Gijs van Maanen bezocht Micha Wertheims voorstelling 'Voor alle duidelijkheid' en constateerde dat die stond als een huis. Maar juist een scheurtje in een van de muren had de verbeelding van het publiek kunnen prikkelen, betoogt hij.
In Micha Wertheims voorstelling Voor alle duidelijkheid staat een muur centraal. Of beter gezegd: frontaal op het podium. Het decor bestaat uit niet veel meer dan een stoel en een door twee bouwlampen verlichte blinde muur die een klein reepje podium overlaat waarop Wertheim zich twee uur druk maakt over de samenleving. Ondanks aandacht voor thema’s als het klimaat en frauderende banken benadrukt Wertheim dat hij geen geëngageerde voorstelling heeft gemaakt. Integendeel: zijn verhaal heeft geen diepere boodschap. Indien Wertheim hier gelijk in zou hebben zou het stuk niet de gebruikelijke vijf sterren verdienen die een recensent doorgaans reserveert voor een scherpe en actuele voorstelling.
Wat blijft er nog over om te leren kennen, als je niet alleen weet wat er allemaal was maar ook wat er zal zijn?
Toch was het weer raak: alleen maar lovende recensies. Op een recensie in De Groene Amsterdammer na, waarin Dick Zijp constateert dat de voorstelling zo strak in elkaar steekt dat er weinig voor de verbeelding van het publiek overblijft.
Wertheim noemt de historicus Yuval Noah Harari die in zijn boeken in sneltreinvaart de geschiedenis en toekomst van de mensheid doorloopt. Van geschiedenis tot vrije wil, van wetenschap tot mensenrechten, en van religie tot data, Harari weet alles en geen enkele discipline is hem onbekend. Wertheim verwondert zich hierover. Hoe kan één persoon vrijwel de gehele verzameling van menselijke kennis tot zich nemen? En wat blijft er nog over om te leren kennen, als je niet alleen weet wat er allemaal was maar ook wat er zal zijn? Niet alleen wereldberoemde historici hebben soms de neiging de wereld in een allesverklarend en voorspellend kader te plaatsen. Denk bijvoorbeeld aan kunstliefhebbers die in één blik weten wie een schilderij heeft gemaakt, om vervolgens direct door te lopen naar het volgende werk. Met hun kennis hebben de kunstliefhebber en ook Harari muren opgebouwd die hen hun zicht ontnemen, of op zijn minst, beperken. Iedereen heeft in meer of mindere mate dergelijke muren van kennis nodig om zich uit de voeten te maken in de wereld. Het probleem, met epistemologische murenmetselaars als Harari, is dat vragen en kritiek op hun verhaal geen grip krijgen. Het enige wat je kan doen is hun bouwsels accepteren of hoofdschuddend de andere kant opkijken. De muur staat en zal ook blijven staan, wie of wat daar ook iets van vindt. De vraag is echter in hoeverre Wertheim ons, als publiek, of hemzelf als theatermaker, nog wel enige ruimte biedt.
In Bret Easton Ellis’ Less than Zero antwoordt een drugsdealend rijkeluiskind op de vraag wat hij niet heeft in zijn leven dat hij niets te verliezen heeft. Juist de reden dat we doorgaans wel iets te verliezen hebben dwingt ons om ons handelen af te stemmen op dat van anderen, om zo het daadwerkelijke verlies voor te zijn. Wertheim is zich hier ook van bewust en besteedt meerdere malen expliciet aandacht aan het belang van het vallen, verdwalen en niet-weten. Maar juist door deze explicatie voorkomt hij een val of dwaling in zijn eigen show. Niet voor niets kopte De Volkskrant dat hij het publiek in een ‘gedenkwaardige houdgreep’ hield. De ver op het podium geplaatste muur versterkt dit effect alleen maar en het publiek rest niets anders dan het ondergaan van Wertheims ‘hele lange gesprek’. Voor kijkers die nog niet geheel zijn doordrongen van het paradoxale karakter van het moderne bestaan kan het prettig zijn om daar door Wertheim op slimme wijze mee te worden geconfronteerd.
Wertheim weet dat ik weet dat Wertheim weet hoe het zit in de wereld.
Ikzelf had de roep om een herwaardering van de imperfectie al wel eerder gehoord en kon daardoor weinig met zijn hermetisch opgebouwde betoog. Uiteraard is dat deels Wertheims doel en versterkt dat enkel zijn houdgreep op het publiek. Het jammere is dat elke vorm van interactie hierdoor de kop wordt ingedrukt. Wertheim weet hoe het zit in de wereld. Ik weet dat Wertheim weet hoe het zit in de wereld en Wertheim weet dat ik weet dat Wertheim weet hoe het zit in de wereld... The end.
Het had hem gesierd ruimte te laten voor een kleine opening in de muur die zijn betoog was. Decortechnisch had een scheurtje (ik noem maar wat) in de fysieke muur al enorm geholpen. In de voorstelling die ik in Delft bijwoonde was hiertoe al een poging gedaan. Boven de muur wiegde zachtjes het groen van enkele daarachter opgestelde planten heen en weer. De planten waren het bewijs van het bestaan van een andere nog onontdekte wereld buiten die van Wertheim. En hoewel hij neus-muur eindigde in de versie die recentelijk door de NPO werd uitgezonden, struikelde hij in Delft die wereld in via een deurtje. Hoe deze opening en val door de muur zich verhield tot Wertheim—als almachtige manipulator—en het publiek—als passieve toehoorder—, bleef helaas onbesproken. En dat is jammer, met name gezien Wertheims les dat samen vallen in het leven, oneindig veel makkelijker is dan alleen.