Uit gewoonte
bekijk ik jou
niet meer.
De omtrek die je lijf scheidt
van de werkelijkheid
staat me glashelder
zelf als ik mijn ogen sluit.
Of jij nu troebel bent
als je na jaren nog eens
naar me kijkt, kan ik niet altijd zien
Je ruikt ernaar; naar al geleefd,
dat wel.
Als ik mijn ogen maar genoeg durf sluiten,
weet ik je, mijn kleine mens
nog graag te zien. Nog even
voor ik met mijn veel te grote voeten
je veel te kleine sporen volg.