In de Albert Heijn vind je 'gegrilde stukjes', een vleesvervanger. Annabel voorziet dat de carnivoren op den duur stukjes vegetariër gaan eten. " /> In de Albert Heijn vind je 'gegrilde stukjes', een vleesvervanger. Annabel voorziet dat de carnivoren op den duur stukjes vegetariër gaan eten. " />
Asset 14

Stukjes

Dit najaar verschijnt bij de nieuwe uitgeverij Babel en Voss de bundel “Wat we missen kunnen,” een originele verzameling pleidooien tegen overbodige producten, organisaties en personen. Hardhoofd levert een bijdrage en in de aanloop daarnaar publiceren redactieleden hun stukken rond dit thema.

Deze keer: in het schap van de Albert Heijn ligt een product genaamd 'gegrilde stukjes'. Deze vegetarische vleesvervanger staat symbool voor het slechte imago van de herbivoor, zo betoogt Annabel. Gaan we door met vlees eten tot we stukjes van elkaar gaan eten? En welke stukjes van ons lichaam kunnen we dan missen?

Stukjes. Op het eerste gezicht een wat gewaagde naam voor een etenswaar, gezien de ongunstige associaties die het woord oproept. Toen ik dit product voor het eerst in de schappen van de sectie vegetarisch zag liggen, moest ik direct denken aan de snotstoel van de vader van Olga in Turks Fruit, daarna aan de harde, zwarte snotklonters in mijn neus na een dagje banjeren in Caïro, daarna aan kamelen, daarna aan vrouwen die een te strakke broek dragen, daarna aan Nicolas Cage, daarna aan slangenleer, daarna aan het meisje dat best wel knap was net bij de tomaten – om een inkijkje te geven in de stream of consciousness die mij in de Albert Heijn altijd volledig van mijn à propos brengt, waardoor ik nooit met de juiste spullen thuis kom.

Een salade is mes-en-vork-technisch een hele onderneming

Niet alleen de productnaam zal veel mensen doen gruwelen, ook de reputatie van de vleesvervanger vervult de carnivoor met dédain. Het is immers niet-vlees, een niet-biefstukje. Toch hebben de fervente tegenstanders van het stukje het niet helemaal goed begrepen. Het stukje moet niet opgevat worden als niet-vlees; het is een verbeterde versie van groente en zaden. Het is een verbetering, omdat het stukje niet geschild hoeft te worden, wat enkel een nadeel is voor van groenteschillen afhankelijke, hongerige cavia’s en konijnen, die, weggestopt in winderige hokken, toch zo af en toe op een paar bemoedigende groenteschilletjes getrakteerd moeten worden. Het knapperige stukje is ook een verbetering ten opzichte van weke groenten en salades. Gegrilde stukjes zijn krokant als frieten en mogen -heel feestelijk- met klodders ketchup gegeten worden. Daarnaast is zoiets als een salade voor velen mes-en-vork-technisch een hele onderneming en bovendien ziet dat geritsel met die bladeren er niet mooi uit. Een hapklaar brokje plantaardige eiwit is, althans in dit opzicht, een hele verbetering.

Ondanks deze voordelen snellen de vleeseters met hun winkelmandje de vegetarische schappen voorbij, alsof zij zich bij een korte aarzeling zouden besmetten met het imago van de plantaardige vleesvervangers. Je ziet de vleeseter wel bij de groenteafdeling. Daar wordt zeer gericht een trosje tomaten, een zakje sla en een eetrijpe avocado uitgekozen. Lekker voor naast de biefstuk. Het stukje wordt ondertussen weggewuifd met ‘lust ik niet’, ‘kost duur’ of ‘vleesheimwee’, terwijl over dit laatste toch heen te komen is. Een gehaktballetje met tijm is lekker, maar we kunnen het missen.

Het vegetarische imagoprobleem

Ik wil hier niet zeggen dat vleeseters slechte mensen zijn of met alle geweld pleiten voor een vegetarische levenswijze. Ik denk alleen dat vlees eten op de lange duur simpelweg niet vol te houden is. Jonathan Safran Foer deed vorige jaar een beroep op ons geweten door onder andere het effect van een plakje boterhamworst op zowel milieu, maatschappij als economie te laten zien. Dat wij vlees kunnen missen, wordt door Safran Foer op alle mogelijke manieren aangetoond. Hij constateert uiteindelijk dat wij ooit helemaal op zullen houden dieren te eten. Zo gaan wij langzamerhand toe naar een wereld waarin de vegetariër niet meer weg te denken valt.

Toch wordt het ethisch correcte imago van het vleesvervangende gegrildestukje door Albert Heijn juist weggemoffeld achter het ondefinieerbare, zelfs onverschillige woord ‘stukje’. Het bijvoeglijk naamwoord ‘gegrild’ bij stukje geeft het geheel zelfs even de schwung van een barbecue. Daarbij lijkt Albert Heijn eigenlijk te willen zeggen: doe es normaal met dat vegetarische gedoe. Wat de supermarkt kennelijk missen kan, is het natuurwinkelimago dat aan de vegetariër kleeft. Ik doel dan niet alleen op hun van top tot teen zelfgebreide tenuetje, maar ook op het cliché van de zelfingenomen vegetariër die deze zijnswijze (want zo ziet hij het) net iets te vaak vermeldt en de rest van de mensheid met opgetrokken wenkbrauwen beziet en afkeurend, maar vooral zelfgenoegzaam, naar de voorbijsnellende winkelmandjes kijkt vol producten die niet bewust zijn gekozen. Of vindt Albert Heijn stiekem dat we niet alleen het imago, maar al het vegetarische eten best kunnen missen? Óf zou Albert Heijn uiteindelijk vinden dat we de vegetariërs zelf wel missen kunnen? Wat toch de vraag oproept: kunnen we ze missen? Dat doet me denken aan mijn kleine broertje, dat altijd sprak van vegetariërs eten in plaats van vegetarisch eten (eten we vandaag alweer vegetariërs?).

Vegetariërs eten

Misschien wilde Safran Foer het niet zeggen, maar als we zijn redenering tot in al zijn consequenties doordenken, dan leven we toch onvermijdelijk naar een wereld toe waarin we op den duur alle dieren hebben opgegeten, en alle planten, zodat we dan inderdaad genoodzaakt zijn de vegetariërs zelf op te eten, of toch althans stukjes vegetariër. Vanuit strikt ecologische overwegingen zullen we waarschijnlijk moeten vervallen tot hypermoderne vormen van kannibalisme door alleen de misbare delen op te eten. Ipso facto, vegetariërs eten is geen slecht idee, mits we ons beperken tot de delen die ze echt kunnen missen. De vraag is, als we noodzakelijkerwijs opgehouden zijn dieren en planten te eten en begonnen zijn met elkaar op te eten: welke delen kunnen we missen zonder geheel en al te verdwijnen? En: hoe krijgen we deze misbare stukken in de schappen van Albert Heijn? En: waarin ligt voor AH de marketingtechnische uitdaging?

Om rustig te beginnen kun je alle haren afscheren en alle nagels afknippen tot je vingers een beetje gaan bloeden, zonder op te houden te bestaan. Alleen zijn haren en nagels niet eetbaar, hoewel op de laatste veel gekloven wordt. Dan de armen en benen. Die zijn wél eetbaar en kunnen we in principe missen. Alle benen en armen gaan eraf. Tot nu toe is er nog niets aan de hand. Misschien kunnen we dan ook één oog weghalen en, zoals Van Gogh al een eeuw geleden demonstreerde, kan er ook rustig een oor af. We zien en horen dan geen diepte meer, maar diepte kunnen we misschien best missen. Bij de vitale organen wordt het een tikje ingewikkelder. Hoeveel kan je daarvan afknabbelen voordat we ophouden te bestaan? De blinde darm en keel- en neusamandelen zijn zo misbaar dat deze bij iedereen boven de vijftig, ziek of niet ziek, door geldbeluste specialisten sowieso zijn weggesneden. Verder kan één nier weg en is de milt volledig overbodig. De maag daarentegen lijkt onmisbaar, maar je kunt zonder. Een licht dieet zonder vlees wordt dan wel aangeraden.

De uitdaging voor de afdeling marketing begint pas echt bij het buikvet, wat ik mijn opa ook wel vetschort heb horen noemen. Buikvet kunnen we gemakkelijk missen, maar dat marketen wordt nog een heel probleem voor Albert Heijn. De dikke darm kun je ook opofferen, wanneer je chronische diaree en een kunstmatige uitgang op de koop toe neemt. Geslachtsdelen na de overgang: te missen. Maar ook hier voorzie ik marketingproblemen voor Albert Heijn. Nu de hersens. Hoeveel kun je missen voordat je iemand anders wordt? Van ongelukken en operaties is bekend dat één hersenhelft gemist kan worden, omdat de andere helft de meeste functies zal overnemen. Dat gaat alleen niet helemaal ongestraft. Zo zal een speciaal gevoel voor kunst en taal met de rechterhersenhelft verdwijnen en een rationeel en analytisch vermogen met de linkerhelft. Wat kunnen we nu missen: het linker of het rechter stukje? Dat wordt nog moeilijk kiezen.

Mail

Annabel

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Geen geld maakt ook niet gelukkig

Hard//hoofd zoekt een zakelijk assistent!

Wij zoeken een enthousiaste en veelzijdige zakelijk assistent (x/v/m) die ons zakelijke team wil versterken. In deze functie krijg je de kans om ervaring op te doen met de zakelijke en organisatorische kant van een literair tijdschrift en online platform. Lees meer

Het huis in mijn hoofd

Het huis in mijn hoofd

Wat als technologie je verbeelding probeert te esthetiseren? Mina Etemad bezocht in juni, tijdens de twaalfdaagse oorlog tussen Iran en Israël, de VR-voorstelling From Dust van Michel van der Aa. ‘Het zou troostend moeten zijn, maar hoe kan ik het rijmen met de realiteit hierbuiten?’ Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

:Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Een nieuw seizoen van Maandagavonden door Nwe Tijd, dit keer ook te beluisteren bij Hard//hoofd. Met Johannes Lievens die zich – tegen wil en dank – in het feestgedruis stort, Ellis Meeusen over de voorpret, Suzanne Grotenhuis met een pleidooi voor kleine vieringen en Freek Vielen opent de avond met twee anekdotes. Lees meer

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wanneer de VVD pleit voor het bijhouden van gegevens over ‘culturele normen en waarden’ van mensen met een migratieachtergrond, over welke normen en waarden hebben ze het hier dan eigenlijk? Rocher Koendjbiharie neemt de eisen onder de loep die de politiek alleen stelt aan mensen die zichtbaar wortels elders ter wereld hebben. ‘Men wil geen vermenging van culturen en geen uitwisseling van gedachten. De echte eis is assimilatie en het afbreken van wortels.’ Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer