In het Hoofd//stuk doen schrijvers een poging om de weg naar het verhaal vast te leggen. Welke tips hadden zij willen krijgen toen ze begonnen? Waar begin je, hoe begin je? Welk advies zullen ze nooit en dan ook nooit meer opvolgen? Jens Meijen vergelijkt het schrijfproces met auto-onderhoud en weet hoe je als schrijver goed zorgt voor je mentale gezondheid. Wat heeft schrijven te maken met het worden van een popster? Volg Jens' advies op en stop met schrijven.
Ben je bezig aan een roman? Laat die gerust even liggen. Nee, echt. Stop. Stop met schrijven. Leg dat manuscript weg. Of sluit je document, maakt niet uit. Stop! Luister even. Schrijver worden is eigenlijk heel eenvoudig – het kost wel heel wat moeite en een flinke scheut geluk, maar in theorie is het best simpel.
De prozaïsche, banale realiteit is dat het proces om schrijver te worden erg lijkt op hoe je een popster wordt (maar dan zonder de kruiwagens vol geld):
-
- • een aspirant-popster doet mee aan talentenjachten; jij doet mee aan schrijfwedstrijden
- • een aspirant-popster treedt op in lokale zalen; jij publiceert in kleine, lokale literaire tijdschriften
- • een aspirant-popster treedt daarna op in grotere zalen; jij publiceert daarna in grotere, exclusievere literaire tijdschriften
- • een aspirant-popster wordt na verloop van tijd (misschien) ontdekt door platenbonzen die die zalen in het oog houden; jij door acquirerend redacteurs van uitgeverijen die literaire tijdschriften lezen op zoek naar onontdekt talent
- • een aspirant-popster kan dan aan een album werken met de hulp van een label; jij kan met een professionele redacteur in gesprek gaan over het grotere werk, zoals een roman, een dichtbundel, of wat voor bizarre projecten je literaire dromen ook bevolken.
De truc is dus om niet meteen aan een roman te beginnen - dat is zoals een beginnende muzikant die meteen een volledig album maakt. Dat kan erg goed uitdraaien in sommige gevallen, maar het overgrote deel verdwijnt roemloos in de mist der tijden. Hetzelfde geldt voor uit het niets opgestuurde manuscripten. Die belanden in het beste geval op de slush pile of drekstapel, en worden meestal niet eens gelezen.
Het overgrote deel verdwijnt roemloos in de mist der tijden.
Nu, ik moet zeggen dat ik vroeger ook aan een roman begonnen ben die nooit ver is geraakt. Ik heb hem niet eens opgestuurd naar uitgeverijen. Toch is dat geen verloren tijd geweest, want naast het schrijven van korte verhalen is er bijna niets beter om te oefenen dan het schrijven van een embryonale, onaffe, nooit voor publicatie vatbare roman. Schrijven, in welke vorm dan ook, is nooit tijdverspilling, maar stop met eisen dat alles wat je schrijft ook wordt gepubliceerd.
Maak plannen!
Het schrijfproces van mijn roman leek eerst eenvoudig. Ik schreef het grootste deel van de roman pijlsnel, in een soort trance. Toen kwam het redactieproces. Dat duurde ongeveer vijfendertig keer langer dan ik had verwacht: anderhalf jaar lang sleutelde ik aan elk woord van de tekst, las ik opnieuw en opnieuw en opnieuw. Ik boende zinnen op als de motorkap van een auto, verving woorden als waren het banden, verplaatste hele stukken tekst als – nu ja, ik ken niet genoeg van auto-onderhoud om daar óók een metafoor voor te verzinnen.
Toen kwam het redactieproces. Dat duurde ongeveer vijfendertig keer langer dan ik had verwacht.
Uit dat proces heb ik heel wat geleerd. Het belangrijkste voor je eigen mentale gezondheid is misschien wel dat je een duidelijk plan hebt voor je begint. Schrijf alles op wat je wil zeggen. Maak een lijstje van álles. Begin daarna te schrappen: steeds eerst het minst belangrijke, en daarna iets wat nét iets belangrijker is. Doe dat tot je nog maar één ding over hebt. Zorg dat wat je wil zeggen scherp en helder is als een ijspegel. De rest is bijkomstig, en bijkomstigheden sneuvelen toch altijd in het redactieproces. Dat heb ik intussen wel aan den lijve ondervonden.
Droom over je eigen werk
Wanneer je eenmaal bezig bent, heb ik nog een andere tip: spook rond in je eigen hoofd. Bedenk de wereld waarin je personages leven en gun jezelf de tijd om in die wereld te verblijven. Schrijf niet zomaar een tekst over specifieke gebeurtenissen; nee, maak een verhaalwereld die méér bevat dan enkel wat je opschrijft. Zo maak je een unieke logica die enkel en alleen van toepassing is op je eigen tekst. Je weet altijd wat je personages zouden doen, je eigen unieke wereld indachtig. Laat die wereld ook tot in de kleinste details doorsijpelen in de levens van je personages. Zo breng je hen echt tot leven, zo veranderen ze in vrienden. Ze leven met je mee en blijven rondhangen in je gedachten, als bezoekers die toch net wat langer blijven dan je had verwacht. Zorg ervoor dat je droomt over je eigen werk. Zo ben ik op heel wat vondsten voor mijn boek gekomen, zoals een scène waarin de protagonist opgesloten zit in een zelfrijdende auto met een eigen bewustzijn. Ik geef toe: het is niet erg goed voor je nachtrust.
Zo veranderen je personages in vrienden. Ze leven met je mee en blijven rondhangen in je gedachten, als bezoekers die toch net wat langer blijven dan je had verwacht.
Maar vooral: verwacht niets
Voor al dat dromen en dwalen in je hoofd, wil je natuurlijk wel iets terugkrijgen. Daarom nog een tip voor wanneer je boek effectief is verschenen: verwacht niets. Dat maakt genomineerd worden voor een prijs, of winnen, nog veel leuker. Een boek schrijven, en zeker publiceren, is sowieso al een mooie verwezenlijking. Ga niet te veel van jezelf eisen – dat is hoe je jezelf binnen de kortste keren opbrandt, zeker als je al verschillende jobs combineert met je schrijverschap. Je eerste boek is ook niet noodzakelijkerwijs je enige boek, dus je krijgt nog voldoende kansen om jezelf te bewijzen.
De meeste mensen die ik ken schrijven hun beste teksten wanneer ze werken zonder onderliggende druk, zonder drang om optimaal te presteren. Schrijf gewoon omdat je er plezier in schept. Wanneer dat plezier vervaagt, leg je je werk misschien beter even weg, om weer te beginnen wanneer je weer de nood voelt. Als het goed zit, voelt schrijven als vakantie in je eigen hoofd.
De lichtjaren, de debuutroman van Jens Meijen, is 26 augustus verschenen bij De Bezige Bij. In november 2019 verscheen van hem al de dichtbundel Xenomorf, waarmee hij in 2020 de C. Buddingh’-prijs won.
Beeld: congerdesign via Pixabay
Zit jij vol goedbedoeld advies en wil je ook een Hoofd//stuk schrijven?
Mail dan jouw tekst naar kiki@hardhoofd.com!