Asset 14

Leef snel, sterf jong en laat een goede complottheorie achter

Albert Camus is eeuwig jong en alweer ruim een halve eeuw dood. Vandaag is het honderd jaar geleden dat hij werd geboren in Mondovi (nu Dréan), een Algerijns dorpje tegen de Tunesische grens. Geboren worden is ook een uitnodiging tot sterven en mysterieuzer dan Camus' geboorte is zijn einde, 46 jaar later.

Op de mistige en koude ochtend van 4 januari 1960 zijn Albert Camus, zijn uitgever Michel Gallimard en diens vrouw, dochter en hond op weg naar Parijs in een sportwagen van het type Facel Vega. Het gezelschap heeft de feestdagen gevierd in het Zuid-Franse Lourmarin maar moet nu weer aan het werk in de hoofdstad. De avond daarvoor hebben ze een tussenstop gemaakt om de nacht door te brengen in herberg Le Chapon Fin in Thoissey. Hier vieren ze de verjaardag van de dochter van Gallimard, een talentvol meisje dat achttien jaar is geworden. Tijdens het diner spreken ze over haar ambitie comédienne te worden. De drie anderen moedigen haar plannen aan en toasten op haar toekomst. De volgende dag ontbijten de vier uitgebreid. Rond een uur of tien vervolgen ze hun weg richting Parijs. In Sens wordt een volgende stop gehouden voor de lunch. De mist is inmiddels opgetrokken en het zicht is goed. De sportwagen rijdt soepel over de landweggetjes en de zuidelijke banlieues van Parijs komen al bijna in zicht. Om de twee vrouwen achterin de auto te vermaken maakt Gallimard grappen over de vele minnaressen van Camus. "Maar ik heb ze allemaal gelukkig gemaakt!" verklaart hij met een grijns. Om 13.55 klinkt er een enorme knal bij het gehucht Villeblevin. De Facel Vega is van de weg geraakt en op een boom geknald. Camus, die op de bijrijdersplaats zit, breekt door de botsing zijn nek en is op slag dood.

Albert Camus en en zijn uitgever Michel Gallimard.

Gallimard zal vijf dagen later in het ziekenhuis overlijden. De vrouw en dochter van Gallimard brengen het er levend van af. Hondje Floc wordt door de kracht van de botsing uit de auto gelanceerd en zal nooit meer worden teruggevonden. In de binnenzak van Camus’ jas zit een ongestempeld treinkaartje. Een enkeltje Lourmarin - Parijs. Camus besloot op het laatste moment op het aanbod van zijn vriend in te gaan om met hem en zijn gezin mee naar Parijs te rijden. Liever reed hij mee met de uitbundige Gallimards dan dat hij een lange treinreis uitzat met zijn depressieve vrouw Francine en hun 14-jarige tweeling. In zijn koffer die een paar meter verderop wordt gevonden, zit een onvoltooide fictieve autobiografie die later zal verschijnen onder de titel Le premier homme.

Volgens hem is het ongeval waarbij Camus omkwam in 1960 het werk van Sovjet-spionnen.

Lang is aangenomen dat het hier een ongeval betrof. Volgens de politie is een van de autobanden ontploft en hiermee werd de zaak gesloten. Tot de Italiaanse krant Corriere dela Sera op 1 augustus 2011 bericht dat Camus vermoord zou zijn door de KGB, de geheime dienst van de Sovjet-Unie. De krant was benaderd door de Italiaanse slavist Giovanni Catelli. Hij vertelde over zijn ontmoeting met Maria Zabrána, de weduwe van de Tsjechische schrijver Jan Zabrána. Zij had Catelli namelijk iets merkwaardigs verteld. Na de dood van haar man Jan Zabrána werden zijn dagboeken Cely Zivot (Het hele leven) in het Frans en Italiaans vertaald. Maria ontdekt dat in de Italiaanse vertaling een passage mist uit de oorspronkelijke Tsjechische uitgave van 1992. In deze passage doet Jan Zabrána kond van een ontmoeting met een Russische kennis van hem. “Ik heb iets vreemds gehoord uit de mond van een man die veel weet en over goed geïnformeerde bronnen beschikt. Volgens hem is het ongeval waarbij Camus omkwam in 1960 het werk van Sovjet-spionnen. Ze beschadigden de band van de auto met een technisch instrument dat er voor zorgt dat de autoband tijdens hoge snelheden ontploft. De opdracht voor deze actie was rechtstreeks afkomstig van minister Shepilov, als ‘beloning’ voor het artikel dat in maart 1957 verscheen in het tijdschrift Franc-Tireur, waarin Camus de minister expliciet in verband brengt met de misstanden in Hongarije.”

De Russische kennis van Zabràna spreekt hier over de Boston Brakes-techniek. Deze truc van geheime diensten om iemand geruisloos uit de weg te ruimen werd voor het eerst door de CIA in Boston gebruikt. Auteur en voormalig Special Air Service-officier Ranulph Fiennes beschrijft in zijn boek The Feather Men hoe deze techniek al decennia wordt toegepast en in de loop der jaren steeds geavanceerder raakte.

Een zoektocht naar feiten leidt allereerst naar de KGB-archieven

Een zoektocht naar feiten die de theorie van Zabrána ondersteunen leidt allereerst naar de KGB-archieven. Camus-biografen als Michel Onfray en Oliver Todd hebben deze archieven wel bezocht, maar geen van hen heeft daar iets dat deze theorie kan bevestigen aangetroffen. Mogelijke reden hiervoor is dat documenten van personen die beschuldigd werden van antisovjetpropaganda na de val van de muur zijn vernietigd of dat de documenten niet worden vrijgegeven.

De Facel Vega van Michel Gallimard

In het geval van Camus was zijn antisovjetpropaganda direct gericht tegen Dmitri Trofimovich Shepilov, minister van Buitenlandse Zaken van de Sovjet-Unie tijdens de Hongaarse opstand van 1956. Hij werd door Camus in zijn stuk ‘De Shepilov slachting’ aangevallen vanwege zijn keuze de Hongaarse opstand met geweld neer te slaan. Camus noemde het Sovjet-regime een regime van terreur, en volgens hem had dit regime net zoveel recht zich socialistisch te noemen als de inquisiteurs zich christen. Dit viel niet alleen in de Sovjet-Unie in slechte aarde, ook onder zijn collega-intellectuelen was dit geen populaire stellingname. De meeste Franse linkse intellectuelen, Sartre voorop, verdedigden het Sovjetregime zelfs na 1956 nog blind.

Camus bevond zich op het moment van zijn dood op het hoogtepunt van zijn carrière. In 1957 won hij de Nobelprijs voor de Literatuur. Hij genoot grote populariteit en was daarmee een invloedrijke figuur. In het jaar dat Camus zijn Nobelprijs ontving irriteerde hij de Sovjets verder door publiekelijk zijn steun te betuigen aan de Russische auteur Boris Pasternak wiens boek Dokter Zhivago was verboden door Stalin. Voor een van de machtigste regeringen ter wereld was het een koud kunstje deze onruststoker uit de weg te ruimen. En we hoeven maar even aan het kale, gele hoofd van Litvinenko te denken om te weten dat de Russen hiertoe in staat zijn. Zou het inderdaad niet kunnen dat Camus werd gevolgd door de Sovjets? En dat ze hebben gerommeld met de Facel Vega in de nacht dat Camus in de herberg van Thoissey op de toekomst van de dochter van Gallimard toastte?

Natuurlijk waren de Russen tot dit soort dingen in staat. Net als alle andere geheime diensten ter wereld. Maar misschien is dat het punt niet.

Een complottheorie, want dat is deze beschuldiging aan het adres van de KGB natuurlijk, draagt zelden een erkend karakter. Met het hardop verkondigen van zo´n theorie riskeert men voor gek te worden verklaard. Een complottheorie als deze is slechts een manier betekenis toe te kennen aan volstrekt absurde situaties. In een wereld van chaos schept de mens amechtig orde en een complottheorie is bij uitstek een constructie van de mens om de absurde werkelijkheid begrijpelijk te maken. Dat is tenminste wat Camus hier zo ongeveer over gezegd zou hebben. Ons hele bestaan is al absurd, maar de eindigheid van dat bestaan is misschien nog wel het meest absurde van de hele onderneming. Zeker wanneer het een tragisch auto-ongeval van een jonge, aantrekkelijke intellectueel betreft. Want hoe opwindender het leven, hoe absurder het idee van verlies van dat leven.

Het geloof in God is in die zin te vergelijken met het geloof in complottheorieën.

In De mythe van Sisyphus reikt Camus ons ter ontsnapping aan deze absurditeit drie uitwegen aan. De eerste twee zijn zelfmoord en religie. Een zinloos bestaan is het niet waard geleefd te worden en we plegen zelfmoord, of we gaan actief op zoek naar zingeving en vinden die in religie. Geloof vervangt de ondragelijke chaos van het leven door georkestreerde elementen die onderdeel zijn van iets hogers. Het geloof in God is in die zin te vergelijken met het geloof in complottheorieën. Er lijkt orde in de chaos te bestaan en een onzichtbare macht (Goden, geheime diensten) beslist van bovenaf over onze dood terwijl wij stervelingen reddeloos zijn overgeleverd aan de grillen van deze Opperwezens. Zelf wijst Camus zelfmoord en religie af en kiest voor de derde oplossing: een bestaan waarin hij de absurditeit volledig aanvaardt en hierin een reden vindt voor een hartstochtelijk leven. Als voorbeeld hiervan noemt Camus Sisyphus. De sterveling die in opstand komt tegen de goden en hiervoor gestraft wordt met zinloosheid. Hij is gedoemd eeuwig een rots de berg op te duwen, te zien hoe deze weer naar beneden rolt en opnieuw te beginnen. Volgens Camus moeten wij in Sisyphus een gelukkig mens zien. Op het moment dat Sisyphus zich overgeeft aan de absurditeit van zijn taak wordt hij superieur aan zijn lot en sterker dan zijn rots. Er is geen lot dat niet kan worden overwonnen door hoon. Daarom moet deze complottheorie worden weggehoond en de absurditeit van Camus´ dood in al zijn facetten worden aanvaard. Niet omdat de theorie per definitie onwaar is, maar omdat Camus ons leert dat geluk zit in de acceptatie van het absurde.

-

Dit is een gastbijdrage van Lise Evers (1986). Ze studeerde in Groningen en Parijs en is freelance journaliste.

Mail

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Rocher Koendjbiharie ligt in zijn essay het probleem toe: 'Homonationalisme is niks meer dan de voorwaardelijke acceptatie van mensen uit de regenbooggemeenschap ten behoeve van een nationale identiteit en een nationalistische ideologie.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer