Ook al is het natuurlijk veel intellectueler verantwoord in je pompeuze boekenkast enkel internationale bestsellers te hebben staan, de eigen bodem dient niet vergeten te worden. En dan heb ik het niet over ‘de Grote Vier’ of reeds alom bejubelde nieuwkomers wiens weg al van tevoren betimmerd lijkt te zijn. Per week wordt er in de krant gemiddeld slechts één Nederlands boek besproken, en die schamele aandacht moet ook nog verdeeld worden over fictie en non-fictie. Nogal logisch dat sommige goede schrijvers, ongeacht hoeveel werk ze al af hebben geleverd, geen Jehovaanse voet tussen de deur krijgen.
Onlangs las ik een boek uit deze categorie waarvan ik vind dat het niet de belangstelling krijgt die het verdient. Het betreft de roman Vuursteens vleugels van schrijver en musicoloog Elmer Schönberger. Zijn muziekkennis is verweven met de gestalte van pianostemmer Erik Vuursteen, een chagrijnige maar sarcastische binnenvetter met interessante filosofische overpeinzingen. Zijn doel is het behalen van absolute zuiverheid, al weet hij dat dat deze missie eigenlijk een vermoeiende illusie is. De bezoeken die hij brengt aan de huizen van piano-bezitters, van amateurs tot professionals, geven het milieu van deze einzelgänger veel diversiteit mee. Een zeker bezoek leidt, niet geheel onverwachts, tot een ontmoeting met een bewoner. Een jong meisje.
Zonder verder te veel te verklappen (leest u de achterklap pas aan het eind van het boek, die verklapt te veel vind ik) kan ik wel zeggen dat de twee een eigenaardige relatie ontwikkelen. Deze leidt tot ingenieuze (muziek)filosofische gedachtes en psychologische dialogen. Verwacht niet dat hemel en aarde bewogen worden; de roman gaat over de geest van de hoofdpersoon en zijn redelijk eenzijdige leven dat een vlucht maakt. Neemt niet weg dat het erg goed geschreven is en het je meevoert op vleugels gemaakt van humor en literaire, musicologische en filosofische bespiegelingen.
Elmer Schönberger - Vuursteens vleugels. 2009. Uitgeverij Meulenhoff.