Asset 14

Vaarwel menselijke intelligentie?

We hebben steeds geavanceerdere technologieën tot onze beschikking om onszelf en de wereld om ons heen te 'verbeteren'. Maar welke gevolgen heeft deze zoektocht naar perfectie? Waar trekken we de grens? En wanneer vinden we iets niet meer ‘natuurlijk’? Siri Beerends verkent de grenzen van ons maakbare ik in een serie essays. Dit is deel VI: over domme robots en slimme mensen.

Terwijl 2017 is bestempeld als het jaar van de artificiële intelligentie, beweren experts dat er nog helemaal geen sprake is van echte artificiële intelligentie. Nieuwsberichten over superintelligente machines die de boel volledig overnemen hebben meer met science fiction en sensatiejournalistiek te maken dan met machine learning. Wie denkt dat we daarom weer zorgeloos in slaap kunnen dommelen zit ernaast. Om de ontwikkeling van artificiële intelligentie in goede banen te leiden hebben we onze menselijke intelligentie hard nodig. Maar zijn wij nog wel in staat om onze menselijke intelligentie te herkennen, onderscheiden en benutten?

Volgens evolutiebiologen en transhumanisten zullen de verschillen tussen menselijke en artificiële breinen verdwijnen. Met onze menselijke intelligentie zijn we niet unieker dan een computer en daar kunnen we maar beter alvast aan wennen, zo luidt het advies. Elke wetenschappelijke doorbraak maakt de mens minder uniek. Met de uitvinding van de telescoop bleken we niet het centrum van het universum te zijn, met de opkomst van de geologie bleken we geen creaties van God te zijn en nu zijn er de robots die ons van onze troon stoten.

Behalve een gekrenkt ego zijn er urgentere redenen waarom de mens zich wil onderscheiden van een computer. Op een aantal gebieden zijn mensen nog altijd slimmer dan een computer: bewustzijn, gezond verstand, empathie, wederkerigheid, moraliteit en het vermogen om intuïtief sociale en emotionele contexten te begrijpen. Deze vaardigheden hebben we hard nodig om de verdere ontwikkeling van AI te begeleiden.

De grootste zorgen gaan op dit moment over intelligente wapens die kunnen leiden tot een nieuwe wapenwedloop. Daarom hebben 115 robotica en AI bedrijven een open brief getekend waarin zij waarschuwen voor autonome wapens. Zij pleiten voor meer onderzoek naar het zelflerende aspect van artificiële intelligentie zodat we kunnen zorgen dat computers blijven doen wat wij willen. Maar onze computers doen allang niet meer wat wij willen. Zodra wij onze apparaten aanzetten gaan ze online en bepalen algoritmes van de Frightful Five wat wij doen: data genereren en onze gedragingen, voorkeuren en verlangens commercieel laten uitbaten en bijsturen.

Het gevaar van AI is niet dat er een superintelligentie ontstaat, het gevaar is dat wij ons te afhankelijk maken van artificieel intelligente systemen waardoor we onze autonomie, creativiteit en emotionele intelligentie verwaarlozen. Om dat te voorkomen moeten we beter leren begrijpen wat menselijke intelligentie is. We moeten ons bewuster worden van de instinctieve en geavanceerde manieren waarop we ons bewustzijn, gezond verstand, empathie, moraliteit en redenerend vermogen dagelijks gebruiken.

Moving target

Vorige maand heeft het computerprogramma AlphaGo Zero laten zien dat mensen voor het leren van het Go-spel overbodig zijn geworden. Het programma verslaat de beste spelers ter wereld. AlphaGo Zero is een voorbeeld van machine learning: hij leert van zijn eigen fouten waardoor hij zelfstandig een beter resultaat kan leveren. Maar is hij daarmee ook intelligent?

De kwalificatie ‘intelligent’ wordt tegenwoordig allang niet meer gemakkelijk aan computers gegeven. Het lastige van AI is dat als het er eenmaal is, we het al geen AI meer noemen. Daardoor wordt ook wel beweerd dat artificiële intelligentie datgene is wat we computers op dit moment nog niet kunnen laten doen.

Computersystemen die kunnen diagnosticeren welke ziekte iemand heeft, wanneer de stormvloedkering dicht moet of wanneer iemand voor een bepaalde verzekering in aanmerking komt, worden over het algemeen gekwalificeerd als artificiële intelligentie. Ook de zoekalgoritmes van Netflix en Google worden vaak zo bestempeld.

Maar volgens critici zijn dit soort algoritmes niet per definitie artificieel intelligent, ze lijken slechts intelligent. Computers kunnen indrukwekkende dingen doen omdat ze in de afgelopen decennia krachtiger zijn geworden, meer in verbinding staan met elkaar en meer data tot hun beschikking hebben maar aan de onderliggende intelligentie is weinig veranderd. Het gaat nog altijd om patroonherkenning in grote hoeveelheden data en daarmee omvat je slechts een klein deel van het concept intelligentie.

Als we kijken naar taal, redenerend vermogen, bewustzijn, plannen en gezond verstand is artificiële intelligentie nog altijd voorbehouden aan science fiction films als Ex-MachinaGhost in the Shell en Her. Hoewel sommige robots, mediaberichten en televisieprogramma’s ons de indruk geven dat we al te maken hebben met mensachtige machines die taal, redenerend vermogen, bewustzijn en emoties bezitten.

Machines die op mensen lijken

Afgelopen zomer waren er bijvoorbeeld alarmerende berichten over een AI-experiment van Facebook dat was afgekapt omdat onderzoekers de controle waren kwijtgeraakt over twee chatrobots die in een eigen taal met elkaar begonnen te brabbelen. Een storm in een glas water, het experiment bleek te zijn gestopt omdat de onderzoekers een programmeerfout hadden gemaakt.

Een ander voorbeeld is fotoherkenning: computers zouden net zo goed als mensen foto’s weten te herkennen. Dat de computer een met stickers beplakt verkeersbord aanziet voor een koelkast vol levensmiddelen lees je in al die jubelartikelen natuurlijk niet terug. Een computer kan foto’s steeds beter categoriseren maar dat wil nog niet zeggen dat hij begrijpt wat hij ziet en foto’s herkent op de geavanceerde manier waarop mensen dat doen.

Categoriseren wordt helaas vaak verward met herkennen. Bijvoorbeeld door deze onderzoekers van het AI gaydar onderzoek die de computer zo hadden geprogrammeerd dat hij alle mannen met geaccentueerde wenkbrauwen als homoseksueel ‘herkende’. In de praktijk bleek homoseksuele geaardheid toch wat complexer in elkaar te zitten dan een paar geaccentueerde wenkbrauwen. Ook de nieuwe iPhone X, die door middel van gezichtsherkenning je telefoon ontgrendelt, blijkt niet alle gezichten goed te herkennen, bijvoorbeeld die van kinderen en mensen die fysiek op elkaar lijken.

Nog een ander voorbeeld van zogenaamd mensachtige machines zijn robots met gezichts-, spraak en gevoelsherkenningstechnologie die in de ouderenzorg worden ingezet om gevoelens van eenzaamheid te verminderen. In documentaires over robots genaamd Zora en Alice kunnen we zien hoe ouderen praten over verloren partners terwijl de robot ‘luistert’ en prettige dingen terug zegt. Wat voor zowel de kijker als de ouderen buiten beeld blijft is dat er een mens in het feedbackproces zit die meehelpt bij het bepalen van de antwoorden. Daardoor lijkt het alsof de robot al die sociaal geavanceerde antwoorden zelf bedenkt.

Robotingenieurs doen hun uiterste best om robots zodanig te ontwerpen dat het voor ons gemakkelijk is om de mechanische aspecten te vergeten en menselijke eigenschappen aan robots toe te dichten. Robotingenieur Pascale Fung beweert bijvoorbeeld ‘robots met een hart en ziel’ te bouwen. In interviews vertelt ze dat haar robots een sterk empathisch vermogen hebben en menselijke taal en emoties kunnen begrijpen. Haar woordkeuze is misleidend want sociale robots hebben geen empathisch vermogen, ze simuleren empathisch vermogen. Ook begrijpen ze onze taal en emoties niet, ze simuleren dat ze onze taal en emoties begrijpen.

Robots kunnen weliswaar taal ontcijferen en produceren maar begrijpen waarom iemand verdrietig is en afwegen welke reactie je het beste kunt geven kunnen ze niet. Voor begrip en empathie heb je immers een bewustzijn nodig en die hebben robots niet. Zoveel kunnen onze robots dus nog helemaal niet.

Mensen die op machines lijken

Of computers ooit bewustzijn, empathie en redenerend vermogen bezitten wordt niet alleen bepaald door robotingenieurs en softwareontwikkelaars. Het wordt ook bepaald door onze definities van bewustzijn, empathie en redenerend vermogen. Het vakgebied van de artificiële intelligentie wordt gedomineerd door mensen die goed zijn in wiskunde maar weinig weten over menselijke intelligentie en sociale interactie.

Invloedrijke technologieën worden vooral ontwikkeld door technici die de opvatting delen dat de mens een machine is.

Het is gemakkelijk om te beweren dat robots bewustzijn, empathie en redenerend vermogen kunnen bezitten als je deze concepten uitholt. Als het aan robotingenieurs als Fung ligt is het simuleren van empathie hetzelfde als het hebben van empathie en als het aan ontwikkelaars in Silicon Valley ligt is de mens een algoritme dat we kunnen reduceren tot een aantal ‘als dit, dan dat’ patronen. Zij vinden wederhoor bij wetenschappers die onze hersenen bestuderen als een organische computer.

Het machine-ideaal van de mens reikt verder dan Silicon Valley en een paar Japanse robotingenieurs. De Quantified Self Movement is een beweging van mensen die dagelijks met allerlei apps hun lichamelijke activiteit, voeding, hartslag, bloeddruk en slaapritme meten en op basis van data-analyse beslissingen nemen. Daarin zijn ze niet uniek. Of het nou gaat om het kiezen van een studie of een nieuwe collega, de beslissingen die wij nemen besteden we op steeds meer levensterreinen uit aan algoritmes. Omdat algoritmes uitgaan van simpele ‘als dit, dan dat’ logica’s zorgen ze ervoor dat aspecten die we niet kunnen meten in vergetelheid raken. Daardoor blijven complexe vormen van menselijk gedrag, ambigue eigenschappen en gemarginaliseerde groepen buiten beeld en gaan we automatisch denken dat deze niet bij de mens horen.

De opvatting dat de mens een machine is werkt in die zin als een self-fulfilling prophecy. Neem bijvoorbeeld de opvatting dat het beroep ober zal verdwijnen omdat robots beter zijn in het rondbrengen van bestellingen. Het vak is complexer dan dat: een goede ober moet klanten op hun gemak stellen, de sfeer peilen, lichaamstaal herkennen en inspelen op onverwachte situaties. Om een serverende machine zijn werk te laten doen, moeten klanten hun gedrag op voorhand aanpassen: gestructureerde bewegingen, eenduidige gelaatsuitdrukkingen en niet per ongeluk je arm omhoog steken, anders staat er direct een machine naast je tafel om een bestelling op te nemen.

Om goed door een computer begrepen te worden, moeten mensen zich meer als een computer gaan gedragen. Op dit moment doen we dat al. Bijvoorbeeld als we overdadig articulerend onze vraag aan een computergestuurde klantenservice stellen zodat we niet voor de derde keer met de verkeerde afdeling worden verbonden.

Vaarwel menselijke intelligentie?

Terwijl we aan alle kanten bestookt worden met berichten waaruit zou blijken dat computers slimmer zijn dan mensen, hebben we niet door dat de mens steeds dommer word. Ons vermogen om te kunnen waarnemen, reflecteren en een besef te hebben van onszelf en de wereld om ons heen kalft af. Vastgelijmd aan de smartphone nemen mensen hun omgeving niet meer waar en reflecteren is er niet meer bij want de algoritmes van Google en Facebook voeden ons de hele dag met informatiestromen die ons eigen wereldbeeld op comfortabele wijze bevestigen.

