In het Hoofd//stuk doen schrijvers een poging om de weg naar het verhaal vast te leggen. Welke tips hadden zij willen krijgen toen ze begonnen? Waar begin je, hoe begin je? Welk advies zullen ze nooit en dan ook nooit meer opvolgen? Lees het in het Hoofd//stuk. Dit keer helpt Leonieke Baerwaldt je de weg vinden in het donkere woud van schrijven aan je debuut. Een roman tikken die niet op je eigen ervaringen is gebaseerd begint als een zoektocht naar zand. Stuiten op ruw materiaal, en er dan iets mee bouwen vereist in ieder geval één belangrijke eigenschap; volharding.
Schrijven is een vorm van concentratie. Je moet je aandacht ergens op richten en dat blijven volhouden. Je moet het serieus nemen, maar tegelijkertijd je speelsheid niet verliezen. Het zoeken naar die balans was voor mij de grootste uitdaging toen ik de kans kreeg mijn debuutroman te schrijven.
Nadat ik een schrijfwedstrijd won en mijn korte verhalen hier en daar gepubliceerd werden mocht ik met uitgeverijen in gesprek, die waren allemaal benieuwd naar mijn grotere plannen. Ik ben niet iemand die al drie voltooide manuscripten in een la heeft liggen en het idee om een roman te gaan schrijven beangstigde me behoorlijk. Ik voelde me comfortabel bij de lengte van het korte verhaal. Ik vond het heerlijk om net zo lang te schuiven en te schrappen tot het allemaal in de juiste volgorde stond. Binnen het korte verhaal had ik overzicht. Een roman vroeg iets van me dat ik misschien niet kon waarmaken, het leek een bos waarin ik zou verdwalen. Maar ondanks al die twijfel wilde ik natuurlijk wel heel graag. Het is nu of nooit, dacht ik. Dit is mijn kans.
Zand zoeken
Ik vergelijk schrijven wel eens met het bouwen van zandkastelen. Je hebt een hoop los zand en gaat daar mee aan de slag. Het verhaal waar je aan werkt krijgt zo een driedimensionale kwaliteit ook al zal het lange tijd geen vaste vorm aannemen. Je kunt eraan blijven schaven, afbreken en toevoegen. Je kunt grote ingrepen doen totdat het als een geheel begint te voelen. En zelfs tot op het allerlaatst heb je nog de mogelijkheid om dingen te veranderen.
Als je over jezelf schrijft, dan is het zand er al voordat je aan de bouw van een zandkasteel begint
In het begin bleef ik steeds hangen bij de vraag: waarover moet ik schrijven? Over mijn eigen ervaringen? De verhalen die het dichtste bij je staan hebben vaak automatisch zeggingskracht, maar ik wil de mijne laten rijpen. Het autobiografische is niet iets wat er bij mij uit hoeft op dit moment, dat kan altijd nog. Ik heb mezelf uitgedaagd om éérst fictie te schrijven.
Als je over jezelf schrijft, dan is het zand er al voordat je aan de bouw van een zandkasteel begint. Maar schrijf je fictie dan moet je het zand zelf zoeken.
Hoe vind je zand? Door details te verzamelen, alles wat er om je heen (en vanbinnen) gebeurt in het licht te zien van het verhaal dat je wilt gaan schrijven. Ook al heeft het nog geen vaste vorm, noteer alles waar je aandacht bij blijft hangen. Vraag jezelf: zit hier een verhaal in dat mij aanspreekt? En waarom?
Het schrijfproces van mijn debuutroman Hier komen wij vandaan begon met een aantal beelden. Groezelige plekken die mij buitensporig fascineerden: een caravankerkhof waar ik ooit was, een tropische vissenwinkel waar ik dagelijks langsliep en die nooit open leek te zijn. De ruïne in de Spaanse Pyreneeën die mijn vader jarenlang probeerde op te knappen omdat hij er een zelfvoorzienende commune van wilde maken, maar waar hij nooit aan toe kwam omdat het terrein ieder jaar weer overwoekerde en dus enorm veel onderhoud vergde. Ik zag die plekken voor me en begon te fantaseren over wie daar leven. Mensen waar we makkelijk overheen kijken en vaak te snel over oordelen. Eenlingen die zich afzetten tegen de rest. Daar, voelde ik, zat het verhaal dat mij intrigeerde. Ik zocht naar het spanningsveld tussen groot dromen en de praktische implicaties daarvan, tussen verlangen en teleurstelling. En ik zocht naar een beeld dat dit verlangen kon vertegenwoordigen. Zo kwam ik uiteindelijk bij de onderwaterwereld uit, een cruciaal gegeven in mijn roman. Vanaf dat moment begon het verhaal zichzelf te vertellen. Overal vond ik details die erbij pasten, en die schreef ik op. Zo vond ik mijn zand.
Leonieke's werkruimte
Bouwen!
Als je een zandkasteel bouwt, wees dan niet bang om dingen te proberen. Je puzzelt, herwerkt en overdenkt. Je schuift met het materiaal en sleutelt aan de perspectieven, de persoonsvormen en de tijden, net zo lang tot het klopt. Ik zocht herkenningspunten en kwam uit bij sprookjes van Andersen en de gebroeders Grimm die mij houvast boden, waar ik tegelijkertijd in mee kon gaan en tegenin kon denken. Die sprookjes spelen een flinke rol in het verhaal. Experimenteer! Soms herschreef ik het hele manuscript en dat alleen maar om er zeker van te zijn dat ik het niet zó wilde maar anders. Ik heb ook veel geschrapt. Alles moet in dienst staan van het grotere geheel. Dat wat ik eruit heb gehaald, heb ik verplaatst naar een apart document. Wie wat bewaart, die heeft wat.
Volhouden
Maar hoe blijf je met plezier bouwen aan je kasteel? Het is niet makkelijk om jezelf jarenlang, dag in dag uit op hetzelfde onderwerp te storten zonder af en toe je enthousiasme te verliezen. Blijf je concentreren! Dit betekent overigens niet dat je elke dag gefrustreerd naar die knipperende cursor moet gaan zitten staren. Als je je op iets concentreert dan is het nooit weg uit je gedachten, dan kun je dingen doen die niets met schrijven te maken hebben terwijl je toch aan je verhaal werkt.
Je geeft iets uit handen waar je lange tijd volledige autonomie over hebt gehad, iets waar je trots op bent
Heel lang heb ik mezelf afgevraagd waarom ik juist dit verhaal wilde vertellen ten opzichte van alle andere verhalen die ik zou kunnen vertellen. Wat ik maakte voelde af en toe behoorlijk onsamenhangend. Ik twijfelde voortdurend aan wat ik maakte, aan de vorm waar ik het in goot. Uiteindelijk vond ik een vlechtstructuur die me beviel. En terwijl ik de verhaallijnen in elkaar vlocht ontstond plotseling die intrinsieke zeggingskracht waarop ik had gehoopt. Op een dag voelde ik: ja, nu is het zoals het hoort, dit kan nu niet meer anders. Het staat op zichzelf. Eerst was er niks en nu is er een hele nieuwe werkelijkheid. Dat is echt magisch. Volhouden loont.
Loslaten
Wanneer je een zandkasteel bouwt, is het belangrijk dat je er op een zeker moment, namelijk wanneer het gepubliceerd wordt, afstand van kunt doen. Je geeft iets uit handen waar je lange tijd volledige autonomie over hebt gehad, iets waar je trots op bent en wat onderdeel van jou geworden is, maar zodra je het loslaat, kan er van alles mee gebeuren. Het beste wat je dan kunt doen, denk ik, is even stilstaan bij wat je hebt gemaakt. Neem een mentale foto van je zandkasteel en ga dan verder zonder achterom te kijken. Dat laatste klinkt makkelijker dan het is.
Tips van Leonieke:
Leonieke is groot voorstander van jezelf, tussen het schrijven door, boze wandelingen en kwaaie tukjes permitteren. Ook heeft ze veel gehad aan de schrijftips van Haruki Murakami in What I talk about when I talk about running, van Stephen King in On writing, en raadt ze graag de roman De lange droogte aan van Cynan Jones, evenals de korte verhalen van Lesley Nneka Arimah; Wat het betekent wanneer er een man uit de lucht valt. Haar liefde voor sprookjes spreekt uit haar docu-aanrader; How to meet a mermaid van Coco Schrijber.
Hier komen wij vandaan, de debuutroman van Leonieke Baerwaldt, is 24 augustus verschenen bij Querido.
Beeld: Thaliesin via Pixabay / Leonieke Baerwaldt