Na roerige protestweken met boze boeren, een omgeploegd Malieveld en blokkades door Extinction Rebellion maakt Jarmo Berkhout de balans op. Hoe staat het er eigenlijk voor met het demonstratierecht in Nederland?
Het verschil tussen een komedie en een klucht, of farce, is dat een klucht bestaat uit lachwekkende situaties, terwijl de komedie het van de goede grap moet hebben. In de omgang met het demonstratierecht van protestboeren en klimaatactivisten is van goede grappen weinig te merken, maar van belachelijke situaties des te meer. Het ‘recht’ om te demonstreren is blijkbaar afhankelijk van fysieke kracht en van de bereidheid van de politie om burgers hun gang te laten gaan. Er kon door niemand een consistente verklaring worden gegeven voor de enorme verschillen in de omgang met de boze boeren en Extinction Rebellion (XR). Die omgang is namelijk volkomen willekeurig. Het demonstratierecht in Nederland onthult zich als farce, zolang we dit blijven accepteren.
Te beginnen met de boeren. Het gaat hier om bio-industriële ondernemers die produceren voor de internationale markt, geen oud-Hollandse boerderijbewoners. Met steun van rechtse en extreemrechtse partijen en grote geldschieters proberen ze oplossingen voor de klimaatcrisis te torpederen. Ze hebben met hun drieste acties een vreemde inhoud gegeven aan het demonstratierecht: radicale methodes voor een extreem conservatief doel, met steun van een aanzienlijk deel van de politieke kaste en de normale burgerij.
Écht verdacht ben je pas wanneer je je voor het algemeen belang inzet.
De boeren gedroegen zich als een soort officieel gesanctioneerde mobiele krakers, alleen vroegen ze daarmee geen aandacht voor een probleem dat iedereen aangaat, zoals krakers doen. De aandacht ging slechts om de winstgevendheid van hun industrie. Zo deden ze aan een soort anti-politiek: de vorm van volksopstand en rebellie gebruiken voor een volkomen particulier belang. Doordat de provinciale bewindhebbers voor die tactiek zwichtten, staan ze er nu op als de lachwekkende sufferds die ze zijn.
Dit is waar de farce werkelijk begint. In het huidige neoliberale Nederland, met zijn individualisme in plaats van solidariteit, zijn lobbygroepen in plaats van zelforganisatie, zijn vlakke ‘realisme’ in plaats van idealisme, is het überhaupt alleen toegestaan om voor je eigen belang op te komen. Écht verdacht ben je pas wanneer je je voor het algemeen belang inzet.
Want niet protesteren is het probleem, de normale gang van zaken zélf is het probleem.
De rebellen van XR hebben dat letterlijk aan den lijve ondervonden. Terwijl de provinciale bestuurders zwichtten voor het particuliere belang, deed Femke Halsema dat juist níet voor het algemeen belang. Ze liet zien dat als puntje bij paaltje komt, de uitvoerende macht – burgemeester, politie en justitie – bepaalt wat mag en wat niet, zoals de wijsheid van het ordehandhaven haar ingeeft. Halsema zei daarover: ‘demonstreren mag, blokkeren niet’, omdat er al zoveel druk zou staan op de publieke ruimte. Dat klinkt redelijk, maar is absurd. De publieke ruimte is niet het bezit van de burgemeester, ze is van ons. Als we door een ‘illegale’ blokkade de daarin heersende openbare orde ‘verstoren’, dan is dat omdat we tegen die orde protesteren. Want niet protesteren is het probleem, de normale gang van zaken zélf is het probleem: vervuilend massatoerisme, vervuilend autoverkeer, vervuilende industrieën, commercieel overgebruik van onze publieke ruimte. Met die typisch liberale luiheid van het denken die zich verkleedt als ‘rechtsstatelijkheid’ negeerde de burgemeester dit hele punt, en zwaaide ze met de politieknuppel alsof het haar scepter was.
Zo wordt het demonstratierecht een farce. Als burgers willen demonstreren door een straat te blokkeren, dan is het simpelweg repressie om ze dat te verhinderen. Depolitisering, waar Nederlandse politici zo verslaafd aan zijn, leidt tot de reductie van politieke vraagstukken tot kwesties van ordehandhaving. De NCTV gaat zelfs zo ver om XR in zijn ‘dreigingsbeeld’ op te nemen, in één document met terroristische organisaties. De groep zou namelijk de ‘polarisatie’ vergroten. Moeten beargumenteren waarom dit gestoord is, bewijst hoe slecht het ervoor staat met het recht op burgerlijke ongehoorzaamheid.
De werkelijke rebellie moet nog komen. Die zal beginnen wanneer we ons demonstratierecht terug claimen op de autoriteiten.