Om te bepalen wat we willen eten, lezen, kopen, kijken, verzekeren, genezen, beluisteren en beminnen hoeven we niet meer zelf na te denken of een beroep te doen op onze zintuigen, we besteden het uit aan algoritmes die gebaseerd zijn op economische doelmatigheid. Zelfs wereldvrede proberen we uit te besteden aan een computer. Deze professor bouwt een vredesmachine die met vertaalsoftware miscommunicaties oplost en zo oorlogen moet voorkomen. Zijn wens is dat kapitaalkrachtige bedrijven als Google ermee aan de slag gaan.

Als we met AI sociale problemen willen oplossen moeten we kritischer kijken naar de impliciete aannames die voorafgaan aan het maakproces. De aanname dat oorlog voortkomt uit miscommunicatie klopt bijvoorbeeld niet. Oorlogen ontstaan uit conflicterende economische belangen en sociaal-economische ongelijkheden die bij uitstek door belastingontwijkende bedrijven als Google worden vergroot.

Ingenieurs kunnen de meest intelligente machines bouwen maar zolang hun werk is gebaseerd op simplistische opvattingen over onze (a)sociale mensenwereld brengt AI ons nergens. Onze menselijke intelligentie heeft het potentieel om het ontbrekende bewustzijn bij computers te compenseren en harmonieus met AI samen te werken. Op dit moment gebeurt het tegenovergestelde: we onderwerpen ons aan AI doordat we ons bewustzijn en onze menselijke intelligentie miskennen en verwaarlozen.

Mail

Siri Beerends is cultuursocioloog . Sinds ze The Truman Show gezien heeft, is ze gefascineerd door de culturele obsessie met ‘echt’ versus ‘nep’. Ze bezit een bescheiden argwaan tegenover massaal aangehangen standpunten en voelt zich prettig in de rol van advocaat van de duivel.

Kalle Wolters (1993) is een illustrator uit Groningen. Geïnspireerd door de Klare Lijn en affiches van de Russische Avant-garde ontwerpt hij posters, verpakkingen en maakt hij illustraties bij artikelen. Daarnaast maakt hij deel uit van het illustratiecollectief Knetterijs.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Geen geld maakt ook niet gelukkig

Hard//hoofd zoekt een zakelijk assistent!

Wij zoeken een enthousiaste en veelzijdige zakelijk assistent (x/v/m) die ons zakelijke team wil versterken. In deze functie krijg je de kans om ervaring op te doen met de zakelijke en organisatorische kant van een literair tijdschrift en online platform. Lees meer

Het huis in mijn hoofd

Het huis in mijn hoofd

Wat als technologie je verbeelding probeert te esthetiseren? Mina Etemad bezocht in juni, tijdens de twaalfdaagse oorlog tussen Iran en Israël, de VR-voorstelling From Dust van Michel van der Aa. ‘Het zou troostend moeten zijn, maar hoe kan ik het rijmen met de realiteit hierbuiten?’ Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

:Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Een nieuw seizoen van Maandagavonden door Nwe Tijd, dit keer ook te beluisteren bij Hard//hoofd. Met Johannes Lievens die zich – tegen wil en dank – in het feestgedruis stort, Ellis Meeusen over de voorpret, Suzanne Grotenhuis met een pleidooi voor kleine vieringen en Freek Vielen opent de avond met twee anekdotes. Lees meer

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wanneer de VVD pleit voor het bijhouden van gegevens over ‘culturele normen en waarden’ van mensen met een migratieachtergrond, over welke normen en waarden hebben ze het hier dan eigenlijk? Rocher Koendjbiharie neemt de eisen onder de loep die de politiek alleen stelt aan mensen die zichtbaar wortels elders ter wereld hebben. ‘Men wil geen vermenging van culturen en geen uitwisseling van gedachten. De echte eis is assimilatie en het afbreken van wortels.’ Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer