Asset 14

Limonade

Kort verhaal: Limonade

Een zomers verhaal met in de hoofdrol Nadia en Ramon. Over bloemenjurkjes, behabandjes, moeders en natuurlijk limonade.

Met dit korte verhaal won Emma Stomp de eerste prijs bij de schrijfwedstrijd Write Now! Amsterdam. Zij droeg dit verhaal eerder voor op de Schaam//rood-avond van Hard//hoofd in BAUT.

Er zijn jongens die je kunnen aanraken op een manier die zogenaamd per ongeluk is en Ramon was zo’n jongen. Het was zomer en ik droeg een bloemenjurkje dat je aan de voorkant open kon ritsen. Niemand had dat ooit bij me gedaan, maar ik vond het fijn dat de mogelijkheid er was. Dat er jongens waren die iets te lang naar de ritssluiting bleven kijken, zich voorstelden hoe het zou zijn om hem omlaag te trekken. We zaten in de tuin van Nancy, Ramons moeder. Zo lang ik me kon herinneren waren onze moeders bevriend geweest. Ze lazen elkaar horoscopen voor, bespraken welke kussens het beste bij welk seizoen pasten. Ramon zat tegenover me, zijn lange lichaam onderuit gezakt. Hij had een paar weken in een dierenasiel in Spanje gewerkt en was licht verbrand teruggekomen, zijn armen iets breder dan toen hij vertrok. Het leukste aan Ramon vond ik dat hij iets zachts had, dat hij sieraden droeg en soms opeens dromerig voor zich uit kon staren. We scheelden drie lichtjaren van elkaar.
‘Ik heb me laten inspireren door die Japanse opruimexperts,’ zei mijn moeder. ‘Alle kasten in de woonkamer gaan eruit.’
‘Ik heb daar laatst ook iets over gelezen,’ zei Nancy. ‘Was er niet een vrouw die haar knuffels blinddoeken omdeed?’
Ik wist dat Ramon een vriendinnetje had, dat had mijn moeder me een keer verteld. Ik wist dat ze één jaar ouder was en stewardess wilde worden. De rest verzon ik er zelf bij. Dat ze vrouwelijke rondingen had die ze verborg onder grote truien. Dat Ramon haar daarmee plaagde, zijn handen om haar heupen legde en haar lichaam aftastte onder haar trui. Hoe ze seks hadden in de badkamer, net voordat zijn ouders thuiskwamen.
‘Je moet vooral op je gevoel afgaan.’ Mijn moeder streek een lok uit haar gezicht. ‘Alles wat in je huis staat moet vreugde brengen.’
Ik schrok toen Ramons voet tegen die van mij aantikte en mompelde 'Sorry.' Meteen daarna vroeg ik me af wiens schuld het geweest was. Of er überhaupt sprake was van schuld. Ramon staarde afwezig voor zich uit.
‘Maar dat werkt toch niet helemaal in de praktijk?’ vroeg Nancy. ‘Ik bedoel, mijn wasmachine brengt me geen vreugde maar ik heb hem wel hard nodig.’
‘Het gaat niet om gebruiksvoorwerpen,’ zei mijn moeder, ‘maar om de dingen die je in de loop van de jaren verzameld hebt.’
Ik trok met mijn vingers de bloemen over die op het tafelkleed geborduurd waren.
Toen Ramons voet opnieuw tegen die van mij aan tikte keek ik op van het tafelkleed. Ik probeerde oogcontact te maken, wat niet lukte. Het leek net of zijn voeten niet bij de rest van zijn lichaam hoorden. Ik dacht aan de jongens in mijn klas die maar moeilijk stil konden zitten. Ze trommelden met hun vingers op tafel, tikten met hun voeten op de grond. Maar Ramon bewoog niet vanuit ongeduld. Wanneer hij door het huis liep deed hij dat op een bedachtzame manier, alsof hij deel was van een geheime organisatie.

Wanneer een leuke jongen op mijn foto reageerde hoopte ik altijd op meer.

'Nadia is begonnen met acteerlessen,’ zei mijn moeder opeens. Ze trok me naar zich toe, alsof ik nu al beroemd was. Voor het eerst keek Ramon me aan. Ik kon niet inschatten of hij het interessant vond dat ik met acteren was begonnen of pathetisch.
‘Ik heb ook ooit acteerlessen gehad,’ zei Nancy. ‘We moesten een bal overgooien en onze tekst opzeggen.’ Ze vertelde over haar Zweedse docent die de mensen in haar klas aan het huilen maakte. Het gesprek ging niet langer over mij.
Ik wachtte tot Ramon iets zou doen, op een teken van herkenning.
Als ik foto's van mezelf online zette, duurde het lang voordat ik de juiste hoek had gekozen, het juiste filter. Wanneer een leuke jongen op mijn foto reageerde hoopte ik altijd op meer. Alsof mijn foto een uitnodiging was om me mee uit te vragen. Na afloop voelde ik mezelf altijd leeg. Ik had iets van mezelf weggeven wat ik beter niet had kunnen doen.
Ramon stond op van tafel. Waarom zou hij eigenlijk niet opstaan? Hij was niet als een soort decorstuk meegesleept zoals ik. Dit was zijn huis en er waren waarschijnlijk zoveel interessantere dingen die hij zou kunnen doen.
‘Waar ga je heen?’ vroeg Nancy.
‘Limonade maken,’ zei Ramon.
Ik was jaloers dat hij op zo’n vanzelfsprekende manier gebruik kon maken van de ruimte. Ik werd al zenuwachtig als ik met mijn moeder iets ging drinken en ze even naar de wc moest. Dan wist ik opeens niet meer waar ik mijn handen moest laten, of ik mijn benen over elkaar moest slaan of juist niet. Ik keek toe hoe Ramon op blote voeten door het gras heen liep, zijn linkerhand nonchalant in zijn zak gestoken.
‘Ik ga wel even helpen,’ hoorde ik mezelf zeggen.

Het enige wat wij deden was limonade drinken in een keuken waar de kopjes op kleur gesorteerd waren.

Ramon stond tegen het aanrecht geleund, zijn telefoon in zijn handen geklemd. Blijkbaar had iemand iets grappigs naar hem gestuurd.
‘Was dat je vriendin?’ Ik had gelijk spijt van die opmerking. Ik wilde haar naar een plek verbannen waar ze niet bestond.
‘Je liet me schrikken, Nadia.’ Ramon legde zijn telefoon weg. Hij keek helemaal niet geschrokken. Hij keek alsof hij wist dat ik zou komen.
‘Sorry,’
Ik zag hoe Ramon naar mijn benen keek en de rits aan de voorkant van mijn jurkje. Het voelde als iets waar ik geen onderdeel van uit maakte. Toen hees hij zichzelf op het aanrecht en heel even schaamde ik me dat ik achter hem aan was gelopen, maar toen klopte hij uitnodigend op het keukenblad. Ik durfde nauwelijks adem te halen toen ik naast hem ging zitten.
‘Je behabandje zit niet goed.’
‘Oh.’
Ramons hand ging naar mijn schouder. Met een geoefende beweging draaide hij het bandje om. Ik probeerde zo normaal mogelijk te kijken, alsof dit soort dingen me dagelijks overkwamen.
‘Wat studeer je eigenlijk?’
‘Ik zit nog op school.’
Ramon keek me aan. ‘Je lijkt ouder,’ zei hij tenslotte.
Heel even voelde ik me bijzonder, leek het alsof de jaren die tussen ons in lagen niet bestonden.
Maar toen greep Ramon weer naar zijn telefoon en was alle magie verdwenen. Hij glimlachte om iets wat hij las, typte iets in.
Ik probeerde me vast te klampen aan het idee dat ik hem al heel lang kende. Dat er dingen waren die ik over hem wist. De insecten die hij vroeger verzamelde in de tuin en waar hij tegen praatte, de Orkaposter die jarenlang in zijn kamer hing. Die keer dat hij de wc-deur bij ons thuis niet open kon krijgen en mijn vader het slot eruit moest schroeven.
'Hoe was Spanje?'
Ramon legde zijn telefoon weer weg.
'Geweldig,' zei hij. 'Je zou ook eens moeten gaan.’ Hij vertelde over de avonden waarop hij in zijn eentje over het strand had gelopen, de geweldige mensen die hij had ontmoet. Hij had zo ontzettend veel geleerd over zichzelf, over het leven. Bij elke zin die hij uitsprak zocht ik een ankerpunt, iets waarop ik kon aanhaken. Er zat niets bij wat ik ook al had meegemaakt. ‘Het is zo saai om weer terug te zijn,’ eindigde Ramon zijn verhaal en dat maakte dat ik me nog kleiner voelde.
Hij gaf me een paar klopjes op mijn been, alsof hij me wilde belonen voor het feit dat ik naar zijn verhaal had zitten luisteren.
‘Wil je limonade?’ vroeg hij.
Ik knikte.
Ramon sprong van het aanrecht. Hij vulde een kan met siroop en water, gooide er een handvol ijsklontjes in. Ik moest denken aan de reclamefoto's waarop mannen altijd bezig waren. Ze grilden vlees op een barbecue, sleepten met blokken hout. De vrouwen deden niets anders dan vol bewondering toekijken.

Ik wist dat het tegen de regels was wat ik ging doen, dat de context en de situatie er niet precies om vroegen.

Ramon reikte me het glas aan en het maakte me verdrietig. Er waren andere meisjes aan wie hij dingen kon laten zien, die hij mee kon nemen naar het strand. Het enige wat wij deden was limonade drinken in een keuken waar de kopjes op kleur gesorteerd waren. Straks zou ik met mijn moeder naar huis rijden en zou alles weer hetzelfde zijn. Dan zou ik in bed gaan liggen en denken aan Ramon die mijn behabandje omdraaide, net zo lang tot de herinnering kleurloos was geworden.
Ik klemde mijn vingers stevig om het glas.
Ik wist dat het tegen de regels was wat ik ging doen, dat de context en de situatie er niet precies om vroegen. Dat zoiets meer was voor een dronken zomeravond, waarop iemand een verkeerde grap had gemaakt. Het ging er vooral omdat ik zo ontzettend graag gezien wilde worden, dat ik wilde dat er een bewijs was dat Ramon naast elkaar hadden gezeten, dat hij naar me gekeken had en klopjes op mijn been had gegeven. Dat hij me geschopt had onder de tafel en aan mijn behabandje had gezeten.
In plaats van dat ik het glas naar mijn lippen bracht, bewoog ik mijn arm naar achteren.
Ramon leunde tegen het aanrecht aan en staarde afwezig naar buiten. Misschien dacht hij aan Spanje, misschien dacht hij aan zijn vriendin.
Ik zwaaide met mijn arm zoals ik geleerd had bij softbal.
Het druppelde over zijn gezicht, vormde een plasje op de keukenvloer.
Wat me het meest verbaasde was Ramons blik, die helemaal niet boos of geamuseerd was, alleen maar verrast.
‘Nadia,’ zei hij.

Mail

Emma Stomp (1994) schrijft over alles wat haar fascineert: van vreemde Mexicaanse gezegdes tot aan de mooiste uren in je lichaam. Eerder studeerde ze sociologie aan de UvA, waar ze nu werkt als communicatiemedewerker. Ze is dol op Wes Anderson films en vintagekleding en heeft minstens zo’n grote koffieverslaving als Lorelai Gilmore.

Chantall Veerman is illustrator en schilder. Zij heeft haar opleiding gedaan aan Artez en is daarna doorgegaan naar de Ateliers - een post-academie in Amsterdam, waar ze nog steeds woont en werkt. Sinds twee jaar is zij weer begonnen met illustreren nadat zij in het eerste half jaar van de academie was overgestapt naar schilderen. Ze houdt van de snelheid en de vrijheid in de beperking van het illustreren.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer