De gruwelijke dood van Milly Boele roept weer de vraag op: waarom zijn we zo gefascineerd door afschrikwekkende beelden?" /> De gruwelijke dood van Milly Boele roept weer de vraag op: waarom zijn we zo gefascineerd door afschrikwekkende beelden?" />
Asset 14

Beelden van geweld

Nederland was geschokt door de dood van de 12-jarige Milly Boele, maar wilde tegelijkertijd niets liever dan een glimp opvangen van het horrorscenario in Dordrecht. Deze fascinatie is van alle tijden. Sanne haalt Abu Ghraïb, Goya, en Politie Amsterdam-Amstelland aan en vraagt zich af: waarom kijken we stiekem toch steeds weer?

De late avond van dinsdag 16 maart zat ik aan de televisie gekluisterd. Op nieuwswebsites verschenen al de eerste berichten dat het lichaam van het 12-jarige vermiste meisje Milly Boele gevonden was, in de tuin van een buurman. Overal waren nachtelijke beelden van de afgezette straat te zien, waar achter schermen, beschenen door schijnwerpers, het politieonderzoek gaande was. Verslaggevers stonden voor roodwitte linten te wachten. Iedereen wist dat er elk moment iemand zou komen om te bevestigen dat het meisje inderdaad dood was.

Een hele gewone straat in een hele gewone jaren zeventig-wijk veranderde plotseling in een nachtmerrieachtige plek. Juist het ontbreken van de mogelijkheid om te zien wat er gaande was in die tuin maakte de beelden zo luguber en - tegelijkertijd - fascinerend.


De afgezette straat van Milly Boele

Wij mensen voelen ons aangetrokken tot beelden van geweld, en dan in het bijzonder fotografische beelden.
Een foto kun je keer op keer opnieuw bekijken, om steeds weer diezelfde sensatie van schok, schaamte en fascinatie te beleven. Wie herinnert zich niet de foto van Pim Fortuyn, doodbloedend op de parkeerplaats waar hij zojuist was neergeschoten? Het wazige beeld van de man die vanuit de brandende Twin Towers zijn dood tegemoet sprong, op 11 september 2001? De met een mobiele telefoon gemaakte foto’s van gemartelde gevangenen in Abu Ghraïb?

We wenden onze blik - even - af, we spreken schande van de vreselijke beelden waar we aan worden blootgesteld... maar stiekem willen we het allemaal wél zien. Is het voyeurisme, masochisme, sadisme? Vinden we het lekker om onszelf steeds weer dat schokeffect toe te dienen? Halen we plezier uit het ongeluk van onze medemens?


Vernederde gevangene in Abu Ghraïb

De fascinatie met gewelddadige beelden is van alle tijden. De fotograaf Weegee (pseudoniem voor Arthur Fellig, 1899-1968) chroniqueerde in de jaren dertig en veertig het nachtleven in de Lower East Side van New York. Zijn gedetailleerde zwartwitfoto’s van geliquideerde gangsters en ongelukken met dodelijke afloop verschenen in schandaalblaadjes; Weegee vertegenwoordigde lang het archetypische beeld van de immorele persmuskiet. Tegenwoordig hangen zijn foto’s in musea.

Maar ook vóór de fotografie was uitgevonden bestond er vraag naar en aanbod in schokkende beelden. Susan Sontag publiceerde in 2004 haar essay Regarding the Pain of Others, waarin het beschouwen van oorlogsfoto’s ter discussie wordt gesteld. Hierin wordt ook Los Desastres de la Guerra (1810-1820) van de bekende Spaanse schilder Francisco Goya als voorbeeld aangehaald: in 82 etsen worden de verschrikkingen van de Napoleontische oorlogen op een rauwe en totaal onheroïsche wijze weergegeven: bij het bekijken bekruipt je het gevoel dat Goya deze beelden ook in Vietnam of Rwanda had kunnen maken.


Enterrar y callar ("Begraaf ze en wees stil") uit serie etsen van Francisco Goya, Los desastres de la guerra ("De gruwelen van de oorlog", 1810-1820)

Toch lijken foto’s van verschrikkingen ons nog meer te raken als ze zich dicht bij huis afspelen. Bijvoorbeeld het keurige rijtje achtertuinen in Dordrecht waar zich plotseling iets gruwelijks en onvoorstelbaars heeft afgespeeld. In 2007 vond er in Amsterdam een tentoonstelling met foto’s uit het Amsterdamse politiearchief in de periode 1965-1985 plaats. De foto’s waren gemaakt met als enig doel het gedetailleerd vastleggen van de plaats delict; toch sprak er een ongekende dramatiek uit, die juist versterkt werd door de technische wijze van fotograferen. De politiefoto die werd gekozen voor de omslag van het bijbehorende boek Plaats Delict Amsterdam (2007) is even simpel als doeltreffend: twee bebloede witte pumps, liggend op het trottoir. Je maag draait ervan om, maar tegelijkertijd wil je antwoord hebben op de vele vragen die de foto oproept. Op een van de foto’s zie je een woonkamer met uitbundig jaren zeventig-behang (enkele jaren geleden nog te vinden in alle hippe café’s met retro-interieur). Dan valt je oog echter op de bebloede bijl op het hoogpolige tapijt. Verder is er slechts het bijschrift: ’75, Poging tot doodslag, de Baarsjes. Een andere foto toont een oudere man die zichzelf heeft verhangen. Je ziet alleen zijn benen en zijn oude handen, maar op de achtergrond is er een ouderwets Amsterdams keukentje, netjes opgeruimd met een aandoenlijk vrolijk gordijntje onder het aanrecht. Het nostalgische gevoel dat door het gezellige keukentje teweeg wordt gebracht, zorgt tegelijkertijd voor die bekende rilling van afschuw en medelijden.


Bos en Lommer 1982 © Politie Amsterdam Amstelland

“So far as we feel sympathy, we feel we are not accomplices to what caused the suffering.” schreef Sontag over oorlogsfotografie. In zekere zin gaat dit ook op voor andere beelden van geweld, zoals de plaats delict van een gruwelijke moord. Het medelijden dat we ervaren, bevestigt ook dat wij een moraal hebben: dat wij nooit zoiets zouden doen. We zijn niet, in de woorden van Sontag, medeplichtig.

Maar dan blijft over de sensatiebelustheid, die in ieder mens zit. Wat te maken van onderstaande foto van Weegee, waarop een groep kinderen zich verdringt om een glimp op te vangen van een moord die pas heeft plaatsgevonden? Het harde flitslicht toont onbarmhartig de schaamteloze opwinding op de kindergezichten. Ik vind de foto veel schokkender dan die van het lijk waar ze naar staan te kijken, waarschijnlijk omdat de kinderen in hun naïviteit geen enkele poging doen hun sensatiezucht te verbergen. Het is een confrontatie met iets wat we niet graag erkennen in onszelf.


Weegee, Their First Murder (1941)

De allereerste oorlogsfotograaf was Roger Fenton (1819-1869). In 1855 werd hij door de Britse overheid naar het front van de Krimoorlog gestuurd om daar het strijdtoneel vast te leggen. Fenton kon vanwege technische beperkingen alleen stilstaande objecten vastleggen, maar op zijn foto’s zijn nergens dode of gewonde soldaten te bekennen - terwijl dat met een totaal van 21.097 doden aan Britse kant aan de orde van de dag moet zijn geweest. Zijn foto’s zijn leeg en verstild. De beroemdste foto van Fenton is van een verlaten slagveld waar alleen nog wat kanonskogels verspreid liggen, met de omineuze titel Valley of the Shadow of Death.


Roger Fenton, Valley of the shadow of death (1855)

Een groot verschil tussen de met een mobiele telefoon gemaakte Abu Ghraib-beelden en de forensische fotografie. Maar niet minder indrukwekkend en veelzeggend. Je hoeft de ellende niet altijd te zien om te weten dat zij heeft plaatsgevonden. Maar als we een glimpje kunnen opvangen van iets gruwelijks willen we –stiekem – niets liever.

Mail

Sanne Rispens

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Rocher Koendjbiharie ligt in zijn essay het probleem toe: 'Homonationalisme is niks meer dan de voorwaardelijke acceptatie van mensen uit de regenbooggemeenschap ten behoeve van een nationale identiteit en een nationalistische ideologie.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer