Asset 14

Afscheidsbrief aan een waardeloze dokter

Nooit Verzonden - wacht op titel

Er zijn nog steeds dokters die de gezondheidsklachten van hun patiënten niet serieus nemen. Luuk Schokker schreef een openhartige, ongestuurde brief aan één van hen.

22 december 2022

Beste dokter,

Er zat vanmiddag, zo vlak voor het einde van dit onbeschrijfelijke klotejaar, een envelop in de brievenbus. Een afscheidsbrief. U gaat met pensioen. Op oudjaarsdag mogen we afscheid komen nemen, de praktijk heeft er speciaal de foyer van het theater voor afgehuurd. Wie niet kan komen, mag een leuke kaart sturen. Of een cadeautje. Blijkbaar wordt die brief zomaar naar iedereen verstuurd. Het voelde eerlijk gezegd als een trap na.

Maar hé, dokter, laat ik sportief zijn. Ik ben pas net weer een paar uur per week aan het werk, mijn energieniveau kruipt langzaam omhoog; ik kan best de tijd nemen om een afscheidsgroet op papier te zetten. Al vraag ik me af of de naam onder de brief u iets zal zeggen. De laatste keer dat we elkaar zagen, zomaar ineens op straat, herkende u me niet. Dat maakte me misschien nog wel kwader dan de hele voorgeschiedenis. Ik kwam net terug van de supermarkt (dat lukt me dus eindelijk weer zelf) en schuifelde langs het gemeentehuis, op slakkentempo voorbij de jeu-de-boulesbaan waar op donderdagochtend altijd een groepje oude mannen samenkomt om een potje te spelen. Misschien staat u daar vanaf januari ook wel tussen. Ik knikte vriendelijk, zo’n reflexknikje voor vaders van vergeten basisschoolvrienden, half herkennen maar niet meteen weten wie je ook alweer voor je hebt. Zomaar een dorpeling op leeftijd die ooit ergens in je leven gefigureerd heeft. Nu realiseerde ik het me halverwege mijn knik: dit is de dokter. De dokter in een zomerkloffie, een vale polo op een te wijde korte broek. Het was een eenzijdige herkenning, u registreerde nauwelijks dat iemand uw aanwezigheid op straat erkende, laat staan dat ik het was: de patiënt tegen wie u zei dat het allemaal vast over zou waaien, dat bloedprikken nou niet per se nodig was. (Stel je niet zo aan, jongen, zag ik u denken.) Uw wereldvreemde blik verraste me die middag. U bent toch iemand die andere mensen overeind moet helpen, dacht ik, maar u keek verdwaasd de wereld in, alsof het gewone leven een maatje te groot was voor uw voorstellingsvermogen. Uw mond hing een eindje open; ik moest mezelf bedwingen om geen corrigerend tikje tegen uw kin te geven. Ik liep door zo vlug ik kon.

Eén vraag blijft knagen: als u het beste met me voor had, waarom hebt u dan niet naar me geluisterd?

Kijk, dokter, het is ook lekker om u als bad guy neer te zetten, begrijp me niet verkeerd. Het is fijn om iemand de schuld te kunnen geven van deze hele situatie. Op wie moet ik anders boos zijn? Op mijn lichaam, dat zichzelf aanvalt zonder reden? Op mezelf? Het lost niets op, het heeft geen zin. Tegelijkertijd zit die frustratie er dus wel en bent u de meest logische kandidaat om ‘m op te botvieren. Het is vast maar een virus, zei u. Dat was het dus niet. Bloedprikken is niet nodig, zei u. Dat was het dus wel. Uiteindelijk snap ik heus wel dat u me niet ziek gemaakt heeft, dat mijn vatenstelsel al dusdanig ontstoken was toen ik de eerste keer op het spreekuur kwam dat een ziekenhuisopname een kwestie van tijd was. Maar toch: in de weken waarin mijn situatie hard achteruit ging ben ik twee keer langs geweest en heeft u me twee keer weggestuurd. Pas toen ik uw collega sprak en nog een derde keer de symptomen oplepelde, de barstende hoofdpijn, het nachtzweten, de verloren kilo’s, pas toen werd er serieus geluisterd. Misschien had ik een paar dagen later niet met een scheefzakkend gezicht, een lamme arm en haperende spraak in een ambulance gehesen hoeven worden als u dat óók had gedaan. Gewoon, aannemen dat degene tegenover u echt iets mankeerde, niet zomaar kwam zeuren om een kleinigheid. Het is echt niet alsof ik voor elk ontstoken haarzakje en elke stijve nek op het spreekuur kwam. En bovendien: ik heb het nota bene zelf gezegd, dokter, ik weet het nog precies. Het voelt alsof er bloed in mijn hoofd vastzit dat niet wegkomt. U keek me aan met de scherpste blik die ik in al die keren bij u heb kunnen waarnemen en antwoordde luchtig dat dat u onwaarschijnlijk leek. Mijn longen klonken immers normaal. Monotoon lepelde u een rijtje standaardadviezen op. Uitzieken. Veel rusten. Goed water drinken. Een hardnekkig virus, zei u, dat zal het wel zijn. Bleek ik achteraf dus de juiste diagnose te hebben gesteld en hooghartig te zijn weggewuifd door een professional. Toch pijnlijk, vindt u niet?

U zult het allemaal niet verkeerd hebben bedoeld. Die keer dat u me niet herkende op straat kwam u nota bene net uit de kerk gelopen. Ergens vond ik het pijnlijk om te zien: een arts die ik zo opzichtig had zien falen, legde blijkbaar zijn eigen lot in handen van een hogere macht. Toch associeer ik de kerk met goede intenties—een praktiserende christen plus de eed van Hippocrates, dat is tweemaal het juiste willen doen. Simpel rekensommetje. Dus het zal allemaal uit een goed hart komen. Dat wil ik best geloven. Maar of dat het beter maakt? Aan het einde van deze som stuurde u me alsnog naar huis zonder in te grijpen. Eén vraag blijft knagen: als u het beste met me voor had, waarom hebt u dan niet naar me geluisterd?

Met pensioen gaan is mogelijk het meest helende dat u voor me kunt doen

Een tijdje na mijn ziekenhuisopname belde uw collega. Ze had een brief ontvangen met een opsomming van alle doffe ellende. De brief was eerst bij een verkeerde praktijk terechtgekomen, nu pas op de juiste plek beland, dus ze belde zo snel ze kon, vertelde ze. Dokter S. is ook erg geschrokken, zei ze, de lieverd. Of het waar was, weet ik niet, maar het schoot hoe dan ook in het verkeerde keelgat: als u écht was geschrokken, had u dat ook zelf wel even kunnen melden. Geef maar door dat ik het ook erg vervelend vind. Lekker makkelijk, dokter. In mijn meest vergevingsgezinde buien denk ik dat u niet zelf durfde te bellen, dat u ook wel door had dat uw rol in het verhaal hoogstens die van boeman was. Of dat u begreep dat ik liever uw collega aan de lijn zou krijgen. Een zeldzame vlaag van zelfinzicht. Misschien, denk ik op zulke momenten, bent u door mijn situatie zo van de leg geraakt dat dát de reden van het pensioen is. Ergens siert dat u. Maar dan denk ik weer aan die lege blik naast de jeu-de-boulesbaan. En lijkt het me onwaarschijnlijk dat u hier diep over hebt nagedacht. Anders had u die middag toch op z’n minst even hallo gezegd?

Beste dokter, ik zal niet bij de afscheidsreceptie zijn. Ik sla dit feestje even over, oké? Allereerst ben ik met oud en nieuw niet in de buurt en ten tweede: als ik u iets zou willen sturen, kom ik niet veel verder dan ideeën als ‘een ingelijste uitdraai van mijn meest alarmerende bloedwaarden’. Een gekleide middelvinger, een drol in een doosje. Ik heb niet zoveel zin in een gezellig afscheidsmoment, bedoel ik maar. U lijkt me nou niet bepaald een feestbeest, en ik zie de gezapige receptie al voor me (zweterige kaas en lillende plakjes leverworst, bubbels in een bekertje, mensen aan een statafel die elkaar eigenlijk niets te vertellen hebben—zo, jij nog goede voornemens?), maar op een sfeerspons die vanuit een hoekje vuil naar u staat te loeren zit u vast ook niet te wachten.

Aan de andere kant: van een wrok knap ik ook niet sneller op en misschien, als ik mijn meest welwillende blik nog eens van stal haal, hebben we echt wel iets te vieren, u en ik. Met pensioen gaan is mogelijk het meest helende dat u voor me kunt doen. Vanaf januari bent u niet langer de dokter. Ik zal u nooit meer zien op de plek waar u al die verkeerde dingen gedacht, gezegd en besloten hebt. Ik hoop u ooit tegen te komen en niet meer te weten wie u bent, te zijn vergeten welke woede u ooit in mijn lijf liet ontvlammen. Zomaar een man op straat die ik eventjes toeknik, een dorpeling op leeftijd die ooit ergens in mijn leven gefigureerd heeft. Een gepensioneerde dokter zit niet meer in zijn spreekkamer om het daar allemaal nog erger te maken dan het al is. Laat die wetenschap het cadeau dan maar zijn.

Het ga u goed,
Luuk Schokker

Nooit Verzonden is een plek voor brieven die liggen te verstoffen in een bureaula, of misschien wel in obscure mapjes van een e-mail-account. In deze brieven is ruimte voor zelfreflectie, ongebreidelde kritiek en kwetsbaarheid. Klik hier voor andere brieven.

Mail

Luuk Schokker (1990) werkt voor een universiteit en schrijft fictie buiten kantoortijden. Zijn verhalen verschenen behalve bij Hard//hoofd o.a. bij De Optimist, Papieren Helden en Catapult.

Hannes Schievink (Die/Hij/Haar) onderzoekt de bombastie van het platte beeld en werkt met een focus op religie, esoterica, en de menselijke ervaring. In diens illustraties staan spel, sfeer en plezier voorop.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Geen geld maakt ook niet gelukkig

Hard//hoofd zoekt een zakelijk assistent!

Wij zoeken een enthousiaste en veelzijdige zakelijk assistent (x/v/m) die ons zakelijke team wil versterken. In deze functie krijg je de kans om ervaring op te doen met de zakelijke en organisatorische kant van een literair tijdschrift en online platform. Lees meer

Het huis in mijn hoofd

Het huis in mijn hoofd

Wat als technologie je verbeelding probeert te esthetiseren? Mina Etemad bezocht in juni, tijdens de twaalfdaagse oorlog tussen Iran en Israël, de VR-voorstelling From Dust van Michel van der Aa. ‘Het zou troostend moeten zijn, maar hoe kan ik het rijmen met de realiteit hierbuiten?’ Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

:Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Een nieuw seizoen van Maandagavonden door Nwe Tijd, dit keer ook te beluisteren bij Hard//hoofd. Met Johannes Lievens die zich – tegen wil en dank – in het feestgedruis stort, Ellis Meeusen over de voorpret, Suzanne Grotenhuis met een pleidooi voor kleine vieringen en Freek Vielen opent de avond met twee anekdotes. Lees meer

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wanneer de VVD pleit voor het bijhouden van gegevens over ‘culturele normen en waarden’ van mensen met een migratieachtergrond, over welke normen en waarden hebben ze het hier dan eigenlijk? Rocher Koendjbiharie neemt de eisen onder de loep die de politiek alleen stelt aan mensen die zichtbaar wortels elders ter wereld hebben. ‘Men wil geen vermenging van culturen en geen uitwisseling van gedachten. De echte eis is assimilatie en het afbreken van wortels.’ Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer