Journalist Jep Gambardella is de koning van de Italiaanse beau monde. In La Grande Bellezza (De Grote Schoonheid) kijkt hij terug op zijn decadente leven.
Emy: Dromen jullie daarvan, koning van het mondaine leven in Nederland te zijn? In staat eigenhandig een feest te laten mislukken?
Rutger: Het mondaine leven in Nederland… Volgens mij gaat dat niet verder dan een tuinfeest bij Linda de Mol in Laren.
Brankele: Met een slideshow van mooie foto’s uit Rome en Parijs op de stenen tuinmuur gebeamd. Dat je ook een beetje van het uitzicht op het Colosseum kan genieten, zoals onze filmheld dagelijks doet.
Rutger: Ja, wauw. Balkon op het Colosseum. En dan nog zo’n droefgeestige kop erbij.
Emy: Okee, okee, Nederland heeft geen grande bellezza, maar het idee: steeds door blijven feesten om er maar niet aan te hoeven denken dat het feestje ooit ophoudt? De vergankelijkheid verdrinken in glitter en drugs, zoiets?
Rutger: Natuurlijk ken ik wel dat lyrische gevoel van een goed feest, en ook de megalomane behoefte om zo’n feest te beheersen, vooral de vrouwen. Maar tegenwoordig denk ik op zaterdagavond om tien uur: lekker onder de elektrische deken met een goed boek (en wat porno). Ik snap eerlijk gezegd niet hoe ik het vroeger uithield om zo vaak uit te gaan, zowel fysiek, mentaal, als financieel.
Emy: Dat zie je aan Jep ook wel af, hij sleept zich behoorlijk wezenloos van feest naar feest. Weet je wat ik de meest ontroerende scène vond? Wanneer de weduwnaar van zijn jeugdliefde en diens nieuwe, doorsnee vriendin vertellen hoe ze hun avond doorbrengen: strijken, glaasje wijn, tv kijken. Dan zegt hij: “Wat zijn jullie prachtige mensen!” Hij meent dat. Maar zelf kan hij dat niet, gelukkig zijn met het gewone.
Brankele: Op mij kwam hij juist volkomen tevreden over, hij had de triestheid van het leven geaccepteerd. Hij gaat, als 65+'er, bijna elke avond uit, doet vrolijke dansjes en gaat naar bed als de gewone mens opstaat. Nogal een prestatie. Rutger kan het met z’n 28 jaar al niet meer. Bovendien heb ik niet het idee dat hij er ongelukkig door raakt. Hij zegt juist in een van de vele gesprekken op z’n fenomenale dakterras, in die scène met die zogenaamd communistische vriendin die hij helemaal afkraakt, dat iedereen maar wat aanmoddert tot het einde, en dat dat prima is.
Rutger: Dat vond ik het sterkste moment van de film. Die vrouw zat zo vol pretenties, en hij haalde haar 'leugens en angsten' naar boven. Zonder veel plezier overigens. Het was liefdevol afkraken, want ze vroeg hem zelf om het te doen. En inderdaad, we hebben allemaal half mislukte, rommelige levens. Dat is prima. Wat vonden jullie van al die pretentieuze kunstenaars in de film: de performance-vrouw die met haar hoofd tegen een aquaduct bonkte, het meisje dat schreeuwend verf tegen een enorm doek gooit, die toneelschrijver met zijn quasi-diepzinnige teksten? Was dat een knipoog naar de film zelf, die natuurlijk ook heel wat pretenties heeft?
Emy: Ja ja, er werd afgerekend met pretenties, en een lans gebroken voor authenticiteit. Terwijl tegelijkertijd ook teder gelachen werd om de pretenties: die zijn dan weer mooi in hoe overdreven ze zijn. Het verveelde me, omdat het de boodschap is die ik verwachtte denk ik. Het met verf smijtende meisje vond ik wel sterk: zij wilde absoluut niet, maar maakte uiteindelijk iets prachtigs.
