Van Kooten en De Bie schijnen het voor elkaar te hebben gekregen om zo’n vijftig woorden in het Dikke Van Dale te krijgen. Twee voorbeelden die ik kon achterhalen: ‘regelneef’ en ‘bescheurkalender’. Wat zouden we zonder ze moeten?
Mijn ambitieniveau ligt een stuk lager en komt bovendien niet voort uit een drang om met taal te spelen, maar uit een gevoel van gemis. Er is een aantal zaken op deze planeet waarvan je graag veel hebt. Geld voor sommigen, bijvoorbeeld. Er is een aantal zaken op deze planeet waarvan je alleen de hoogste kwaliteit wil. Een moeder, bijvoorbeeld. Kwaliteit. Kwantiteit. Voeg die zinnen nu eens samen: er is een aantal zaken op deze planeet waar je graag veel van hebt, en goed. Eten of seks bijvoorbeeld. Bij mij lukt het in de eerste categorie beter dan in de tweede.
Misschien dat het in de tweede categorie ook beter zou gaan als er een woord was voor ‘veel en goed’. Taal is vaak heel dwingend. Ik wou dat er een woord voor was. Daarom pleit ik voor intensief gebruik van het woord ‘kwantaliteit’. Het is een goed woord, waar ik geen genoeg van kan krijgen.