In het Hoofd//stuk doen schrijvers een poging om de weg naar het verhaal vast te leggen. Welke tips hadden zij willen krijgen toen ze begonnen? Waar begin je, hoe begin je? Welk advies zullen ze nooit en dan ook nooit meer opvolgen? Op een dag kraakte Imme Visser de code voor hoe ze toegewijd aan het schrijven kon blijven, namelijk geregeld met zichzelf op weekend gaan. In deze brief draagt ze haar lezer, en zichzelf, op de geheime combinatie nooit meer te vergeten: pen, papier en buitenlucht.
Lieve Imme,
Je wilde deze brief eigenlijk schrijven aan de schrijvers om je heen. Onbekende schrijvers, nieuwe schrijvers, schrijvers die zichzelf (nog) geen schrijver durven noemen. Hen zou je een praktisch, bemoedigend stuk toesturen, vol met handige tips om hun schrijven nu eens echt serieus te gaan nemen. Een liefdevolle schop onder de kont, een warm bad van support.
Want of je nu schrijnende poëzie schrijft, korte verhalen vol psychologische horror, of (toe maar) al jaren schaaft aan een Bildungsroman: je noemt jezelf geen schrijver. Lang gemotiveerd te werk gaan lukt niet echt. En je hebt weinig publicaties. Maar dat gedreun in het achterhoofd dat smeekt om emoties op papier, dat is bekend. Voor deze gevoeligen pur sang bedacht je een opzet, een concept.
Maar welke schrijver deze brief eigenlijk moet lezen, Imme, ben jij. In juni vorig jaar, toen je vastzat in pandemiestilstand en appartementterror, reageerde je eindelijk op een open call op Instagram. Je wilde al een half jaar aanspraak maken op de oproep, maar durfde niet. Toch reageerde je, gedreven door de angst voor het binnenblijven. Schrijvers gezocht om in een tuinhuisje een week lang tijd te besteden aan hun werk – zonder afleiding. Een onbekende omgeving, geen internet, en minimale elektriciteit.
Zonder koffie geen woorden op papier.
Een paar weken later kwam je aan op het tuinhuis. Het was hoogzomer. De tuin stond in bloei en je ontdekte hoe spruitjes eigenlijk groeien (aan een grote stam). Er was alleen een buitendouche met koud water. De eerste paar dagen deed het gas het niet en videobelde je je suf met de eigenaren om erachter te komen wat je verkeerd deed. Niets. Het gas was op. Maar in de tussentijd had je wel al hout naar de vuurplaats gesleept om je eerste vuurtje (ooit!) te bouwen. In een ijzeren ketel, buiten, pruttelde het water boven de voorzichtige vlammen. Vuur en rook in de ochtend – zonder koffie geen woorden op papier.
Want papier, daar was je inmiddels achter, is de heilige graal. Jarenlang probeerde je verschillende schrijfprocessen uit op de laptop. Elke ochtend 500 woorden– wanneer dan? Voor het ontbijt? Dan één dag kiezen als vaste schrijfdag – ook niet. Je stond op die vrijdagen te laat op en deed vooral een heleboel niks. Je omgeven met anderen in een schrijfgroep hielp wel, en je kreeg daar ook deadlines, maar het schrijven moest je nog steeds zélf doen. Totdat je bij het tuinhuis zat en het proces opeens als vanzelf kwam. Buiten op een plastic oranje stoel aan een knoestige tafel was er slechts groen om je heen. Frisse lucht. Plukjes wolken, het incidentele vliegtuig er doorheen. En je pen en papier.
Wanneer je met pen op papier schrijft, gaat het allemaal niet zo snel. Je schrijvende hand probeert je gedachten bij te benen en daardoor is het verhaal nooit op.
Wanneer je met pen op papier schrijft, gaat het allemaal niet zo snel. Je schrijvende hand probeert je gedachten bij te benen en daardoor is het verhaal nooit op. Telkens volgt er als vanzelf een nieuwe zin. Zo schreef en schreef en schreef je. Bladzijden vol. Foute woorden kraste je door, even nadenken bleek zonder scherm minder eng. De buitenlucht gaf vertrouwen. Het enige wat je hoefde te doen was het verhaal eruit gooien. Elke dag dat het lukte kreeg je meer zelfvertrouwen. Je schreef elke dag een hoofdstuk. Van vijf jaar weinig inspiratie tot je totaal overgeven aan het ritme van je pen. Het gebeurde gewoon.
De combinatie pen + papier + buitenlucht is goud. Vergeet dat niet. Het is gelukkig ook een simpele optelsom; één om altijd naar terug te keren. Het Schrijfhuisje als concept bleek zo waardevol dat je het bleef herhalen. Een hele of halve week naar een onbekende plek om daar in alle rust te schrijven. Het werd een solide doel. Blijkbaar kun je wél dagelijks schrijven, sterker nog: gaat het je gemakkelijk af. Na het tuinhuisje schreef je vanuit een oude politiecel, een mini logeerkamertje, een woonboot, een chaletje op een eiland, een retro stacaravan, een De Waard tent en de studio van een dichter. Sommige bekostigde je zelf, anderen kreeg je aangereikt van mensen die wilden helpen.
Want mensen willen je helpen! Als je duidelijk bent over wat je nodig hebt, zijn er verbazend veel supporters. Dat is één van de dingen die je geleerd hebt, maar het is lang niet alles. Sommige schrijfdagen zijn extra bijzonder. Dan waan je je zo in de wereld van je verhaal, dat je je karakters om je heen kunt voelen. Dat gebeurde in een stacaravan in het bos, weet je nog? Je zat in februari op de vloer naast de gaskachel. Voorovergebogen werkte je met je schrift op een krukje in de weeïge hitte, ijverig schrijvend. Je keek op, en opeens waren ze daar. Samen, op de bank bij het raam, hangend met een glas wijn in hun hand – je eigen hoofdpersonages.
Opeens waren ze daar. Hangend op de bank met een glas wijn in hun hand – je eigen hoofdpersonages.
Oh trouwens, de angst of er wel iets op papier gaat komen, blijft. Je merkt het elk Schrijfhuisje opnieuw. Wanneer je uitstelt om aan tafel te gaan zitten, door je Whatsappgesprekken scrolt, veel te lang zoekt naar een pen. De angst om te falen kruipt onder je huid en wurmt zich in je hoofd als een akelige zeur: “Maar wat als het niet lúúúkt?” Deze stem behandel je ook zo – je bent nu even bezig. Het schrijven lukt immers altijd.
Het schrijven lukt altijd, hoor je me? Hierbij: een liefdevol, bemoedigend stuk voor jou, De Schrijver. Je hebt een behoorlijk succesvol concept geopend. Een plek om naar jezelf te luisteren en je emoties helemaal te voelen, op dat moment. In een jaar heb je zo talloze woorden op papier gezet – en dat blijf je doen. Want Schrijfhuisje, het alleen zijn, het creëren van deze band met jezelf, het schrijven, dat is voor jou.
Heel veel liefs,
Imme
Tips van Imme:
Luister naar interviews. Op mijn Schrijfhuisje-weken luister ik tijdens de lunch of ochtendkoffie bijna elke dag naar podcasts met diepte-interviews, zoals Nooit Meer Slapen en Groenteman in de Kast. Het helpt mij om verschillende soorten mensen te begrijpen, en de gesprekken zijn een continue inspiratie voor het schrijven van dialoog, perspectief, en hoe mensen het leven zien en beslissingen nemen.
Beeld: Imme Visser
Zit jij vol goedbedoeld advies en wil je ook een Hoofd//stuk schrijven?
Mail dan jouw tekst naar kiki@hardhoofd.com!