Illustratie: Aart-Jan Venema
Er is flink om je gelachen, misschien zijn daar nog foto's van.
Je bracht altijd dingen mee, keek goed rond om te vertellen:
Er wordt daar geslacht zó waar je bij staat.
Ongelooflijk lieve mensen.
De vergezichten zijn adembenemend.
Totaal krankzinnig, beesten zijn het.
Lol gehad, dat wel.
Ik bleek verzeild in een speelpaleis waar ik niet meer uit werd teruggeroepen.
Eerst betekende dat gewoon een naam op een muur schrijven, in een hek klimmen.
Ergens voor kiezen en spijt krijgen.
Op een nieuwe plek slapen, later nog eens. Toch nog eens.
Iets meenemen voor iemand.
Ik besloot bij jou in bed te blijven tot mijn benen weer behaard waren.
En dat vertelde ik dan aan iemand. Zulke dingen.
Dat ik me ongemakkelijk voelde bij het zien van een verlichte verdieping.
Ergens wakker werd en de taal niet meer sprak.
Wel leek het erop dat veel mensen mij plots begrepen.
Niet veel later bleek toch weer van niet.
Nee, sorry.
Ook daar zijn gevoelens voor.
Ik kijk naar de spullen die jij verzameld hebt.
Misschien sta ik ook nog ergens op.