Een paar jaar geleden ging ik naar het Brooklyn Book Festival om te luisteren naar de schrijfster Joan Didion. Er stond een lange rij voor het theater; ik stond nog buiten toen Didion uit de taxi stapte en ondersteund door een assistente naar binnen schuifelde. Ze was niet langer dan een tienjarig kind, zo dun als een buitenaards wezen, en precies zo verschrompeld als je zou verwachten van iemand die 76 is en haar leven lang gerookt heeft. Alles aan haar ademde breekbaarheid en wegwaaiheid, maar toen ze een half uur later voor de microfoon ging staan en een essay voorlas - iets over Bush en Irak en het Hooggerechtshof - blies ze iedereen omver. Niet met de kracht van haar stem of haar gebaren, maar puur door haar argumenten en de uitgebeende precisie van haar taal.
Didion werd in 1934 in Californië geboren en heeft afwisselend in Los Angeles en New York gewoond. Ze heeft een paar goede, thriller-achtige romans geschreven (Play It As it Lays en The Last Thing He Wanted, bijvoorbeeld), maar het mooist is haar journalistieke werk. Ze heeft zelf ooit gezegd dat haar kleine, tengere verschijning haar goed van pas kwam: ze viel niet op, werd niet als een bedreiging gezien. Haar observatievermogen is echter vlijmscherp, en haar blik kritischer dan die van wie dan ook. Haar reportages zijn filosofische meditaties op de rol van woorden, taal en verhalen in persoonlijke levens en in de meer publieke politieke sfeer.
Neem een van Didions vroege en meest beroemde essays, Slouching Towards Betlehem. Ze schreef het in de jaren zestig, nadat ze wekenlang in San Francisco had rondgehangen, precies op het moment dat die stad de verzamelplek van gevluchte hippiekinderen was. "As it happens", schreef ze,
"I am still committed to the idea that the ability to think for one's self depends upon one's mastery of the language, and I am not optimistic about children who will settle for saying, to indicate that their mother and father do not live together, that they come from "a broken home." They are sixteen, fifteen, fourteen years old, younger all the time, an army of children waiting to be given the words."
Didion heeft altijd drie keer langer over de dingen nagedacht dan jij, en weet haar gedachten vervolgens zo helder en herkenbaar op papier te zetten dat je niet begrijpt waarom je de dingen zo niet eerder hebt gezien. Doodeng, maar ongelofelijk knap. Slouching Towards Bethlehem is opgenomen in een bundel met eenzelfde titel: ook sterk daarin zijn de korte, reflectieve essays On Keeping a Notebook en On Self-Respect; en Goodbye To All That, een essay over hoe het is om jong te zijn en ergens te wonen waar je altijd op het punt staat weer weg te gaan. De bundel is te te koop bij de bij de Engelstalige boekwinkel bij jou in de buurt; Goodbye To All That staat ook hier. Voor wie Didions oeuvre nog niet kent, is dit een goede plek om te beginnen; voor wie dit bij de keel grijpt, is er daarna nog meer, heel veel meer.