Brankele: Ik vond die scènes echt hilarisch, zo leuk hoe de lulligheid ervan in beeld gebracht werd. En hoe de groep die ernaar kijkt, ofwel verlepte hippies, ofwel omhooggevallen bohemiens, maakt dat de kunst als kunst gezien wordt. Kunst is natuurlijk ook niet meer dan perceptie.
Rutger: Een truc.
Brankele: Kunst is als een gigantische giraffe in de kamer, die je kan doen verdwijnen.
Emy: Ik heb me vreselijk geërgerd aan hoe nep die digitale dieren eruitzagen!
Rutger: Jij zag door alle leugens heen Emy, dat was de bedoeling! Zo kwam je tot de ware kern!
Emy: Haha, denk je dat het de bedoeling was ja, dat ze er zo slecht uitzagen?
Rutger: Nee, ik probeerde je je beter te laten voelen. Misschien wil je wat heroïne, of zullen we met elkaar naar bed gaan?
Emy: Sorry, ik heb nog strijkwerk liggen.
Rutger: De beelden waren verder wel prachtig. Ik zat regelmatig met open mond te kijken. Een doodstil Rome in het ochtendlicht… Het was als een droom, met al die niet-standaard-mooie, maar karakteristieke gezichten en lichamen. Een circusfilm. Italië blijft toch wel een soort paradijs op aarde. Bellissima! Ik had zin om naar Rome te verhuizen. Met een hond en mijn vrouw. Dat kwam dan weer door dit essay van Zadie Smith over Italiaanse parken en haar tijd als Romein.
Emy: Mijn enige ervaring met Rome is een schoolreisje. We aten slecht, moesten presentaties geven over oude gebouwen die we al te vaak op foto’s hadden gezien en mijn toenmalige vriendje was voortdurend vreselijk jaloers aan het doen.
Brankele: Voor mij is Rome het tegenovergestelde. Ik ontdekte dat geschiedenis en kunst interessant waren, ik was elke avond dronken op het Piazza Navona, kreeg rozen van wildvreemde aanbidders en het was het begin van een lange liefde. Het stond, zeker destijds, voor de grande bellezza die het leven heet.
Rutger: Ik heb er jarenlang van gedroomd om met een Italiaanse vrouw naar bed te gaan. Een paar jaar geleden lukte het eindelijk, in een treurige buiten-buitenwijk van Rome, en het was – verrassend genoeg – precies zoals ik in mijn domme romantische hart gehoopt had. Maar Italianen zijn ook verschrikkelijk trots op hun landje, daar kan ik dan weer niet tegen. Alsof de wereld buiten mama’s keuken ophoudt. Dat meisje was ook verbaasd dat ik een beetje passie in me had: “You’re from the north! How can that be!” Alsof ze een Visigoot in haar bed had.
Brankele: Toch knap Rut, hoe het altijd weer over jouw bedavonturen gaat. Is dat voor jou la grande bellezza - een mooie vrouw in bed?
Rutger: Haha. Misschien vooral het achteraf (en vooraf) erover praten. Uiteindelijk ben ik helemaal geen avonturier en zijn er maar een paar verhaaltjes. Ik ben een salon-Casanova. Slap lullen met vrienden op een dakterras, daar voel ik me het best. Jullie?
Emy: Ik ben kneuterig als het om schoonheidservaringen gaat. De zon die door herfstblaadjes schijnt, dat werk, het grote in het kleine vinden. Maar een goed groot glitterfeest kan ik toch ook waarderen, met of zonder Italianen.
Brankele: Voor mij zou het la grande bellezza zijn als ik me oprecht kon verheugen op het ouder worden. Dat de fijnste geur ter wereld inderdaad die van het bejaardentehuis is. De acceptatie en omarming van de kneuterig- en vergankelijkheid.
Emy: Maar dat blijft voorlopig dromen?
Brankele: Ja. Bejaarden stinken.