De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Jules Roosenboom ziet dat het Marokkanendebat weer van voor af aan begint. Alsof Johan Derksen iets geheel nieuws te berden brengt.
Het zal niemand ontgaan zijn: voetbalcommentator en co-presentator van het lach-of-ik-schiet programma Voetbal International, Johan Derksen, meende vorige week dat een teveel aan Marokkaanse leden slecht is voor een voetbalclub. Ook Derksen zet zijn eerste schreden in de moderne wereld en constateert dat de frisse, Hollandse koppen in sommige windstreken vervangen zijn door jonge Marokkaanse koppen. Ze eten tijdens de ramadan niet genoeg en douchen allemaal met hun broek aan. Beide rituelen lijken mij hoogst onhandig, maar iedereen is vrij om zijn eigen ongerief te kiezen. Derksen ziet het echter als een symptoom van een groter probleem: de teloorgang van ‘onze’ voetbalclubs door het verlies van eigenheid.
Ik verwachtte, mogelijk naïef, dat deze discussie wel zou overwaaien. Het onderwerp hebben we immers al tot in den treure besproken. Tot mijn grote verbazing werd het de talk of the town. Als een stel dronken tempeliers in een dolgedraaide tredmolen begon de discussie over integratie en het behouden van eigen cultuur van voor af aan. Derksen werd op de collectieve schouders gehesen en gefêteerd omdat hij ‘zegt wat niet gezegd mag worden.’ Hij verdedigt het vrije woord dat door linkse goedpraters, grachtengordelbewoners en elites wordt bedreigd. Niemand leek zich af te vragen of we dit al eens eerder hebben gedaan en of dit verontrustend lange déjà vu geen symptoom is van een flinke hersentumor.
Het is een hoogst vervelende discussie geworden. Alles is gezegd, door iedereen, in allerlei bewoordingen, en wat meer is: het is grotendeels onzin. Hoezo mag ‘het’ niet gezegd worden? Als er een groep in Nederland beschimpt, gekleineerd en getreiterd is de afgelopen 15 jaar, dan is het de Marokkaanse gemeenschap wel. Vanaf de komst van Fortuyn, begin van deze eeuw, zijn Marokkanen een collectieve schietschijf geworden; de universele zwarte schapen, verantwoordelijk voor de teloorgang van de vrijheid en de zuiverheid. Wilders nam het stokje over en herinnert ons er keer op keer aan, soms subtiel en soms scanderend, dat hij Marokkanen beschouwt als bacteriën die onze eens zo prachtige natie verzieken. Maar ook dát hebben hordes politici, columnisten en schrijvers al geconcludeerd en geventileerd. Er is, kortom, niets meer aan het debat toe te voegen.
Terwijl ik de bekende meningenmonsters weer als een carnavaleske parade op televisie voorbij zie trekken, denk ik aan Bob Dylan. And here I sit so patiently/waiting to find out what price/you have to pay to get out of/going through all these things twice. Bleef het maar bij twee keer.