Asset 14

Nooit gedacht

Nooit gedacht dat een zwerm vogels de zon daadwerkelijk kon verduisteren. Nu het gebeurt merk ik dat het me angstig maakt. Het windt me ook op. De kwetterende zwarte wolk. Mirre schijnt er geen angst voor te hebben.
Ze zegt: "Mooi hè papa? Vissen met veren." En vraagt: "Zouden ze de regen tegenhouden, als het regent?" Zeg ik: "Die kans is groot."
"En bliksem?"
"Bliksem ook."
Nu komen de vogels niet meer bedreigend over maar juist beschermend. Ik leer van een zesjarig kind.

Heb ik aan een toog opgevangen:

Zwermen van vogels. Dat gekakel en gekwetter. Je gaat het verstaan als je op sterven ligt. Het is de stem van de dood.

Ik kijk naar Mirre die naast me op het balkon staat en de zwerm van vogels bewondert. Ik geloof dat zij de stem van het leven hoort. Geruis. Nu vooral vleugelgeruis. Het enige waar zij bang voor is, is de hond, voor zover ik weet en ik vraag: "Ben je dan niet bang voor die vogels?"
"Nee. Wat kunnen ze nou doen die vogels?"
"Pikken."
"In wormen ja."
En ze heeft gelijk.
"Waar ben je dan wel bang voor?"
"Honden en trams."
O ja. De tram. Herinner ik mij dat ze met haar voetje in de rails klemzat. Vier jaar was ze. Een tram kwam aangereden en belde alsof het daarmee vanzelf de rails schoonveegt. Tranen vloeiden over haar gezichtje. En blèren. Uit volle kracht, met wijd geopende mond. Het regende die hele dag.
"En treinen?"
"Mwa, nee. Die liggen zo laag, daar kan niks mee gebeuren."

Heb ik in een film gezien, gehoord of gedroomd.

Dat hij, een man van drieëntachtig, dacht dat hij de keel van zijn vrouw en zijn dochter had afgesneden. Van twee stukken bezemsteel, tegen de knie gebroken, had hij torso’s gemaakt. Dat wil zeggen; ze elk aan een leuning van een stoel geschroefd en aangekleed. Beeldige kleren die hij vond in een kringloopzaak. Deftige jurken voor de vrouw. Fleurige kleren voor het kind. Zo zat hij met zijn familie aan de keukentafel. Hij kookte voor ze. Die man was nooit getrouwd geweest en had geen kinderen. Soms ben ik bang dat ik verander in die man. Banger nog; dat ik hem ben.

Krijg ik te horen dat ik Mirre niet meer mag zien.

Eerst doet het me niets hoewel het alles met me zou moeten doen. Ik steek rustig een sigaret op, kijk rustig uit het raam en tik de askegel af. Hij valt op de grond. Ik heb een houten vloer. Geen ramp. Dan vraag ik mij af waarom ik Mirre niet meer mag zien. Het is mij verteld maar ik kan er met mijn gedachten niet bij dus bel ik Maria. Ze neemt niet op. Ik bel nog eens. Nu met een geheim nummer. Wordt niet opgenomen. Ik begin iets te voelen. Mijn tenen. Het is of ze verkrampen. Ze zijn koud. Dan beginnen mijn handen te trillen. Ik loop naar de keuken en trek een groot mes uit het blok. Ik omklem het. Knijp uit alle macht. Mijn handen zweten. Met het doel iets overhoop te steken wandel ik door het huis. Trap op. Trap af. Kamer in. Kamer uit. Nergens vind ik iets wat geschikt is om in te prikken. De muren zijn te hard. De matrassen te zacht. Het moet toch vlees zijn. In de vriezer ligt een hele kip herinner ik mij. Ik stop hem in de magnetron om hem te laten ontdooien. Het mes leg ik op het aanrecht. Ik bel mijn vriend Nico (de dichter). Veel kan ik hem niet uitleggen. Zegt hij: "Nou die kip zal nu wel ontdooid zijn. Zet het mes erin."
"Ja, goed Nico."
"En ik bel je vanavond nog eens."
"Goed Nico."
"En als je niet opneemt bel ik de koddebeier."
Hij gebruikt dat woord voor politie. Hij is handig met woorden. Bovendien is hij mijn beste vriend. Geloof ik nu.

Illustratie: Gemma Pauwels

Er slaat enorm veel stoom uit de magnetron als ik het deurtje open. De huid van de kip lijkt door de hitte tot leven geroepen. Met een theedoek neem ik de kip uit de magnetron. De hitte dringt door de stof in mijn handen. Met een plof laat ik de kip op het aanrechtblad vallen. Hij glibbert en kaatst tegen de tegelmuur. Er slaat nog altijd veel stoom van zijn vel. Ik neem het mes. Beweeg de kip met korte tikjes over het aanrecht tot hij goed voor mij ligt. Goed. Dat ik hem goed kan raken.

Een windmolen.

"Zo, en heeft het geholpen?" Vraagt Nico als ik naast hem aan de toog op een kruk krabbel. "…" Ik merk dat ik niets kan zeggen. De woorden raken bekneld in mijn keel. Tranen wellen op. Tenslotte pers ik de woorden rauw uit. "Ik geloof van wel."
"Mooi zo." Slaat Nico mij op mijn rug om de weg voor nieuwe, andere woorden vrij te maken.
"Wat zou jij doen in mijn geval?"
"Geen idee. Ik ben niet bekend met jouw geval."
"En met de emotie?"
"Het overhoop willen steken van zacht vlees?"
"Ja."
"Geen idee." En hij bestelt twee kopstootjes. "Misschien kom ik er later op. Laten we proosten," hij aarzelt, "op het drinken."
We klinken de glazen, nemen een slok bier en legen uiterst voorzichtig de Jonge achter in de keel.
"Hoe voelt dat?"
"Goed Nico."
"Dat dacht ik." En hij wenkt de barjuffrouw en laat haar de glaasjes bijvullen. Hij kijkt mij voor een tijdje aan zonder adem te halen. Dan ademt hij vlot uit en vraagt: "Jongen, hoe lang kennen wij elkaar nu al?" Dit is zijn manier om een verhaal in te leiden dus ik geef geen antwoord en luister.

"Reed ik door de polder. Echt een grauwe dag. Het regende niet. Dat vind ik erg aan grauwe dagen. Er hangt alleen maar grijs in de lucht en dat grijs ruikt naar een leeg koekblik dat al een halve eeuw onderin een keukenkast ligt. Naar leegte dus. Leegte ruikt naar metaal en koekkruimels. Goed. En in de polder ligt het er zo dik bovenop; die grauwe lucht boven op de wazige akkers. Er rijden tussen drie en vier uur ’s middags geen auto’s. Je bent alleen. Helemaal alleen. En ik zag het niet meer zitten. Ik werd er zo verdrietig dat ik ineens sympathie begon te krijgen voor een windmolen die in een van de akkers stond. Zo alleen in de wind, te draaien. Zo alleen. En veel verderop, in de grijze lucht; een kloon van zichzelf. Ik besloot er naar toe te rijden. Ik stapte uit en rook de metalige lucht van oude koekkruimels. Ik liep het laatste stukje naar de windmolen. Wat was hij groot. Zo groot en zo alleen. Ik stapte op het betonnen voetstuk waarmee hij in de aarde staat en ik betastte hem. Ik wilde mijn armen om hem heenslaan. Maar hij was veel te groot. Toch deed ik een poging om hem te omhelzen en ik drukte mijn wang en mijn oor tegen zijn metalen harnas. Wat ik hoorde zal ik nooit meer vergeten. Ik hoorde hem huilen. Een hoog slepend huilen. Zoals de wind kan huilen maar dan met een veel koudere stem. Een ijzeren stem."

Nico gaat naast zijn kruk staan en begint het geluid in alle ernst met oe-klanken in zijn lege bierglas na te bootsen. Hij sluit zijn verhaal af met de woorden: "Ik heb te maken met een ander soort verdriet dan jij. Ik heb geen vrouw. Ik heb geen kinderen. Dan krijg je al snel te maken met het verdriet dat windmolens in je opwekken. Ik kan daar heel treurig van worden. Maar een emotie, een drang om zacht vlees overhoop te steken. Dat nooit. Dat komt nooit bij mij op."

Probeer ik even niet aan Mirre te denken.

En dat lukt vrij goed.

--

Dit is een gastbijdrage van Martijn den Ouden. Martijn is dichter en kunstenaar, maar proza schrijft hij ook graag.

Mail

Gemma Pauwels is freelance illustrator en woont in Amsterdam.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Als de bodem niet dragen kan

Als de bodem niet dragen kan

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer