Met goede voornemens en herwonnen moed gaan we het nieuwe jaar in, maar uiteindelijk zal er weinig veranderen. Ook in 2019 blijft een technocratische politiek domineren, concludeert Jarmo Berkhout. Hij heeft een enkele wens voor het nieuwe jaar: meer verzet tegen de macht, meer activisme. Demonstreer! Kraak! Ga de straat op!
Het begin van een nieuw jaar geeft meestal het gevoel dat er werkelijk iets nieuws staat te gebeuren. Aan dat gevoel wordt uiting gegeven door het samenstellen van lijstjes, het formuleren van goede voornemens, een terugblik op het oude jaar en omzichtige voorspellingen over het nieuwe. Het meeste – en dat is een subtieler gevoel – zal echter hetzelfde blijven: januari is de maand waarin het voorbije jaar uitgeput uitstroomt, en staat nog onder het gesternte van het oude. 2018 laat zich niet zomaar verdringen.
Terwijl men in Parijs in 2019 nog altijd aan de revolutie werkt, worstelt Nederland met de ontrafeling van zijn overlegcultuur. Het zogenaamde klimaatakkoord bijvoorbeeld, dat D66-robot Jetten ziet als triomf van de polder, is een symptoom van precies het tegenovergestelde. Deze halfslachtige wet, ontdaan van groene en vakbondssteun, die exact de verkeerde beslissingen vastlegt, ontkracht de fictie dat we allemaal zo goed en zo graag met elkaar overleggen om tot optimale uitkomsten te komen. Het dividenddebacle is het andere symptoom: het toonde aan dat consensus een overbodige luxe is die desnoods post facto nog voorgespiegeld kan worden. Het klappen van de pensioenonderhandelingen – minder spectaculair, minder in het nieuws – kan hierbij worden gerekend.
Het zijn bevreemdende uitingen van de technocratische stijl, de bestuurlijke wens om de politiek te depolitiseren. Er worden in feite geen problemen opgelost, terwijl de ‘polder’ slechts gedrochten baart. Het zogenaamde politieke midden is verschrompeld tot de missie om aan de macht te blijven, zodat tenminste de ‘populisten’ (en de groenen, en links in het algemeen) buiten de regering worden gehouden. Van een duidelijk spectrum, laat staan zoiets als een hoefijzermodel, is eigenlijk niks meer te zien: de rechtse partijen, die nog het meest lijken op belangenorganisaties, staan allen op dezelfde afstand van een geïmplodeerd midden. Het lukt linkse partijen niet hun afstand daartoe te bepalen.
Tussen de rondzwevende brokstukken polder, technocratie en middenpartijen verschijnt de schaduw van een toekomst die vooral heel erg op het heden lijkt.
Wat de Franse gilets jaunes misschien het best karakteriseert, is de ondertussen bijna ondenkbare daad om politiek te bedrijven vanuit het volk, en de poging van het volk om daarbij zijn stem te vinden. Daarmee onderscheiden ze zich radicaal van het gangbare populisme, dat het moet hebben van een autoritaire leider. Nederland, politiek gezien onvolwassen vergeleken bij Frankrijk, en bovendien zonder revolutionaire traditie, zal niet snel tot een dergelijke poging over te gaan. Tussen de rondzwevende brokstukken polder, technocratie en middenpartijen verschijnt de schaduw van een toekomst die vooral heel erg op het heden lijkt. De beste deal die de machthebbers ons bieden is ons medeplichtig te maken aan hun beleid. Het is op deze manier dat 2018 naadloos in 2019 overgaat.
Voor het nieuw jaar wens ik iedereen daarom vooral veel protest, engagement en sabotage toe! Het gekraakte ADM-terrein, dat op de valreep tóch weigert aan zijn eigen ondergang mee te werken, geeft het goede voorbeeld. Activisme – demonstreren, staken, kraken – is tegelijkertijd de politiek van de machtelozen en de politiek van de hoop. Aan voorspellingen waag ik me niet, maar ik weet zeker dat er genoeg mensen zijn die zich zullen blijven verzetten tegen de steriliteit en fantasieloosheid van een macht die verandering in de kiem smoort en zegt dat we normaal moeten doen. Daaraan zoveel mogelijk bijdragen lijkt me nou een goed voornemen.