Onlangs las ik in een interview met een actrice die onlangs de middelbare leeftijd bereikt had, dat ze nu toch echt heel anders in het leven stond. ‘Ik ga nu zelfs wel eens wandelen!’, had ze gezegd. ‘Iets waar ik mij 15 jaar geleden suf om gelachen had. Wandelen!’. De journaliste had begrijpend geknikt.
Het was mij al eerder opgevallen, maar het schijnt behoorlijk not done te zijn om er gewoon eens lustig op los te wandelen. Althans; niet als je de pensioengerechtigde leeftijd nog niet bereikt hebt. Ikzelf bereik die leeftijd pas over 40 jaar en was niet van plan mij tot die tijd te onthouden van allerhande wandelingen omdat ik mij anders in het land der nerds schijn te begeven.
Oké, ik geef toe: er zijn grenzen. Nordic walking is echt behoorlijk wat bruggetjes te ver en hoewel ik zou proberen om iemand van 25 die met twee stokken de stad doorkruist niet te veroordelen; deze wandelvorm moet mijns inziens toch echt exclusief voor bejaarden blijven.
Nee, ik heb het over wandelen in het algemeen. En dan met name doelloos wandelen.
Het wandeltempo is niet van belang: slenteren kan helend werken, maar hardlopen doet ook wonderen voor lichaam en geest. Zo rende ik laatst door een tot voor kort voor mij redelijk onbekende buurt en zat mijn hoofd voor deze activiteit nog vol met allerlei zorgelijke gedachten; ná de verkenningstocht kwam ik met een opgeruimd gemoed en nog meer liefde voor mijn stad weer thuis. Het is niet alleen de fysieke handeling die aantrekkelijk en gezond is, doelloos wandelen haalt je ook even uit de hectiek van alledag. Voor het geestelijk welzijn is de wandelhobby dus ook zeer geschikt. Zoals analoog fotograferen ook weer helemaal terug van weggeweest is en je je juist onder de hippe vogels der aarde begeeft met je retrocamera, zo pleit ik voor een revival van de wandelkunst.
Fijn muziekje erbij, een dikke jas, verstand op nul en gaan met die benen.