Natuurlijk ben je prima op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op taalgebied. Taal is immers een levend ding en constant in ontwikkeling. Waar je vorige week nog wegkwam met een welgemeend “Chill” is deze week wellicht “Geil” of “Lekker” meer gepast. Dit is natuurlijk gebonden aan allerlei omstandigheden. Zo kwam ik er jaren geleden achter dat veelgebezigde uitdrukkingen op mijn (Hilversumse) schoolplein van een totaal andere orde waren dan het taalgebruik op Amsterdamse schoolpleinen. Door schade en schande ben ik snel wijzer geworden en zodoende schrapte ik juweeltjes als “Kicke” en “Mals” uit m’n vocabulaire.
Maar soms kun je wel eens een beetje klaar zijn met bijhouden wat er nu weer wel en niet gezegd mag worden. Nostalgie is nog steeds hip en er is dus niks mis mee om je heil in vroeger tijden te zoeken. Begin je zinnen eens met een peinzend uitgesproken “Nochtans” en sluit opsommingen nonchalant af met “...en wat dies meer zij.” Na een middag op het terras kun je je vrienden welgemeend bedanken voor het “genoeglijk samenzijn” en je moeder complimenteren met haar kookkunst door na elke hap luid te roepen “Welk een heerlijkheid!”
Alles met mate natuurlijk en er zijn situaties denkbaar waarin archaïsch taalgebruik niet zo handig is. Natuurlijk wel tijdens speeches en dankwoorden, maar niet in sollicitatiegesprekken of je eerste ontmoeting met je schoonfamilie. Voormits (ah!) je weloverwogen te werk gaat kun je aan zulks een hoop jolijt beleven. Verkwikkend!