“De vrouw van” is nu niet bepaald een vriendelijke omschrijving van iemand. We gaan er immers van uit dat het niet echt uitmaakt wiens geliefde je bent. Maar er zijn gevallen waarbij deze omschrijving toch lastig te omzeilen is. Zeker als de vrouw in kwestie hetzelfde beroep uitoefent als haar wederhelft, zij het wat minder succesvol.
Dat is het probleem met Siri Hustvedt, want zij schrijft prachtige boeken en is de vrouw van Paul Auster. Paul en Siri zijn in mijn dromen ondertussen verworden tot het meest symphatieke, intelligente, aantrekkelijke en erudiete koppel wat er bestaat, lekker bestsellers schrijvend in hun authentieke brownstone in Brooklyn. Ze zijn vast bevriend met vele andere schrijverskoppels, reizen veel en lezen alles wat los en vast zit. Ook elkaars werk, weet ik uit interviews, en dan hebben ze ook nog heel veel aan de feedback die ze van de ander krijgen. Vreselijk irritant eigelijk, die Paul en Siri. Maar wat een mooie boeken.
Dat Paul Auster goede boeken schrijft is natuurlijk geen nieuws meer en als je nog nooit iets van hem gelezen hebt zou je dat nu direct moeten gaan doen. Maar Siri kende ik tot vier maanden terug nog niet en nu kan ik niet meer stoppen met haar boeken te lezen. Ze schrijft zo levendig dat het lijkt alsof je overal zelf bij bent en de personages komen zo dichtbij je te staan dat je ze bijna gaat missen als je niet verder leest. Bovendien is haar oeuvre met vijf romans vrij overzichtelijk en is het altijd leuk om te kunnen zeggen dat je “alles” van een schrijver gelezen hebt. Als ik jou was zou ik beginnen met “Wat me lief was” een (bonustip!) ultiem vakantieboek. Mee in de koffer dus.