Asset 14

Schuivende glazen

In dit café worden de mensen keurig dronken. Een kort verhaal van Ferry Wieringa.

Een oude man zit met zijn rug naar de bar. Zijn lange leren jas met bontkraag hangt hem als een berenhuid om het lichaam. Pas nu hij beweegt, komt hij los van de wanden, die dezelfde kleur hebben als zijn bruingrijze kleding en haar. Moeizaam draait hij zijn bovenlichaam, hij ziet de barman die met een Italiaan staat te praten. De Italiaan vertelt een verhaal over wolven die met honderden tegelijk de Loosdrechtse Plassen overzwemmen. Hij had het gezien op de Italiaanse televisie.

‘Wolven? Dat kan niet,’ werpt de barman tegen.

De Italiaan is er echter heilig van overtuigd. ‘Echt, ik weet het zeker: wolven. Heel veel wolven.’

‘Vossen. Bedoel je vossen?’

De Italiaan houdt voet bij stuk: ‘Wolven.’

Een dronkenman wringt zich in het gesprek: ‘Wolven… Waar?’ De barman en de Italiaan veinzen voor het moment een diepe verwantschap. Na een lange stilte vraagt de barman: ‘Wat mag het wezen?’ Terwijl de bestelling wordt bereid, komt de Italiaan alsnog over de brug. Maar zodra zijn glas verschijnt en wordt gevuld met jenever, hoort de man niets meer. De Italiaan schudt met een afkeurende blik het hoofd.

In de hoek is de berenhuid opgestaan, hij komt op de bar toegelopen. ‘Nou, fijne mensen, een goede nacht. Ik ga op huis aan,’ verkondigt hij ronkend met een zwaaiende armbeweging. Niemand kijkt op of om. Dan tot de barman: ‘Een genoeglijke avond was het.’ Met een onwillig rechterbeen achter zich aan slepend, laat de gast Bar Elders achter zich.

De zaak ligt in het centrum, in een donkere straat zonder bomen, in de buurt is geen groenteman of slager meer te vinden. De banken zakken door, kussens puffen onder het gewicht van weer een nieuw achterwerk, luchtverfrissers proberen de geur van oud zweet en bier te verbloemen. Gasten hoor je er niet over, zij stappen binnen en snuiven de lucht op, sjorren hun sjaal los en plaatsen zo gretig hun bestellingen dat ze zich in de lettergrepen verslikken: een bourbon, oude jenever, koffie met cognac, een droge martini, bessen met ijs, whisky… on the rocks.

Het personeel gaat gekleed in het zwart-wit. Ze knikken je toe, heten je welkom, suggereren een tafel of een drankje. Mannen die van een bijbaan een vak hebben gemaakt: laat opstaan, je eigen muziek, beetje kletsen, een bescheiden maar afdoend inkomen.

Hij werkte hier al toen het huidige meubilair – toen modern – werd binnengebracht. Hij gaat sjofel gekleed en draagt een handdoek om de nek. Zijn slag is die van pappen en nathouden. Een natte lap haalt hij nog wel over de bar, maar de banken, de eikenhouten tafels en de piano laat hij links liggen Hij helpt de zaak na een korte nacht op de been. Gasten doet de grijze ober erbij.

‘Is ze weg?’ Hij zet een glas bier met een jenevertje ernaast op tafel.

‘Ja, maar hij was er ook bij.’

‘Oh. Hoe heet hij ook alweer?’

‘Martin.’

‘Martin ja. Dus ze zijn terug naar Spanje?’

‘Frankrijk.’

‘Oh ja. Was het niet de Franse Hoogvlakte?’

De oude gast knikt. ‘Ik betaal meteen, anders kom ik weer niet weg. Ik moet thuis nog dingen doen.’

Nadat ze nog wat sterfgevallen en gezamenlijke kennissen uit het kroegcircuit hebben besproken, stapt de gast op en gaat de grijze man glazen spoelen Tegen de namiddag zit zijn dienst er op en is het wachten op Gé.

Barman Gé! Als hij de zaak binnenloopt ben je getuige van een tango voor één persoon. Als hij een bestelling heeft weggebracht kijkt hij in de spiegel om te zien of het buikje nog binnen de perken blijft, zijn kuif er nog mee door kan. Wanneer hij werkt ben je in veilige handen – dit schip zal niet op de klippen lopen. Serveert hij je je biertje (‘Die heb je verdiend vriend’) dan behoren je problemen tot het verleden.

Op een kille zaterdag liepen buiten toeristen ver voor etenstijd te zoeken naar restaurants. In Elders stond Gé achter de pomp. Een ouder stel stapte binnen. Het was een vast gastenpaar. Gé was blij hen te zien. De man van het echtpaar gaf hem een cadeau: een bundel van J.C. Bloem. ‘Naar mijn bescheiden mening een zeer goed werk. Omdat we altijd zo goed worden bediend.’ Op aansporen van de man sloeg hij het boek open op pagina 24. Gé moest er zijn leesbril bij pakken. In afwachting begon de lip van de gast te trillen en op zijn broek bleven denkbeeldige pluisjes verschijnen. Ook zijn vrouw vond het spannend.

Na een poosje klonk het: ‘Heel mooi. Herkenbaar. Erg bedankt mensen.’

‘Het is niets,’ loog de man.

Gé borg het boek weg op de plank met sigaretten. ‘Dan heb ik ook wat voor jullie.’ Hij overhandigde hun ook een bundel.

Zij: ‘Is dit jouw…’

Gé knikte, stond er bedeesd bij: ‘Mooi papier toch? Lettertype: Garamond. Kleine oplage. Ja, het mocht wat kosten. Het is naar mijn zin.’

Op andere dagen staat de Indische barman in de zaak. De ouderdom krijgt geen vat op zijn jongensachtige verschijning. Nog altijd een dikke bos haar, een rimpelloze huid. Slank postuur. Regelmatig krijgt hij van de dames nog dubbelzinnige opmerkingen toegeworpen. Hij vormt een duo met ‘de kelner met het leren vestje’.

Toen zich laatst een gast met het voorkomen van een danseres in de serre installeerde, nam hij haar van een afstandje op: ‘Welja, neem gelijk alle tafeltjes in beslag.’

Zijn kelner gniffelde: ‘En leg je jas ook maar lekker breeduit.’ ‘Wat gaat ze bestellen?’ vroeg hij er samenzweerderig achteraan.

‘Cappuccino extra melk,’ sprak de Indische barman vol overtuiging.

De vrouw kwam naar voren gelopen: ‘Dag heren, is dit de krant van vandaag?’

‘Jazeker. Wat mag het voor u zijn? Cappuccino?’ Hij knipoogde naar het vestje.

‘Ja, met extra melk.’

‘En een glaasje water?’ Het vestje hield het niet meer.

Toen de ober wat later terugkwam met het leeggoed, zei hij: ‘Nou, ze was d’r heel blij mee.’

‘Dat is een pak van mijn hart.’

‘Ze gaat zo even weg, zei ze. Haar gezelschap ophalen.’

‘Gezelschap, toe maar.’

‘Gelukkig komt ze weer terug.’

‘Wat een griet hè.’

Illustratie: Wies van der Velde

Probeer het maar eens: niet afstompen na weer een onbeduidend gesprek of een zoveelste litanie van klachten. Je bent overgeleverd aan wat er je zaak binnenstapt. Als er een werkstudent met het dienblad rondgaat, komt het aan het licht: een voetbad voor het koffiekopje en wat is de oude en wat is de jonge jenever? Schuivende glazen op een nat dienblad. Nee, wanneer de mannen van Elders werken, worden de mensen keurig dronken.

Enige tijd geleden wisselde de zaak van eigenaar. De oude eigenaresse vond het welletjes geweest. De mannen hadden het zien aankomen, maar toen het hun werd verteld, schrokken ze er toch van.

Als ze onder elkaar waren, was de overname het onderwerp van gesprek. Het zou een jonger iemand worden, wist de een. Zou alles wel bij het oude blijven, vroeg een ander zich af. De bazin mocht hen dan op het hart hebben gedrukt dat ze de zaak niet aan de eerste de beste van de hand zou doen, gerust waren ze er niet op.

Op een dag stapte er een jongeman binnen. ‘Dit is ‘m dan: jullie nieuwe baas,’ zei de oude bazin. Het was geen volslagen onbekende. Maar wat moest haar schoonzoon in godsnaam met een café? Dit café.

Met zijn hagelwitte gympen en modieuze spijkerbroek was het alsof hij de verkeerde bar was binnengelopen.

Hij begon zijn diensten mee te draaien, maar zodra hij in het zadel klom werd de zaak een onwillig paard: machines deden niet wat ze behoorden te doen en simpele dingen werden ingewikkeld.

‘Bent u geopend?’ vroeg een gast op een middag.

‘De deur is toch van het slot,’ sprak de nieuwbakken eigenaar.

‘Wat is het hier lekker rustig,’ zei een goedgemutste bezoeker.

‘Tot u binnenkwam wel ja.’ Een vuilniszak geef je een betere behandeling.

Je zag de mensen denken: Waarom wordt deze man gehandhaafd? Wisten zij veel dat het zijn zaak was.

Maar wanneer hij in de stille uren alleen in zijn verduisterde dranklokaal bezig was, dan neuriede hij met de muziek mee, las hij de krant, grinnikte om stripjes, trakteerde zichzelf op koffie en een stiekem sigaretje.

In de maanden die volgden won de patron in hem terrein. Wanneer zijn dienst erop zat, nam hij plaats aan de bar en babbelde hij met zijn medewerkers en gasten. Terloops zette hij de muziek net iets zachter zodat de mensen elkaar beter konden verstaan of dimde hij het licht. Er kwam een nieuwe huiswijn – stukken minder wrang dan de vorige – en zijn keuze voor een ander merk koffiebonen bleek een schot in de roos. Op een koude dag belde hij op om te vragen of de radiator in de serre wel was opengedraaid. Toen Gé opkeek moest hij constateren dat de gasten er nog met de jassen aan zaten.

‘Het eindigt op “ies”.’

‘En het is een katachtige?’

‘Nee, het eindigt op “ies” en het moet zijn: kattensoort.’ Vrienden? Broers? In hun versleten pakken zitten ze over hun kruiswoordpuzzel gebogen. In weekenden staan de gasten opeengepakt als trampassagiers in de avondspits, doordeweeks gaat het er kalm aan toe, althans: normaalgesproken.

‘Je houdt je in of ik zet je d’r uit.’ Vanachter tafels zijn alle ogen op het tumult gericht.

‘Ja maar...’ sputtert Samuel.

‘Niks geen gemaar, je bent hier niet thuis. Er zijn ook andere gasten.’

Samuel, de mestkever van dienst. Zijn lamswollen trui is door motten aangevreten, voor zijn dure colbert zou je geen dubbeltje meer geven. Overdag houdt hij zich op in een dure winkelstraat, valt daar het personeel lastig. Vanaf de namiddag zit hij in Bar Elders.

Hij had al een slok op voor hij binnenkwam. Met zijn bruine winterjas om de schouders begon hij leeg glaswerk bijeen te zoeken. Bij een stel glazen klonk het: ‘Wat is dit?’ Hij pakte een whiskyglas op en hield het tegen het licht. ‘Wie laat er in godsnaam zo’n bodem achter. D’r zit nog whisky in. Als je een nieuw glas bestelt, krijg je niet veel minder. Zit hier nog iemand?’

‘Die zijn net weg,’ zei de eigenaar.

‘Dat laat zomaar een glas whisky staan. Wat het niet kost.’

‘D’r zit ook gesmolten ijs bij, Samuel.’

Een paar uur later is hij er nog. Hij heeft zich opgedrongen bij verschillende tafels, nu staat hij er als een geslagen hond bij: ‘Moet ik weg?’

‘Niet als je rustig doet.’

‘Ik zal rustig doen.’

Na een poosje komt hij weer op de bar toegelopen. ‘Mag ik wat bestellen.’ Het klinkt bedeesd.

‘Zeg het maar.’

‘Een thee, alsjeblieft?’

‘Een kopje thee, komt eraan.’

De thee verschijnt, Samuel bedankt.

‘Graag gedaan.’

Samuel loopt met zijn thee naar de serre. Op zijn stek steekt hij een sigaar op. Hij blijft tot sluitingstijd. De eigenaar biedt hem daarna nog een drankje aan, spreekt met een Italiaan over vossen en wolven. Als het tegen enen loopt, staat Samuel op en trekt zijn leren jas met bontkraag over de schouders. Zijn pantalon is een en al kreukel. Hij wenst de aanwezigen een goede nacht, maar niemand kijkt op.

Tot de eigenaar: ‘Een genoeglijke avond was het.’

‘Dag Samuel. Wel thuis.’ Samuel vertrekt met een slepend rechterbeen de nacht in.

-
Ferry Wieringa (1975) schrijft verhalen over ogenschijnlijk onbeduidende levens en locaties. Figuranten spelen in zijn wereld de hoofdrol en alledaagse plekken - een bar, de Hema, een afhaalchinees - vormen het decor.

Mail

Wies van der Velde is maker en illustrator, wonend en werkend in Utrecht. Haar werk kenmerkt zich door het gebruik van diverse materialen, wat resulteert in een gevarieerd beeld.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter 1

De archivaris en haar dochter: Morgen zal alles anders zijn

‘Even eufy checken.’ In ‘Morgen zal alles anders zijn’ dicht Bareez Majid over de eindeloze keuzes en opties die een dag voortbrengt. Een dag die getekend wordt door de sluimerende aanwezigheid van de videofeed van een beveiligingsapp. Lees meer

Bleekzucht en bloedarmoede

Bleekzucht en bloedarmoede

Menstruatie is stil en onzichtbaar. We kijken weg en gaan door. Maar wat als dat niet langer kan? Wat als het bloed de samenleving binnenstroomt en ons verdrinkt? Esther De Soomer onderzoekt hoe de maatschappij dan reageert. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

In ‘Een anatomie van opa’s dochter’ reconstrueert Bareez Majid de verschillende deeltjes die samen een moeder maken. Een moeder die door een ziekte in de war is, en veel dingen vergeet – soms zelfs haar eigen kinderen. Lees meer

Auto Draft 9

Dat het was

Hoe ga je om met herinneringen die te pijnlijk zijn om onder ogen te komen? Olivier Herter maakt het publiek getuige van een versnipperd landschap van herinneringen. Vloeiend, stemmig en ogenschijnlijk zonder plot wordt geprobeerd woorden te vinden, waar geen woorden voor te vinden zijn. Dit verhaal werd eerder op toneel gebracht door t Barre Land. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

‘Ik wil geen literatuur van je maken.’ Hoe berg je je moeder in je schrijven, zonder haar essentie te bevriezen? Bareez Majid dicht in woord en beeld over ‘soon-to-be-dead-mothers’ en onderzoekt hoe hun lichamen functioneren als vergankelijk archief. Lees meer

Auto Draft 7

Moederland

Zelfs in de Italiaanse zon lukt het niet altijd om donkere gedachten op afstand te houden. Roos Sinnige laat ons meedrijven op de ongrijpbare stroom die dan ontstaat. Lees meer

zonderverdergroet

zonder verdere groet

Rijk Kistemaker doet niet aan groeten. Rijk schrijft gedichten terwijl hij bezig is met andere dingen, zoals het opladen van een gehuurde Kia en huilen. Laat je meevoeren op zijn poëtische gedachtestroom. Lees meer

Jonathan de slakkenman

Jonathan de slakkenman

'Hij zag simpelweg hoe de slak zich terugtrok in zijn huisje wanneer het zich onveilig achtte. Vanwege hun gedeelde lot, voelde Jonathan zich geroepen om de naaktslak ook een toevluchtsoord te bieden.' In dit korte verhaal van Ivana Kalaš neemt Jonathans slakkenfascinatie langzaam zijn leven over. Lees meer

Het insectenhotel

Het insectenhotel

‘Ik kan wel voor je krimpen.' Dieuke Kingma onderzoekt in een kort verhaal vol spinnenpoten en keverschildjes of je de ruimte die je inneemt in een relatie ook weer terug kan geven. Lees meer

Auto Draft 6

ode aan de lepismA saccharinA

Lieke van den Belt neemt je mee in de wereld van de zilvervis. Met lichte en vervreemdende beelden schetst ze in twee gedichten een dialoog tussen deze beestjes en hun slachtoffers. Lees meer

Enterprise, Alabama

Enterprise, Alabama

Charlotte Duistermaat neemt je mee in de enigszins absurde culturele en historische impact van een snuitkeverplaag op een Amerikaans dorpje en de vergelijkbare migratiestromen van mens en dier. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer