Asset 14

Train je ego (maar zorg dat het tegen een stootje kan)

Train je ego (maar zorg dat het tegen een stootje kan) 1

In het Hoofd//stuk doen schrijvers een poging om de weg naar het verhaal vast te leggen. Welke tips hadden zij willen krijgen toen ze begonnen? Waar begin je, hoe begin je? Welk advies zullen ze nooit en dan ook nooit meer opvolgen? Luuk Schokker leerde dat een groot ego bij het schrijven geen overbodige luxe is. Je onzekerheid omarmen maar tegelijkertijd een ego kweken. Hoe doe je dat? Luuk legt het uit.

1.

Laat ik positief beginnen: je bent niet alleen. En ik weet dat je niet zomaar op dit stuk hebt geklikt. We kennen allemaal onzekerheden, we kunnen allemaal hulp gebruiken. Ik ken de frustratie van voor de zoveelste keer door een hoofdstuk scrollen en weten dat het niet werkt. Gelukkig ken ik ook de andere kant: het voltooien van een verhaal, constateren dat het klopt, dat het áf is, de wereld in kan. Daar heb je een goed getraind ego voor nodig. Kom ik zo op terug.

Weinig schrijvers beginnen met een gebrek aan zelfvertrouwen. Als kind vond ik mijn eigen schrijfsels het allerbeste, al kon je eenvoudig doorzien dat de meeste verhalen in het schriftje dat ik in groep 5 van de juf kreeg vooral nauwelijks verhulde Annie M.G. Schmidt-kopieën waren. Maar een paar onvoltooide tienermanuscripten later sleet dat natuurlijke vertrouwen. Ik ging studeren, daarna werken. Ik leerde te zien wanneer mijn verhalen bleekjes afstaken bij andermans werk. Er begonnen mensen te debuteren van mijn leeftijd, of nog jonger. Mijn eigen roman-in-wording groeide langzaam uit tot een slordig gehecht lapjesmonster dat steeds vaker venijnig naar me gromde.

Intussen verzamelde ik thuis een halve meter aan schrijfadvies, een rij boeken vol wijze raad van professionals die regelmatig benadrukken dat schrijfonzekerheid niet vreemd is en absoluut niet onterecht. Begin bijvoorbeeld eens in het klein, schrijft Anne Lamott in haar boek Bird by Bird. Denk eens aan een fotolijstje. Op haar bureau staat een fotolijstje van nog geen drie centimeter doorsnee. Stel je voor, zegt Lamott, wat je in zo’n klein lijstje zou kunnen zien. Het zal niet meer dan een aanzet zijn, een korte beschrijving, de start van een dialoog. Foto voor foto, een paar zinnen per keer, kom je uiteindelijk tot het grotere geheel. Je hoeft er heus niet in één vloeiende beweging een heel manuscript uit te knallen.

 

Een overschot aan goed advies kan je ook klein houden.

Het is hartstikke lief bedoeld van Lamott, natuurlijk, maar een overschot aan goed advies kan je ook klein houden. Ik wil niet altijd vastzitten in een fotolijstje, ik wil ook weleens door een groot venster naar buiten kijken. Dat is de keerzijde van zo’n boekenplank vol schrijfhandboeken. Ik ben geneigd houvast te zoeken in de blik van een ander, maar — hoe goedbedoeld al die tips en instructies ook zijn — als je je krampachtig vasthoudt aan adviezen van ervaringsdeskundigen kom je ook geen steek verder.

Dat is dan ook het slechte nieuws: je bent niet alleen, maar uiteindelijk moet je wel zelf het werk doen. De truc is om de grens te bepalen, te weten welke adviezen je moet aannemen en welke je in de wind kunt slaan. Maar om nee te kunnen zeggen tegen goedbedoelde tips moet je er wel eerst voor zorgen dat je opgebouwde onzekerheid een tegenhanger heeft. Eerst moet je je ego trainen.

2.

Voor de duidelijkheid maak ik meteen maar een flinke kanttekening. Lang niet iedereen heeft het nodig om het ego te stimuleren — er zijn genoeg mensen met een flink opgeklopt ego en zij schrijven vaak de verschrikkelijkste boeken. Mijn advies geldt voor schrijvers zoals ik: mensen die kritisch naar hun eigen werk kijken, soms té kritisch, schrijvers die met een vergrootglas boven de zoveelste versie van een hoofdstuk hangen en denken: ben ik eigenlijk wel goed genoeg? Kan ik niet beter iets heel anders gaan doen?

Het is een lastige balanceeract, dat ego. Je moet erop vertrouwen dat je goed genoeg bent, dat zelfvertrouwen van groep 5 weer durven aanzwengelen, maar tegelijkertijd weten dat het een heel stuk beter kan. Om een voorbeeld te noemen: toen Peter Buwalda de eerste versie van zijn Bonita Avenue had voltooid, was hij diep teleurgesteld over zijn eigen prestaties. Hij gaf elk van zijn hoofdstukken een cijfer, vertelde hij in Vrij Nederland. “Van een drie tot een zes-en-een-half — dat was het hoogste cijfer. Die heb ik anderhalf jaar opgewerkt naar zevens en achten, tot ik uiteindelijk allemaal tienen had. Toen was het af. Ik sliep nog maar vier uur per nacht. Mensen die me zagen, dachten dat ik terminaal was.”

 

Je mag het hoogste cijfer af en toe best door onvoltooid werk zien schemeren.

Misschien klinkt het niet bepaald als het trainen van een ego, jezelf pijnigen met de onvolkomenheid van je werk tot je eruitziet alsof je bijna het loodje legt, maar de crux van het verhaal van Buwalda zit in die tienen. Het gaat om het opwerken, in het vertrouwen dat het cijfer voor je werk omhoog kan. Dat is, denk ik, precies het niveau waarop het ego moet zitten. Je moet streng en realistisch genoeg zijn om je hoofdstuk een drie te kunnen geven, maar tegelijkertijd geloven dat je er een tien van kunt maken. Je mag best een keer juichen als je een zin schrijft waar je enorm tevreden over bent. Graag zelfs. Vier je kleine successen. Het ego moet onderhouden worden; je mag het hoogste cijfer af en toe best door onvoltooid werk zien schemeren.

3.

In alle eerlijkheid: dat van dat ego heb ik niet zelf bedacht. Dat ik het aandurf om mijn adviezen te delen komt door mijn schrijfgroep. Zeven paar ogen die tweewekelijks naar mijn teksten kijken en zien wat werkt, wat niet werkt, waar een hoofdstuk dreigt te ontsporen, welke scènes het beste werken. En die na een tijdje zeiden: je mag best wat meer ego opbouwen. Niet alles wat we zeggen hoef je te gebruiken.

Voor een deel spreekt dat vanzelf. Je kunt nu eenmaal niet álle feedback verwerken. Het commentaar op elkaars teksten is bijna nooit eenduidig. Voor je het weet blijf je zinnen omgooien, schrappen en weer terugzetten en raak je eerder verstrikt in je eigen werk dan dat je dichter bij een oplossing komt. Uiteindelijk ben je zelf degene die de knopen moet doorhakken, de richting van het verhaal vaststelt, de eindcijfers uitdeelt aan de hoofdstukken. Desondanks moedig ik je van harte aan om een paar extra kritische blikken uit te nodigen. Om van je drieën tienen te maken, kun je de hulp van anderen goed gebruiken. Omring je met de mensen die het opvalt als een bestelde kop koffie halverwege je hoofdstuk in het niets verdwijnt, de mensen die stellig ‘dat is niets voor haar’ zeggen alsof ze al jaren met je hoofdpersonage omgaan, de mensen die geslaagde passages aanwijzen als je overweegt om het hele document gewoon in de prullenbak te smijten. En zet je opgebouwde ego vervolgens in om te bepalen wanneer je een advies naast je neer kunt leggen.

Zet je opgebouwde ego in om te bepalen wanneer je een advies naast je neer kunt leggen.

Het grappige is: mijn meest enthousiast ontvangen verhaal schreef ik zonder ook maar enige tussenkomst van meelezers. Ik had een idee, een beeld, een gevoel, en begon te schrijven. Ik wist dat het af was zodra het op de pagina stond. Maar de zekerheid waarmee ik dat kon constateren had ik opgebouwd door eerdere teksten juist aan veel mensen te laten lezen. Daar zit dus de paradoxale balans. Je moet eerst je onzekerheid omarmen en stevige feedback durven accepteren om te weten wanneer je op een later moment het ego ruim baan kunt geven en nee mag zeggen tegen bemoeienis van buitenaf.

Weet wanneer het beter kan, maar ook wanneer het goed is en je je werk een hoog cijfer mag geven. Train dat ego, maar zorg dat het tegen een stootje kan. Dan zul je zien dat je het slechte nieuws prima kunt ombuigen en kunt verenigen met het goede: ja, je moet het werk zelf doen, maar je bent zeker niet alleen.

 

Mail

Luuk Schokker (1990) werkt voor een universiteit en schrijft fictie buiten kantoortijden. Zijn verhalen verschenen behalve bij Hard//hoofd o.a. bij De Optimist, Papieren Helden en Catapult.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Schroot voor de kunstkenner 1

Schroot voor de kunstkenner

Wat doet een beschilderd stuk schroot in het Stedelijk? Waarom ruikt het er opeens chemisch en zoet tegelijk? Het is het werk van Selma Selman, die opnieuw definieert wat kunst is en mag zijn. Ivana Kalaš is onder de indruk – en heroverweegt haar eigen positie. Zoetig en naar ijzer – dat aroma komt op... Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Die betere wereld wordt al gemaakt

Die betere wereld wordt al gemaakt

Kun je, met alles wat er gebeurt in de wereld, nog gelukkig zijn? Marthe van Bronkhorst vindt het antwoord en ontdekt een boel hoopvolle initiatieven Lees meer

Zomers zwijgen

Volim nas: hoe de taal van de liefde mijn lichaam tot stilte maande

Wat als je vertrouwen in jezelf en je lichaam plotsklaps wordt aangetast door epileptische aanvallen? En tegelijkertijd je vertrouwen in de onvoorwaardelijke liefde van je oma ook op losse schroeven komt te staan? In een persoonlijk essay neemt Dorea Laan je in beeldende taal mee in deze zoektocht. Lees meer

Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Harnas’, het achtste Hard//hoofd Magazine!

[Deadline verstreken] Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Harnas’, het achtste Hard//hoofd Magazine!

In welk harnas hul jij je? Stuur voor 14 september je pitch in en draag met een (beeld)verhaal, essay, poëzie of kunstkritiek bij aan het magazine ‘Harnas’. Lees meer

Misschien voor mezelf, maar niet voor jou

Misschien voor mezelf, maar niet voor jou

Eva van den Boogaard lijkt op iemand die ze nooit gekend heeft. Via een persoonlijke brief en een angstaanjagende gebeurtenis leert ze hem toch een beetje kennen. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer