Foto: Ilja Keizer
Ernst-Jan Pfauth (1986) wordt ook wel 'de koning van de bloggers' genoemd. Zijn eigen blog the Spotlight Effect (inmiddels Dutchproblogger) haalde het nationale nieuws toen hij een discussie tussen premier Balkenende en Paul Witteman filmde en aldaar plaatste. Werkte vervolgens als reporter bij de Verenigde Naties in New York en reisde een jaar de wereld over voor het blog The Next Web. Inmiddels is hij een van de dragende krachten van het blog van nrc.next (dat vorig jaar een Dutch Bloggie voor Beste Weblog won) en schrijft hij voor uitgeverij Thomas Rap een boek over bloggen dat ergens dit jaar uit zal komen.
EJ: "Een luchtige start. De Technoviking. Vaste gast bij elk huisfeestje. Het filmpje bevat alle aspecten van elektronische muziek: adoratie, angst, amfetamine en liefde voor de muziek. Daarnaast is deze viking natuurlijk symbool van de rauwe Oost-Europese feestcultuur en de nieuwe soort culthelden. De YouTube-held."
EJ: "Voor elke social media expert die voorspellingen durft te doen die verder gaan dan een paar jaar: kijk dit filmpje en weet dat je het helemaal niet kan weten. En de positieve twist: onze generatie leeft in verdomd spannende tijden."
EJ: “Spannende tijden indeed. Want door het web vallen oude publicatiedrempels weg. We kunnen zo ongeveer alles schrijven en tonen wat we willen. Daar hebben we de traditionele media niet meer voor nodig. Daarom kunnen een paar Amsterdamse jongens met succes FOX-schreeuwanchor Bill 'O Reilly aanpakken. De video werd een hit en O' Reilly voelde zich zelfs genoodzaakt te reageren. Op zijn heerlijk genuanceerde manier, uiteraard.”
EJ: “Leuk hoor, die kranten en blogs. Maar de televisie kan er ook wat van. Deze klassieker uit 1976 met Robert Duvall en Peter Finch laat op scherpe en tragikomische wijze zien wat de invloed van massamedia is. En van die invloed is nog best wat over, heden ten dage. Dat leidt me gelijk tot de nuance van onze internetrevolutie: de traditionele media zijn ook nog steeds van groot belang. Zij kunnen je maken. Blog je over een bepaalde expertise, schrijf dan een opiniestuk over nieuws binnen je vakgebied (zoals deze heren over het downloadverbod). Scoor je de ene viralvideo na de andere? Breng dan eens een bezoekje aan Hilversum. Op die manier kunnen we aan Nederland laten zien hoe tof het web eigenlijk wel niet is. Of beter: hoe tof wij eigenlijk zijn.”
EJ: “Alhoewel, laten zien hoe tof we zijn is eigenlijk niets meer dan smerige ijdelheid. We kunnen het web wellicht beter gebruiken voor modern activisme. Zoals bovenstaand filmpje. De maker brengt het gedachtegoed van Harvey Milk - homoactivitist uit de jaren zeventig - weer onder de aandacht. Zoals Strawberry Earth, die Amsterdamse clubs en bioscopen overnemen en de omzet investeren in ecovriendelijker maken van die gelegenheden. Of door de Buma/ Stemra op de knieën te krijgen, als ze weer met een YouTube-tax komen. Het recept: op Facebook, Twitter en blogs een beweging opzetten, journalisten de grote getallen laten zien en vervolgens de zaak via de media op de publieke agenda krijgen.”
EJ: “Een mooi metafoor voor de kracht van journalistiek: Humphrey Bogart als journalist die in Deadline (1952) aan een gangster vertelt dat er niets meer aan te doen is: hij wordt in de krant bekritiseerd. De persen rollen al. Nu menen sommige nieuwemedia-experts dat kranten dood gaan. Fair enough - al geloof ik dat de papieren krant nog heel lang blijft bestaan -, zie de persen dan als online nieuws. Op het moment dat iets belangwekkends online staat, verspreidt het zich als wildfire.”
EJ: “Genoeg over activisme, journalistiek, ijdel- en tofheid. Lang leve Benny Lava!”
EJ: “Omdat ik niet al mijn favoriete films in dit lijstje kwijt kan, ga ik voor deze mixtape. Dan heb ik in ieder geval alle films van QT besproken.”
EJ: “Een leuk verhaal ter afsluiting. In oktober vloog ik samen met goede vriend Edial Dekker naar New York. Zonder laptops, dat was de afspraak. Om zo échte avonturen te beleven en niet uren in een koffiebarretje te zitten twitteren. De eerste nacht, we waren door de vlucht al 36 uur op, liepen we door de Lower East Side. Ter hoogte van Suffolk Street hoorden we veelbelovende gitaargeluiden uit een groot statig gebouw komen. Na aan twee nooduitgangen te hebben gerommeld, ontdekten we de ingang. Het was CMJ, dé muziekweek van New York. De band die we op straat hoorden was gestopt met spelen. Een gitaar was gebroken. Na vijf minuten speelden ze weer. Na tien seconden keken Edial en ik elkaar aan en stootten we geluid uit dat het best valt te vertalen als ,,Whoa". Surfer Blood. Zo heten ze. Ze komen uit Florida. Ik mocht een t-shirt hebben. Ze worden beroemd. Dat weet ik zeker.”