW. Een witte BMW. Hij zou haar meenemen naar Milaan, en daar zou ze mogen winkelen zoveel ze wilde, want hij had toch geld genoeg, en ze hoefde zeker nooit meer met Martina in de winkel te staan of te zien hoe haar vader pasta alla carbonara at. Ze zouden eten in dure restaurants, zonder televisie, en witte tanden hebben. Op haar trouwdag wilde ze een jurk dragen met veel tule. Ze blies op haar nagels om ze te laten drogen. Madonna, bad ze voor het slapen gaan, Madonna, laat hem morgen terugkomen.

--
Basje Bender (1984) is niet Italiaans, maar doet wel graag alsof. Ze promoveert op extern EU-beleid aan de UvA en schrijft verhalen.

Mail

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Waarom stellen journalisten zo weinig vragen?

Waarom stellen journalisten zo weinig vragen?

Bij de media heerst ziekte, journalisten stellen te weinig vragen. Fausto en Marthe van Bronkhorst komen met een behandelplan. Lees meer

Essaywedstrijd: 'Dat is dan jouw waarheid' Hooray for the Essay 2026

'Dat is dan jouw waarheid' Hooray for the Essay 2026

In deze editie van Hooray for the Essay dagen we je uit om na te denken over waarheid. Reageer voor 19 januari. Lees meer

:Schoonheid van de partij: Mogen politieke partijen een eigen esthetiek ontwikkelen? 1

Schoonheid van de partij: Mogen politieke partijen een eigen esthetiek ontwikkelen?

Is politieke inmenging met kunst en esthetiek vooral iets van vroeger, en is schoonheid tegenwoordig gedepolitiseerd? Patrick Hoop schreef een essay over waarom ons huidige politieke stelsel zich mag - of moet - bemoeien met schoonheid. Lees meer

Een eerste keer

Een eerste keer

In dit erotische verhaal vraagt Jochum Veenstra zich af of het opwindend kan zijn om constant expliciete consent te vragen, en of er dan ook echte consent tot stand komt. Een eerste keer is ook gepubliceerd als audioverhaal bij deBuren. 'Als onze monden elkaar raken, lijkt de vriendschap die we bij daglicht hebben weer tot leven te komen.' Lees meer

Politiek is de olifant in de kamer, maar modejournalistiek trekt de deur liever dicht

Politiek is de olifant in de kamer, maar modejournalistiek trekt de deur liever dicht

Mode lijkt glanzend en zorgeloos, maar er schuilt een wereld van politiek achter. Loïs Blank vraagt zich af: wie bepaalt eigenlijk welke verhalen verteld mogen worden? Wat gebeurt er met de progressieve stemmen van een bedrijf dat vooral voor de winst gaat? Lees meer

Suriname - van onafhankelijk land naar natie

Suriname - van onafhankelijk land naar natie

Op 25 november is het 50 jaar geleden dat Suriname onafhankelijk werd van Nederland. Kevin Headley bespreekt hoe de onafhankelijkheid van Suriname tot stand is gekomen en hoe het zich verder ontwikkelt tot natie: van politieke geschiedenis tot hedendaagse successen. Lees meer

Balletles

Balletles

In een rumoerig café herinnert een groep meisjes zich heel helder: 'Meisjes zoals wij leren vroeg de kunst van de onwaarneembare volharding.' In dit korte verhaal neemt Marieke Ornelis je mee in een wereld vol witte panty's, billen op een koude vloer en honingachtig vocht, terwijl de intimiteit wegsmelt onder de toneellampen. Lees meer

De integratie-stok slaat wéér de ‘problematische Moslim’

De integratie-stok slaat wéér de ‘problematische Moslim’

'Een begrip als integratie lijkt een middel om te streven naar een inclusievere samenleving, maar dwingt in feite minderheden om hun culturele en religieuze identiteit op te geven.' Aslıhan Öztürk legt de retoriek bloot waarmee de integratie-stok dreigend boven het hoofd van generaties migranten wordt gehouden. Lees meer

Pomme d’amour 1

Pomme d’amour

In dit gedicht van Elise Vos vinden de glazen muiltjes en kikkerprinsen uit de klassieke sprookjes hun weg tussen de HR-medewerkers en stadsduiven met verminkte pootjes. Een hoofdpersoon zoekt diens plek in de wereld, terwijl mannen dwars door de ontknoping van het verhaal heen slapen. Lees meer

Ademruimte

Ademruimte

‘Hij kon toen alleen Catalaanse woorden fluisteren en zijn wijsvinger buigen om aan te geven wanneer hij naar buiten wilde om te roken.’ In Ademruimte, van Elisa Ros Villarte, keert het hoofdpersonage terug naar haar ouderlijk huis dat gevuld is met onbekend speelgoed, bevroren maaltijden en beladen vragen. Lees meer

Wifey material

Wifey material

Wifey of wervelwind, Madonna of hoer. Marthe van Bronkhorst had gehoopt dat dit binaire denken passé was, maar helaas, de emancipatietrein blijkt op dit spoor nog steeds haperen. Ik oefen een enorme aantrekkingskracht uit op één specifiek soort mensen: mensen van wie de favoriete contactfrequentie eens in het kwartaal is. Mensen van wie de love... Lees meer

Nwe Tijd x Hard//hoofd: Maandagavond – De uitnodiging

Podcast: Maandagavond – De uitnodiging

Deze Maandagavond liep iets anders dan gepland. Of beter gezegd: precies zoals gepland, althans voor iedereen behalve Suzanne Grotenhuis. Met Freek Vielen, Ellis Meeusen en Johannes Lievens, die in de tweede aflevering van dit Maandagavond-seizoen stilstaan bij momenten die je anders aan je voorbij zou laten gaan. Lees meer

Bestel ‘Ik wil, wil jij ook?’ - briefwisseling over seksueel consent 1

Bestel ‘Ik wil, wil jij ook?’ - briefwisseling over seksueel consent

Bestel onze bundel 'Ik wil, wil jij ook?' een briefwisseling over seksueel consent Lees meer

Vrijheid

Vrijheid

Liggend onder de auto van de buren overdenkt een man de relatie tot zijn familie, de gevolgen van zijn gedrag en de reactie van omstanders. Eva Gabriela schreef een kwetsbaar verhaal waarin de dreiging en het ongemak constant voelbaar zijn, en waarin de pleger van huiselijk geweld de hoofdpersoon is. Lees meer

Anders voel ik me zo oud 1

Anders voel ik me zo oud

In dit essay analyseert Loulou Drinkwaard de tegenstrijdige etiquetten die haar zijn geleerd of opgelegd: ‘Tussen u en jou in, zweef ik. De waarden van mijn vader in mijn ene hand en de waarheid van mijn moeder in mijn andere. Mijn oma deelt de kennis van ons moederland en ‘De Nederlander’ bepaalt wat hoort. Ondertussen vond ik een alternatief. Zullen wij elkaar vousvoyeren?’ Lees meer

:De herhaling van de zombie-apocalyps: Op zoek naar een alternatieve dystopie

De herhaling van de zombie-apocalyps: Op zoek naar een alternatieve dystopie

De zombie is een popcultuuricoon. En niet alleen tijdens Halloween! Series als The Walking Dead en The Last of Us volgen de gebaande zombiepaden. Volgens Anne Ballon hebben zombies méér narratief potentieel. In vernieuwende verhalen wordt onderzocht 'hoe wij als halfbewusten de wereld beleven, hoe we opgaan in systemen die we niet hebben gekozen, hoe we verlangen en met verlies omgaan.' Lees meer

Kleding gaat als warme broodjes over de toonbank, maar dat mag wel wat letterlijker

Kleding gaat als warme broodjes over de toonbank, maar dat mag wel wat letterlijker

We weten precies wat er in ons eten zit, maar wat dragen we eigenlijk op onze huid? Net als jij, verlangt Loïs Blank ook naar meer transparantie van de kledingindustrie. Zou die wens dan toch in vervulling kunnen komen? Lees meer

Twee dagen

Twee dagen

Rocher Koendjbiharie belicht de verschillende paden die we tijdens de aankomende verkiezingen in kunnen slaan. Kiest Nederland opnieuw voor rechts, en strompelen we verder richting democratisch en moreel verval? Of kiest Nederland toch voor een samenleving waarin we omkijken naar elkaar? 'Alleen fascisten zien antifascisme als een bedreiging.' Lees meer

Vergeten vrouwen 1

Vergeten vrouwen

In dit essay schrijft Anne Louïse van den Dool over vrouwelijke kunstenaars die meer dan ooit in de schijnwerpers staan. Niet alleen hedendaagse makers, maar ook opvallend veel vrouwen die rond 1900 actief waren in de kunstwereld trekken veel aandacht. Met solotentoonstellingen over Suze Robertson, Coba Ritsema en Jo Koster laten musea zien waarom juist deze kunstenaars alsnog een plek in de canon verdienen. Lees meer

De verdwenen kosmonaut

De verdwenen kosmonaut

Duizenden kilometers van de kosmonaut vandaan zit Igor, uitkijkend over de stad, terwijl hij luistert naar de ruis op de tv, naar de beukende eurodance plaat die nog naklinkt in zijn oren en naar een stem die hem probeert te overtuigen terug te komen. In De verdwenen kosmonaut van Thijs van der Heijden raakt een... Lees meer

Steun Hard//hoofd en verzamel kunst!

Hard//hoofd is een vrije ruimte voor nieuwe schrijvers en kunstenaars. We zijn al vijftien (!) jaar gratis toegankelijk en advertentievrij. Zo’n vrije ruimte is harder nodig dan ooit. Steun de makers van de toekomst; sluit je vóór 1 januari aan als kunstverzamelaar en ontvang in januari je eerste kunstwerk!

Word kunstverzamelaar