Sander Ritman is Verpleegpoëet: hij wast, verzorgt en schrijft. Dit verhaal en vele andere zijn te vinden in zijn debuutbundel.
“Nee, maar zo gaat het al mijn hele leven. Wat denk je van mijn ex, wat voor een botte lul dat was? Hoe vaak heb ik niet aan moeten horen dat er weer één of andere dame nasi was blijven eten, waarna ikzelf hun lippenstift van mijn glazen moest wassen. Wat een engerd. Ik ben wat blij dat ik eindelijk van hem af ben. Ik vraag me af waarom ik sindsdien nooit eens een leuke vent heb ontmoet. Het is me blijkbaar niet gegund. Wie valt er ook op een half-gehandicapte met een scootmobiel? Bij de mannen die ik in kroegen ontmoet, mag ik alleen maar op audiëntie komen. Laten zien wat ik nog wél kan. Waar ontmoet ik tegenwoordig nog een normale vent die niet getrouwd is?”
“Misschien is internetdaten iets voor u”, antwoord ik bloedserieus.
“Ik heb vriendinnen die daaraan doen en wat ik daarvan hoor is helemaal verschrikkelijk. Die ontmoeten mannen die ze dwingen om zich als travestiet te verkleden waarna ze hen van achteren nemen. Gewoon omdat ze liever een vent dan een vrouw hebben. Eén keer heb ik me ondanks hun verhalen toch laten overhalen tot een date. Het ging al meteen fout in het café waar we afspraken. Hij ging even naar de wc en opeens was op mysterieuze wijze mijn tasje verdwenen. Eenmaal bij die vent thuis stond er alleen maar porno op en toen hij wat te drinken voor me ging inschenken, kwam hij terug met hoorntjes op z’n hoofd in een latex pak waar z’n piemel uit bungelde en had hij een paardenbit in z’n rechterhand. Weet je wat het is jongen, jij bent gewoon veel te naïef. Jij denkt dat het leven over rozen gaat. En ik neem het je niet kwalijk ook. Jij met je lieve vrouw en jullie kind geboren vanuit liefde. En alles wat maar op je pad komt. Het komt je allemaal aanwaaien. Jij bent gewoon een zondagskind.”
“Waarom zoekt u het niet bij een getrouwde man?”, vraag ik zonder eigenlijk bij deze woorden na te denken.
Mevrouw blijft even stil, de zwaarmoedigheid verdwijnt uit haar ogen en ze dooft een half opgerookte sigaret in de asbak. Ze grabbelt in het dropjesbakje op de salontafel en kijkt me recht in mijn ogen aan. Langzaam kauwt ze op het dropje dat ze zojuist zeer bedachtzaam in haar mond stak. Het zweet breekt me uit.
“Ik moest maar weer eens gaan mevrouw,” stamel ik. Ik pak mijn jas. "Doei," roep ik vanuit de hal. Ik durf haar geen hand meer te geven.
-
Gek van de Verpleegpoëet? Geobsedeerd door de zorg? Of gewoon altijd 's nachts wakker te maken voor een mooi Zeer Kort Verhaal? Wat u nodig heeft is De Verpleegpoëet. Geschreven door Sander Ritman. Uitgegeven door hard//hoofd.