In The World's End brengt de loser en alcoholist Gary King (Simon Pegg) zijn oude vriendengroep samen om de kroegentocht af te maken waar ze ooit, twintig jaar geleden, aan begonnen. Onze redacteurs keken deze film in de meest toepasselijke toestand. "Eh, volgens mij snap ik je."
Flo: Zondagochtend. Wie heeft er een kater?
Philip: Pfoe, auw. Ik ben duidelijk geen 18 meer.
Julia: Ik heb nooit meer katers. Vroeger wel. Dat was eigenlijk prachtig. Dan lagen we de hele dag in de tuin thee te drinken en boterhammen met pindakaas te eten. Het was in mijn herinneringen toen ook altijd zomer.
Flo: Ik heb altijd wat bier nodig om in de goede gesprekken te komen. En die heb ik dan ook gehad gister… Plannen gemaakt om de wereld te redden.
Julia: Ben je daar een beetje uit gekomen?
Flo: Nou, we zijn wel heel selectief bezig geweest. Klein beginnen. De uitkomst was dat mensen meer strips moesten lezen.
Philip: Ik heb gisteren bedacht dat mensen meer zouden moeten slapen - dat de wereld een stuk vrediger zou zijn als iedereen gewoon achttien uur zou slapen. Op het moment zelf vond ik dat een fantastisch plan. Nu nog steeds eigenlijk.
Julia: Tijdens de epische kroegentocht in The World’s End lijkt er eerst helemaal niet veranderd te zijn. Maar dan blijkt dat aliens het sullig plaatsje Newton Haven hebben overgenomen. De aliens kunnen niet begrijpen dat mensen gewoon een good time willen hebben en willen een wereld creëren waarin iedereen gehoorzaam is en strak in het gelid loopt.
Flo: Onze wereld is vol chaos. Katers galore. En achttien uur slaap waarschijnlijk. Ik heb daar nu totaal geen tijd voor!
Julia: Absoluut geen tijd! Laat staan om contact te onderhouden met alle vrienden uit je jeugd! Kom nou, ik moet internetten! Ik moet on the web zijn. Ik moet. Ik moet. Verbonden zijn met het netwerk! Anders ga ik dood! Maar misschien ligt dat aan mij, misschien kunnen jullie wel al je vrienden behouden. En blijft het voor altijd zoals toen.
Flo: Niks blijft als toen. Gelukkig maar. Toch?
Philip: Als ik na mijn verhuizing uit Eindhoven weer eens uitging op Stratum, keek ik altijd met argusogen naar die mensen die nog altijd in mijn oude kroeg rondhingen. “Dat kan toch geen toeval zijn dat ik ze nu wéér hier zie?” Inmiddels betrap ik mezelf op een licht gevoel van jaloezie voor dat soort types.
Julia: Dat is inderdaad verdacht. Misschien zijn ze gewoon onderdeel van het decor van De Jeugd van Philip.
Philip: Haha. Die types zijn of waren niet bepaald mijn vrienden. Toch wil ik soms gewoon weer het liefst 18 zijn. Elke vrijdag en zaterdag katjelam worden in de Thomas of de Tracé.
Flo: Ik ken dat gevoel totaal niet. Maar ik woon nog steeds in dezelfde stad… OMG, misschien ben ik wel zo’n loser die is blijven hangen?!
Julia: Ik denk het. Jeetje, stel je voor. Dat mensen langskomen om herinneringen op te halen bij je. “Zeg nog eens 'hallo', zoals je dat altijd zei.” Dat je verplicht bent om dezelfde altokleding te dragen en Photoplay te blijven spelen in de hoek van de kroeg.
Flo: Photoplay bestond in mijn jeugd nog niet.
Philip: Je weet niet wat je heb gemist! Bierdrinken en 'zoek de verschillen' staat gelijk aan de perfecte avond.
Julia: Misschien kunnen jullie met je katerige hoofden een overgang als deze niet aan, maar wat vonden jullie van de genremix in The World's End? Pub meets pulp. De voorgaande films van Edgar Wright hadden een soortgelijke opzet: de motor die het verhaal in beweging zet, is over het algemeen geel en bruisend.
Flo: Ik vind dat een fijn genre. De overgang van pub naar pulp had bijna niet eens gehoeven, want ik genoot al van die ongemakkelijke burgerlijke situaties.
Julia: Pub alleen was genoeg geweest?
Flo: Nee, maar ik was vergeten dat het een combinatie van genres was. Maar juist door het pulpgedeelte kwam het pubgedeelte beter naar boven. Snappen jullie wat ik bedoel of praat ik bier?
Philip: Eh, volgens mij snap ik je. In de twee eerdere delen van de Cornetto-trilogie (Shaun of the dead en Hot Fuzz) ging het ook steeds over dat landelijke Engelse leven waar geen beweging in lijkt te zitten. En Wright weet dat heel goed te belichten door het te contrasteren met absurde science fiction/horror-elementen.
Flo: Ik vond de ruimtewezens wel heel fragiel in de film. Maar misschien had dat een diepere betekenis.
Julia: De hoofpersonen in deze films zijn ultieme antihelden, omdat ze nooit op zoek zijn naar avontuur. En ze krijgen, anders dan in andere films, uiteindelijk ook hun zin. Een leven dat niet grootser is, ondanks de extreme gebeurtenissen, maar juist min of meer hetzelfde. Ze remmen de wereld af in plaats van dat ze persoonlijke groei doormaken.
Flo: Nou, uiteindelijk is er behoorlijk wat veranderd.
Julia: Ja, maar de wereld is veranderd. Zij niet.
Philip: The World’s End is een soort ode aan loser-zijn. Wanneer Gary King uiteindelijk zijn nostalgische droom verwezenlijkt, en zijn kroegentocht afrondt, verandert de wereld in een futuristisch Wilde Westen. Hij is eigenlijk de enige die daar content mee is. Eindelijk doet hij zijn achternaam eer aan, en trekt hij met zijn troep alien-cyborgs als een cowboy door het leven.
Flo: Het bier heeft hij dan niet meer nodig... Ik had trouwens nog iets gevats ter afsluiting, maar ik kan de zin achterop het bierviltje niet meer lezen.