Ook Anna is terug van vakantie en ze schrijft dit seizoen weer elke maand een kort verhaal aan de hand van een oproep in de Albert Heijn. Doe je mee? Mail haar een duidelijke foto van een bijzondere oproep en wie weet verwerkt zij hem in een van haar verhalen.
Op een avond in het najaar viel het Peter op, voor het eerst. Terwijl hij van het station naar huis liep, rond half zeven, voorzichtig zodat de natte blaadjes zijn nette schoenen niet vies zouden maken, brandde er licht. In bijna alle huizen brandde licht, de anderen leken onbewoond of misschien spookte het er.
Sommige lampen herkende hij, die had hij zelf ook of zijn vrienden, maar die woonden niet in de buurt. Hij zag keukentafels met lage grote lampen erboven, alsof de tafel werd verhoord. Hij zag roosters van zwemlessen hangen op koelkasten, hij zag ontbijtbordjes op aanrechten staan, hij zag mensen in pannen roeren of op de bank zitten. Sommigen dronken wijn. Hij zag hoeveel spullen ze hadden. Dingen waarvan hij niet eens wist dat ze bestonden. Keukenapparatuur, kinderspeeldingen, elektronica. Hij zag snoeren, post en fruitmanden.
Als hij ergens te lang stilstond, kreeg hij een bepaald soort blik van de mensen die binnen in het licht woonden, een geïrriteerde en bange blik. De eerste keer dat het gebeurde hief hij zijn hand verontschuldigend, maar mensen bleken een zwaaiende man buiten voor het raam nog veel enger te vinden. Daarna wendde hij zijn blik af, keek naar zijn natte schoenen en liep door naar de volgende poppenkast, waar het mannetje het vrouwtje een kus gaf en het kindje een tekening maakte, het puntje van haar tong tussen haar lippen.
Peter dacht dat de wereld niet van reclames is gemaakt. Maar nadat hij voor zijn eigen huis had gestaan, aan de overkant van de straat om zijn donkere etage de bekijken, realiseerde hij zich dat zijn wereld niet van reclames is gemaakt. Andere mensen, dacht Peter, leven in Ikea-folders. Andere mensen proosten ’s avonds met een goed glas wijn.
Het was die avond dat Peter besloot dat er iets moest veranderen. Hij belde zijn moeder. Haar vriend nam op. Zijn moeder was op een EHBO-cursus, haar vriend wist ook niet waarom. Het was een beginnerscursus, de eerste les. Peter wist dat er haast was. Hij stapte in de auto en een kleine drie kwartier later zat hij in een fluorescerend geel hesje met reflectiestrepen gehurkt naast een plastic pop, die zijn moeder probeerde te reanimeren. Hij vertrouwde zijn moeder. Tussen het tellen, de mond-op-mondbeademing en de hartmassage door luisterde ze naar hem. Hij vertelde haar over de fruitschalen, de planten, de pruttelende pannen op het fornuis. Zijn moeder kon goed dingen tegelijk. Ze had haar vriend ook een tijdje tegelijk met zijn vader gehad.
Peter had nooit lichtzinnig beslissingen kunnen nemen. Sterker nog, hij had nooit beslissingen kunnen nemen. Met Fiona, zijn vorige vriendin, de enige die echt telde, had hij daar vaak ruzie om gemaakt. “Weet ik niet”, was Peters antwoord. Op alles. Fiona had veel vragen: of hij kinderen wilde en hoeveel, of hij wilde trouwen en wanneer, of ze wel gelukkig was met haar baan of niet. Door met zijn moeder te praten had Peter zijn onwetendheid beter onder woorden kunnen brengen. “Ik weet niet hoe het is om kinderen te hebben, dus ik weet niet of ik het wil”, had hij gezegd. Waarop Fiona probeerde uit te leggen dat zij in ieder geval wist dat ze wilde weten hoe het is om kinderen te hebben, een uitleg die Peter dusdanig in de war bracht, dat hij het ter plekke en tot ieders verbazing uitmaakte.
“Jij moet”, hijgde zijn moeder in de adempauzes tussen haar geblaas en getel, “een huisdier nemen!” Eenmaal thuisgekomen, een EHBO-certificaat op zak, maakte Peter op het bureaublad van zijn computer een Word-bestand aan, dat hij ‘huisdier.doc’ noemde. Hij had gelezen over beslissingen. Eerst moest hij alle opties op een rij krijgen.
Het duurde drie avonden voordat Peter zijn lijst compleet had. Ook de huisdieren waar hij niks van moest hebben, zoals een wandelende tak of een fret, mochten niet op de lijst ontbreken. Hij wilde deze overweging zorgvuldig nemen. Avond vier besteedde hij aan het zoeken naar de doorstreep-functie in Word.
Een half jaar later wist hij wat er aan zijn geluk ontbrak. Van zijn moeder mocht hij niet op één paard wedden. Dat was een uitdrukking, zei ze, want het paard had hij al de eerste week doorgestreept. De twee laatst overgebleven opties zette hij op het kaartje van de Albert Heijn. Hij hoopte op een kat, maar met een slang zou hij ook blij zijn. Dan brandde ’s avonds in ieder geval het licht van het terrarium als hij thuiskwam.