Asset 14

Je wordt niet thuisgebracht

Je wordt niet thuisgebracht

Iemand zit op vrijdagavond in de zandbak bij haar oude basisschool, met een fles wodka en twee bekertjes in haar rugtas. Wie is zij en waar wacht ze op? Een kort verhaal over Passoã, natte patat op de grond van het zwembad, ontsnappingsplannen en verlangens die schuren als zand.

Op vrijdagavond zit ik in de zandbak. Of eigenlijk op de betonnen rand, in het donker, met een fles wodka en twee bekertjes in mijn rugtas. De zandbak staat op het terrein van mijn oude basisschool. Bijna alles is nog hetzelfde. Alleen de nieuwe bijgebouwtjes verraden dat er tijd is verstreken. De school is gegroeid als de legokunstwerken die we vroeger maakten: rommelig, met muren in verschillende kleuren, hoeken die net niet op elkaar passen.

Ik ben te vroeg, het is nog lang geen twaalf uur. Om de tijd te doden maak ik met mijn handen een bult in het zand.

Ineens hoor ik stemmen bij het hek en ik veer op. Het gelach van twee tienermeisjes. Ik laat me op het zand vallen, verstop me achter de betonnen rand, waar de geur van kattenpoep het sterkst is.

Ik hoor de meisjes over het hek klimmen en dichterbij komen.

Een tas wordt opengeritst, ik gluur over de rand. De meisjes zitten op het bankje onder de lantaarnpaal, een paar meter verderop, met uitzicht op de zandbak. Een van hen maakt een fles wijn open en ze nemen om de beurt een slok.

‘Ze vindt je sowieso leuk,’ zegt het ene meisje.

‘Denk je?’ vraagt het andere.

*

Marcelle was jarig en we gingen zwemmen in het subtropisch zwembad. Haar vader lag op een ligbed een boek te lezen. Marcelle had een gouden badpak aan en ging rond met de uitdeelzak chips. Ik koos paprika en ik keek naar T. Hij grabbelde, ik hoopte dat hij hetzelfde zou pakken, maar hij nam naturel.

‘Die vind ik ook het lekkerst,’ zei Marcelle tegen T. Ze pakte eenzelfde zakje en ging naast hem zitten op de lege witte plastic stoel die ik ook had gezien.

Na de chips gingen we van de glijbaan. We maakten een opstopping, T ging eerst en daarna ik. Terwijl we ons vastklemden in de glijbaan voelde ik zijn natte huid tegen de mijne.

‘Daar komt Gio!’ riep hij vlak voor Gio tegen mij opbotste en onze opstopping een meter naar beneden gleed. Het water verzamelde zich achter onze lijven. Marcelle kwam gillend op ons af, het water golfde over ons heen terwijl we met z’n vieren naar beneden gleden. Met een plons belandden we in het bad. Ik voelde een voet tegen mijn neus en toen was er heel veel bloed.

‘Gaat het?’ vroeg T. Hij pakte me bij mijn middel en begeleidde me uit het water.

Marcelle riep: ‘Kom, we gaan in het bubbelbad!’

‘Ze heeft een bloedneus,’ zei T en samen liepen we naar de badjuf.

De badjuf bracht me naar de meisjes-wc. T mocht niet mee naar binnen en er lag natte patat op de grond. Ik moest mijn gezicht spoelen en een prop papier in mijn neus doen, terwijl de badjuf in het botje van mijn neus kneep.

Ik zag voor me hoe T terugging naar Marcelle, hoe ze samen in het bubbelbad zaten en hun knieën elkaar onder water raakten.

‘Dat is schrikken, hè,’ zei de badjuf.

Ik knikte.

Toen het bloeden eindelijk was gestopt, liep ik naar de uitgang van de wc’s. Bij de deur stond T op me te wachten.

*

Het zand is koud en de meisjes met de wijn lachen. Ik lig op mijn buik achter de betonnen rand. Ik denk aan mijn moeder, die een kilometer verderop in mijn ouderlijk huis tv kijkt met mijn vader, ze kijken altijd tv op vrijdagavond. Wat zou ze zeggen als ze wist dat ik hier was, maar niet langskwam

Toen ik de autosleutels pakte, vroeg mijn vriend: ‘Waar ga je naartoe?’

En ik antwoordde: ‘Naar mijn ouders.’

Alexei keek niet op van zijn telefoon en wenste me veel plezier.

Ik trek mijn capuchon over mijn hoofd en rol op mijn rug. Er zijn geen sterren vanavond en de wolken beloven regen.

Met mijn hand bedek ik het scherm van mijn telefoon zodat de meisjes op het bankje me niet zien. Het is bijna twaalf uur. Geen berichtjes. Geen gemiste oproepen.

Ik twijfel wat ik moet doen. Wachten tot de meisjes vertrekken. Of tevoorschijn komen met een dom excuus. Vragen of ze weggaan, omdat ik op iemand wacht.

*

We vierden de laatste schooldag van de basisschool. Gio’s ouders hadden een garage met een oude bank en een paar stoelen. Gio had zijn stereotoren ernaartoe gesleept en aan het plafond hing een discobal waardoor het net een echt feest was.

Ik danste met de andere meisjes op Britney en de jongens zaten aan de kant. Gio had een fles rum meegesmokkeld uit het huis. Hij schonk plastic bekertjes vol en goot er cola bij.

Terwijl ik meezong met de muziek dacht ik aan wat er na de zomervakantie zou gebeuren, hoe de klas zich zou verspreiden over verschillende scholen, en ik hoopte dat we vrienden zouden blijven.

‘Met wie wil jij tongen?’ riep Marcelle in mijn oor.

Ik keek naar de jongens aan de kant. Marcelle gebaarde veelbetekenend naar Erik, die als enige zonder plastic bekertje zat. In de klas rook Erik vaak naar kaasjes.

Marcelle pakte T bij zijn hand en trok hem overeind, maar hij wilde niet dansen. Hij ging weer zitten en even keek hij mijn kant op. Marcelle duwde Erik opzij en ging naast T op de bank zitten. Ze had de scheiding tussen de jongens en de meisjes doorbroken en beide groepen keken afwachtend naar elkaar om te zien wat er nu zou gebeuren.

Een van de meisjes ging op Gio’s schoot zitten en al snel werden meer jongensschoten gevuld. Er waren er nog een paar vrij, maar het werd steeds warmer in de garage en ik liep door de deur naar de tuin.

Ik keek naar de vissen in de vijver, ze zwommen door straaltjes maanlicht en ik bedacht een ontsnappingsplan. Via de deur van de garage, langs de nieuwgevormde stelletjes, naar het halletje waar mijn jas aan de kapstok hing.

‘Hey,’ klonk het achter me

T kwam naast me staan en keek ook naar de vissen.

‘Waar is Marcelle?’ vroeg ik.

‘Binnen.’

Ik knikte.

Hij pakte mijn hand, een beetje onhandig, maar hij deed het wel. ‘Ben je er klaar voor?’ vroeg hij.

Ik keek hem aan.

‘De middelbare.’

Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik denk het.’

Hij had dezelfde blik in zijn ogen als de eerste keer dat ik hem zag, toen hij mijn emmer omschopte in de zandbak naast de school, en ineens was hij heel dichtbij.

*

‘Weet je wie het laatst hebben gedaan?’ vraagt het ene meisje.

Het is twaalf uur. Als ik zichtbaar wil zijn moet ik overeind komen, maar ik wil de meisjes niet laten schrikken.

Ik heb ook vaak op dat bankje gezeten, met Veera en een fles Passoã. Vooral in het laatste jaar van de middelbare school zaten we hier vaak. We smeedden plannen voor de toekomst, zonder dat we door hadden hoe moeilijk die uit te voeren zouden zijn, omdat ik in de stad zou gaan wonen en zij hier bleef.

In het begin ging ik elk weekend naar mijn ouders. Daarna elke twee weken. En toen ontmoette ik Alexei en ging ik nog maar eens per kwartaal.

Ik kijk op mijn telefoon. Geen berichtjes. Alexei weet niet dat het me opvalt hoe vaak hij moet ‘overwerken’ sinds hij die nieuwe collega heeft. Hij weet ook niet dat ik weer ben begonnen met de pil.

Ik hoor hoe iemand over het hek klimt. Mijn hart hoort het ook en ik gluur weer over de rand. Een figuur loopt over het schoolplein. Ik hou mijn adem in, hopend dat hij mijn kant op komt, tot hij de meisjes begroet en naast ze op het bankje gaat zitten.

Zo stil mogelijk haal ik de fles wodka uit mijn rugtas en ik neem een slok.

*

Veera en ik vierden dat we onze diploma’s hadden gehaald. We zaten met een grote groep in de tuin van Veera’s ouders. Ze woonde aan het einde van een doodlopende straat en haar ouders waren een weekend weg.

Ik gooide een blok hout op de vuurkorf en keek hoe het knetterde. Ik dacht aan de kamer in de stad die op me wachtte en de kleur verf die ik nog moest kiezen voor de muren.

Veera kwam naast me staan en fluisterde: ‘Wow, wie is dat?’

Ik draaide me om en keek naar T. Hij knikte naar me en zette een fles wodka in de regenton waar we de drank in koelden.

De afgelopen jaren had ik hem weinig gezien. Telkens als onze levens even langs elkaar heen schuurden bleef er een plaatje in mijn hoofd kleven: hoe zijn sjaal wapperde toen hij langsfietste in het winkelcentrum, die avond dat we naar elkaar zwaaiden in de bioscoop, en die ene keer dat we deden alsof we elkaar niet kenden in de kroeg.

Hij was langer geworden, zijn haar hing nonchalant over zijn voorhoofd, en hij begon steeds meer te lijken op de mannen in de tijdschriften.

‘Ik ben benieuwd met wie hij is meegekomen,’ zei Veera.

Ik voelde een arm om mijn middel. Mijn wang werd gekust. ‘Hey schat.’ Het was mijn scharrel die niet knap was maar wel grappig.

Ik kuste hem op zijn mond en keek met één oog of T het zag.

‘Ik ga een biertje halen,’ zei ik en ik liep naar de regenton.

‘Hoe gaat het?’ vroeg T.

‘Goed. Ben je ook geslaagd?’

T schonk wodka in een beker en knikte.

‘Gefeliciteerd,’ zei ik.

Ik vroeg hem of hij een bieropener had voor mijn flesje en hij zei: ‘In de keuken. Ik loop wel even mee.’

In de keuken leunde hij tegen het aanrecht en keek geamuseerd toe hoe ik het biertje probeerde te openen. De dop zat vaster dan normaal.

‘Hier, laat mij maar even,’ zei hij, maar ik zei: ‘Nee, ik kan het zelf.’ En zo raakten onze handen elkaar en daarna onze monden.

Hij trok zich terug. ‘Wow, eh… nee.’

Ik zei: ‘Sorry.’

‘Ga jij niet met die ene gast?’

‘Soort van, een beetje, niet helemaal,’ zei ik.

‘Ik ben nu met Marcelle,’ zei hij.  

*

‘Zullen we een zandkasteel bouwen?’ roept een van de meisjes.

Ik hou mijn adem in.

‘De wijn is op,’ antwoordt het andere meisje.

‘Laten we gaan,’ zegt de jongen en ik hoor geklauter over het hek. Ik gluur over het randje of ze echt weg zijn en sta dan op. Ik veeg het zand van mijn jas en ga weer op de rand van de zandbak zitten. Ik hoop dat ik niet te erg naar kattenpoep ruik.

Het eerste wat me opviel toen ik thuis op mijn laptop het profiel van Marcelle bekeek, was dat ze duidelijk een moeder was geworden. Ze had drie kinderen gebaard in de tijd dat ik samen met Alexei van feestje naar feestje en van reisje naar reisje had geleefd. Op elke foto met haar gezin had ze haar arm om T’s middel geslagen en er stonden teksten onder als: ‘Where life begins and love never ends.’ Op sommige foto’s lachte T, op sommige niet. Zijn weelderige-lokken-dagen lagen achter hem, maar hij was nog steeds tijdschriftwaardig.

Ik opende het chatvenster. Ik vroeg me af hoe laat Alexei thuis zou komen van het overwerken en ik typte: ‘Hoi, hoe gaat het? Lang geleden.’

Binnen vier minuten stuurde T terug: ‘Hey, zeker lang geleden. Gaat goed, met jou?’

Ik vertelde hem wat er allemaal was gebeurd sinds ik naar de stad was verhuisd, over mijn studie en de reizen, en hij vertelde over zijn kinderen en zijn werk. Ik zei niets over Alexei en hij zei weinig over Marcelle, behalve dat ze als kapster werkte bij de salon waar ik vroeger ook mijn haar liet knippen. Hij wist nog verrassend veel van onze schooltijd. De namen van juffen en meesters, de schoolreisjes en feestjes. Soms noemde hij me ‘lekkerding’ en hij typte steeds vaker een knipoog aan het einde van de zin.

Later vertelde ik Alexei dat ik contact had met een oude vriendin. Hij zei alleen: ‘Ah, oké.’

Het was T’s idee om af te spreken. Het was mijn idee om het in de zandbak naast de school te doen. Waar het allemaal begon. Hij zei: ‘Haha leuk.’ En ondertussen zocht ik de woningprijzen op, de huizen waren hier een stuk goedkoper dan in de stad. Ze hadden ook veel slaapkamers, genoeg voor een kind of drie. Misschien zelfs vier.

Het is bijna een uur ‘s nachts. Het begint te regenen en ik ril een beetje. Ik pak mijn telefoon, druppels vallen op het scherm en ik typ: ‘Waar ben je?’

Mail

Roddia Rumahloine schrijft verhalen, essays en gedichten. Haar teksten verschenen o.a. bij Tijdschrift Ei, De Optimist en Kluger Hans. In 2020 was ze medeoprichter/redacteur van virusverhalen.nl. Ze woont in Amsterdam, rondde daar de masters Film Studies en Literatuurwetenschap af en studeerde Proza aan de Schrijversvakschool.

Natasja Mortier is illustrator. Ze maakt groezelige tekeningen van dingen die haar storen – zo storen ze minder.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Ik was elf

Ik was elf

In dit verhaal onderzoekt Jochum Veenstra waar de grens tussen fictie en werkelijkheid ligt voor kinderen. En tot welk punt kan je als ouder je zoon beschermen? Lees meer

 1

De zee

Mariska Kleinhoonte van Os schrijft met groot mededogen en rauwe eerlijkheid over degenen die tussen de mazen van het net en de mazen van de wet vallen, in de verhalenbundel 'Tussen de mazen' die op 14 februari verschijnt. Op onze site lees je alvast een voorpublicatie. Lees meer

De rattenkoning

De rattenkoning

Een schoolreis naar Praag klinkt als een feestelijke afsluiting van de middelbare school: slapeloze busritten, sigaretten in de schaduw van kasteelparken en stiekeme plannen om absint te drinken in hotelkamers. Maar in dit verhaal van Nick De Weerdt eindigt de reis voor een onafscheidelijke vriendinnengroep met een onverwachte confrontatie: de rattenkoning. Lees meer

Even zweven de levende wezens

Even zweven de levende wezens

Voor Hard//hoofd dicht Pim te Bokkel over de verschillende facetten van water: de kalmte en geborgenheid ervan, of juist de dreigende weidsheid. Dit is een voorpublicatie uit de bundel 'Even zweven de levende wezens' die op 16 januari bij uitgeverij Wereldbibliotheek verschijnt. Lees meer

Een echte vis

Een echte vis

In dit verhaal van Maartje Franken dreigt er meer dan alleen een storm. Kinderen gaan op zomervakantie in de regen, ontdekken een verzonken stad en proberen te documenteren zoals Bear Grylls. Lees meer

Lichamen en monden

Lichamen en monden

Hoelang blijf je toekijken? Wanneer dondert alles in elkaar? Waar zit de zwakke plek van passiviteit? Pieter van de Walle neemt je in dit kortverhaal mee als apathische visverzorger in een Berlijns aquarium. Lees meer

De Groep

De Groep

'Ik ben Jane en Kevin is een lul die te veel ruimte inneemt.' Amal Akbour schreef een verhaal over Jane, een narcistische jonge vrouw die voor het eerst deelneemt aan groepstherapie. Dit is een voorpublicatie van het verhaal dat Amal schreef als onderdeel van het Veerhuis Talentenprogramma. Lees meer

Auto Draft

Rooilijnen

Rik Sprenkels schrijft (als dichter en medewerker bij het Kadaster) over de beleidsregels achter de openbare ruimte: voor de gewone sterveling zijn ze onzichtbaar, terwijl ze wel veel invloed hebben op hoe hun wereld werkt en eruitziet. Lees meer

Verboden toegang 8

Verboden toegang

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In woord én beeld dicht Maaike Rijntjes over iemand die terugkeert naar het bungalowpark waar die opgroeide. Lees meer

Momentum

Momentum

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Sanne Lolkema dicht op drie levels over de prestatiemaatschappij: van micro-, naar macro- en mesoniveau. Lees meer

Herkauwen

Herkauwen

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Tussen ongemak en walging in dicht Moni Zwitserloot over zowel baren als geboren worden: 'je kruipt uit je dode vel / naar buiten / de broeierige nacht in'. Lees meer

Podiumgeil

Podiumgeil

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Birsu Tamer schreef een tekst voor een acteur die als het monster van Frankenstein diens publiek bespeelt. Lees meer

Handleiding

Handleiding

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In 'Handleiding' schrijft Ettie Edens over eenzaamheid, identiteit en gezien willen worden - en over iemand die een muur van haar kamer verft en daar zo in doorslaat dat ze in de kamer verdwijnt. Lees meer

De serre

De serre

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Johanna Loman schreef een verhaal over een jonge vrouw op een klimaatprotest: Wat als je wel moreel besef hebt, maar liever je kop in het zand steekt? Lees meer

Hertenkalf 2

Hertenkalf

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Tessa van Rooijen dicht in dit vierluik over het aangaan van verbindingen en het dragen van een dood hertenkalf: 'jongens is het sexy om een dood hertenkalf in je lichaam te hebben?' Lees meer

De tondeuse

De tondeuse

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Jana Flekken legt in fragmenten de band en rolverdeling tussen ouders en hun kind vast, en hoe die verandert wanneer een van de ouders ziek wordt. Lees meer

Mijn huid een rekbare grens (Frontaal)

Mijn huid een rekbare grens

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In dit drieluik bevraagt Isa/Isa Bob van Rooy de kaders die er gesteld zijn rondom onze natuurlijke wereld. Bestaat er eigenlijk wel een verschil tussen zelf en natuur, of tussen plant en organisme? Lees meer

Whisper Heart, The Movie

Whisper Heart: the movie

Hoe ver ga jij voor De Ware? Anne Sikma onderzoekt in dit bloedstollende verhaal de grenzen op tussen fictie en realiteit. Ben je er klaar voor? Lees meer

Voorland

Voorland

Hoe ga je om met de grote kans dat je, net als vele vrouwen in je familie, jongdementie zal krijgen? Yanaika Zomer bereidt zich voor in de vorm van een gedicht. Lees meer

Doorlaatbaar 1

Doorlaatbaar

Een jonge vrouw is mantelzorger voor haar moeder. Dit verhaal van Siska van Daele beschrijft de grens tussen hun binnen- en buitenwereld: binnen lijkt de tijd stil te staan, terwijl buiten alles doorraast. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer