Asset 14

Survivalgids voor het consumptieparadijs

Is de mensheid, in al haar enthousiasme voor een beter leven, de aarde om zeep aan het helpen? Pepijn Vloemans begon uit frustratie met de algemene consumptiezucht een boek te schrijven. Hij kwam zichzelf al snel tegen.

Al jaren voel ik me onbehaaglijk. Over de achteloosheid waarmee we in Nederland omgaan met onze overvloed. Over de ecologische consequenties van economische groei. Maar vooral over de oplossingen voor de economische crisis waar we inmiddels al vijf jaar inzitten. Want hoe gaan we die crisis volgens alle economen te lijf? Eenvoudig. Meer van hetzelfde: meer groei. Door nog meer koelkasten en auto's te kopen. Nog meer spullen consumeren. Het dondert niet wat we kopen, hoeveel we verspillen, hoe kortzichtig we te werk gaan - als het consumentenvertrouwen maar wordt hersteld. Ik kon deze redenering niet uitstaan. Uit frustratie besloot ik een boek te schrijven.

De monnik

Een boek schrijven betekent vroeg of laat een confrontatie met je impliciete voorkeuren. Waarom wil ik mensen eigenlijk wijzen op de psychologie achter hun koopgedrag? Waarom doe ik zo veel moeite aan te tonen dat economische groei schaduwzijden heeft en ons niet gelukkiger maakt? Waarom wil ik eigenlijk een duurzame economie? Wellicht heeft het te maken met afkeer van verspilling: eten weggooien lukt me niet zo goed, van dingen repareren word ik vrolijk, vliegtickets boeken kost me moeite, winkelstraten stemmen me meestal melancholisch.

Of heeft het te maken met een dieper gevoel van schuld - dat de mensheid, in al haar enthousiasme voor een beter leven, de aarde om zeep aan het helpen is? De eerste keer dat ik met de duistere kanten van ‘economische groei’ in aanraking kwam, was door een tekenfilm. Ik herinner me de volgende scènes: een eiland met bananenbomen, een bedrijfje dat de bananen oogst door de bomen om te hakken, en een bar die de bananenmilkshakes verkoopt. Naarmate de bar populairder wordt, neemt de vraag naar bananen toe en worden de bomen in hoger tempo omgehakt. De handel in bananenshakes loopt gesmeerd, tot de aanvoer van bananen plotseling instort. Iedereen had het zien aankomen, maar op een dag is het zover: de bananen zijn op. Het einde - en de moraal - van het verhaal is dat op het eiland geen enkele boom meer over is en de bananenmilkshakebar gaat failliet.

Illustratie: Lisa-Marie van Barneveld

Deze pessimistische parabel van de economische groei maakte destijds grote indruk. Ik werd gewaarschuwd voor de Prometeaanse hoogmoed van de mens die de natuur op steeds grotere schaal naar haar hand zet. Dat moest wel een keer mis gaan! Voor mij was het paradijs al vroeg verloren: ik associeer consumptie en verspilling van jongs af aan al met een aanval op de natuur. De sterkste televisieherinneringen uit mijn jeugd zijn brandende olievelden en het kappen van regenwouden.

Sindsdien zie ik dat wereldbeeld bijna dagelijks bevestigd in het nieuws. De duistere kanten van economische groei laten zich globaal gelden: vervuiling van rivieren en grondwater, onleefbare Chinese steden, plastic afval in oceanen en de concentratie van CO2 in de atmosfeer. Brandende regenwouden, afstervende koraalriffen en olierampen. Stormen, hoogwater, overstromingen, hittegolven en tyfonen. We maken het live mee: de mensheid overschrijdt de grenzen van de aarde. Net als in de tekenfilm.

Wat te doen? Onze verlangens begrenzen, dacht ik. Minder groeien, minder willen. En belangrijker nog: deze stilstand positief leren waarderen. In plaats van een pijnlijke transitie waarin we telkens hard ‘gepakt’ gaan worden, waarbij we moeten ‘inleveren’ en ‘sober en zuinig’ moeten leven, kunnen we minder ook als meer kwalificeren. Bijvoorbeeld door te streven naar waardevolle ervaringen in plaats van bezit. Door te zoeken naar een balans tussen werken en leven - naar een kortere werkweek. De natuur met rust laten, lokaal groenten verbouwen, minder reizen. Leven met weinig materiële behoeften. Die romantische geest van consuminderen - door Peter Sloterdijk aangeduid als ‘ecocalvinisme’ - is bijzonder aantrekkelijk in tijden van economische neergang.

De droom van Thoreau

De beste vertolker van het ascetische antwoord op het doorbreken van de permanente groei van verlangens is Henry David Thoreau. Vanaf 1837 tot zijn dood in 1862 hield hij een dagboek bij. Beroemd werd hij vooral door een jarenlang solitair verblijf in een zelfgekluste hut in de bossen rond Concord, aan de noordoostkust van de Verenigde Staten.

In maart 1845 begon Thoreau met de bouw van zijn hut aan Walden Pond, een meertje in de bossen van Massachusetts. In Walden (1854), het boek dat hij schrijft over zijn verblijf, vermeldt hij nauwkeurig zijn dagelijks leven. Hoe hij beestjes observeert. Hoe duur het materiaal voor zijn hut was. Welke gasten hij ontvangt. Hoe mooi de natuur is. En wat hij doet: Thoreau pocht dat hij iedere dag maar vier uur hoeft te werken en de rest van de tijd besteedt aan lezen en schrijven. Hij wil ontsnappen aan de industriële logica van de negentiende eeuw en meer tijd en vrijheid krijgen. Daar offert hij status, comfort en materiële verlangens voor op. In Walden zet Thoreau de wereld van de hardwerkende Amerikaan op zijn kop. In het eerste hoofdstuk, met de toepasselijke titel ‘Economy’, schrijft hij dat hij zijn gefortuneerde leeftijdgenoten niet als winnaars maar als pechvogels ziet, ‘die de pech hebben dat ze boerderijen, huizen, schuren, vee en landbouwwerktuigen hebben geërfd, want die dingen zijn gemakkelijker te verwerven dan kwijt te raken.' Thoreau raadt zijn lezers aan goed na te denken over hun werkelijke behoeften, voordat ze zich door de heersende normen en waarden tot meer werk laten leiden.

Het is een interessante les voor de inwoners van het hedendaagse consumptieparadijs. Thoreau draait de rollen op originele wijze om: hij beschouwt het verlangen naar méér als een beperking van zijn vrijheid. Vooruitgang ziet hij als onderwerping aan spullen en verplichtingen. Het probleem van rijkdom is volgens Thoreau simpel gezegd dat we ervoor moeten werken om hem te behouden of vergroten. De retorische vraag die hij zichzelf stelt, is de vraag die mij ook bezighield tijdens het schrijven van dit boek: ‘Moeten we er voortdurend naar streven om meer van die dingen te verwerven in plaats van met minder tevreden te zijn?’ Heeft het zin om hard te werken, als we daarmee vrije tijd opofferen om meer geld te verdienen?

Thoreau formuleerde in Walden meer dan anderhalve eeuw geleden al het fundamentele probleem van economische groei: het heft oude schaarste op, maar schept nieuwe verlangens. Hoe hard we ook vooruit rennen, het land van overvloed blijft achter de horizon liggen zolang we door een liberale bril door de wereld kijken. En dat is een boodschap waar we wel eens vaker bij stil kunnen staan, dacht ik.

Ik was op weg een ecologische monnik te worden.

De twijfel

De twijfel sloeg toe tijdens het lezen van How Much is Enough? (2012) van vader en zoon Skidelsky. Ook zij stellen dat verlangens eindeloos zijn - en dat de enige remedie tegen de permanente onvrede en schaarste het temperen van onze behoeften is. Een Thoreaueaanse gedachte, maar wat me trof was dat de Skidelsky's matiging uit ecologische overwegingen resoluut afwijzen. Onze manier van leven veranderen omdat we de zee leegvissen, natuur vernietigen of het klimaat verstoren? Dat vinden de Skidelsky's een bespottelijke redenering:

"De meeste klimaatactivisten hebben ook een hevige afkeer van hebzucht en luxe […] Hier, en niet in de saaie computerdata van kosten en baten, bevindt zich het kloppende hart van klimaatactivisme. […] Het ecologisch pleidooi voor het terugdringen van de groei kan niet verklaard worden als een pragmatische reactie op bekende feiten. Er spreekt een hartstocht en een wil tot geloof uit, waarbij de feiten bijzaak zijn."

Waarom trof me dit zo? Omdat het niet onjuist was. Plotseling begreep ik waarom duurzaamheid voor mij zo'n vanzelfsprekend concept was. Waarom ik het intuïtief zo snel eens was met de voorspellingen over klimaatverandering. Het verklaarde waarom ik altijd open stond voor de schaduwkanten van de vrije markt en economische groei. Niet wegens feiten van milieuvervuiling, de harde wetenschap, maar omdat ik toch al een hekel had aan de verspilling, de waanzin van de moderne economie.

Tot die tijd zag ik duurzaamheid, een matige levensstijl en minder economische groei als rationele oplossingen om een wereldwijde milieucrisis af te wenden. Ik geloofde dat een leven met minder consumptie helemaal niet zo erg hoefde te zijn en dat de sleutel van groene politiek en economie lag in elegante wijzigingen in ons dagelijks gedrag die ons aan het einde van de dag misschien zelfs gelukkiger zouden maken. Het kwam er alleen nog op aan om de rest van de mensheid hiervan te overtuigen. Niet veel later las ik The Economics of Enough (2011) van Diane Coyle. Ook zij plaatst de milieubeweging in een romantische traditie. Al sinds de opkomst van het industriële tijdperk veranderde de wereld snel en protesteerden ‘romantici’ tegen het verlies van bestaande gebruiken en tegen de toenemende efficiëntie, schrijft Coyle. Vooruitgang werd door deze romantische traditie met scepsis bezien, omdat het ten koste ging van gemeenschap, relaties en de omgeving:

"Deze triade – gemeenschap, relaties, milieu – is sinds de industriële revolutie waarmee het moderne kapitalisme een aanvang nam ten offer gevallen aan economische groei. […] Vrees voor het behoud van cultuur en het belang van menselijke relaties hebben een lange geschiedenis, maar tegenwoordig vindt het laatste bestanddeel van de triade, het milieu, veel meer weerklank dan in het verleden."

Duurzaamheid, zorg om het milieu, zorgen om klimaatverandering - het is niets anders dan de laatste loot aan de stam van de romantiek. Hoe meer ik erover nadacht, hoe meer ik zag dat de wetenschap die in mijn wereldbeeld paste – van dalende biodiversiteit tot vergiftiging van het grondwater door het boren naar schaliegas – iedere keer mijn fundamentele geloof bevestigde dat de mensheid te hebberig was.

Wat ik heb geleerd is dit: de computerdata over klimaatverandering kloppen, maar de conclusie die ik uit deze wetenschap trok, klopte niet. Dat we onze verlangens moeten matigen om de planeet te redden is een slordige redenering. Ongemerkt had ik ‘duurzaamheid’ en ‘het goede leven’ aan elkaar gekoppeld, terwijl het dichter bij de waarheid was dat duurzaam willen leven een uitdrukking van míjn preferenties was. Het was daarnaast voor mij makkelijk om de consequenties van klimaatonderzoek te accepteren: minder vliegen is niet erg wanneer je zelden vliegt, en duurdere benzine door het invoeren van een CO2-belasting was ook geen probleem, want ik heb geen auto.

De monnik in mij had zijn visie op het goede leven tot algemene moraal verheven.

Pepijn Vloemans (1984) studeerde rechten en filosofie. Hij schrijft met regelmaat voor De Groene Amsterdammer en nrc.next. Zijn tweede boek Survivalgids voor de consumptiemaatschappij verscheen onlangs bij Querido Uitgeverij.

Mail

Lisa-Marie van Barneveld is editorial illustrator. Ze houdt van korte deadlines en moeilijke onderwerpen. Haar geheime superkracht is meer verf op haar handen/kleren/tafel/kat krijgen dan op het papier.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Waarom stellen journalisten zo weinig vragen?

Waarom stellen journalisten zo weinig vragen?

Bij de media heerst ziekte, journalisten stellen te weinig vragen. Fausto en Marthe van Bronkhorst komen met een behandelplan. Lees meer

Essaywedstrijd: 'Dat is dan jouw waarheid' Hooray for the Essay 2026

'Dat is dan jouw waarheid' Hooray for the Essay 2026

In deze editie van Hooray for the Essay dagen we je uit om na te denken over waarheid. Reageer voor 19 januari. Lees meer

:Schoonheid van de partij: Mogen politieke partijen een eigen esthetiek ontwikkelen? 1

Schoonheid van de partij: Mogen politieke partijen een eigen esthetiek ontwikkelen?

Is politieke inmenging met kunst en esthetiek vooral iets van vroeger, en is schoonheid tegenwoordig gedepolitiseerd? Patrick Hoop schreef een essay over waarom ons huidige politieke stelsel zich mag - of moet - bemoeien met schoonheid. Lees meer

Een eerste keer

Een eerste keer

In dit erotische verhaal vraagt Jochum Veenstra zich af of het opwindend kan zijn om constant expliciete consent te vragen, en of er dan ook echte consent tot stand komt. Een eerste keer is ook gepubliceerd als audioverhaal bij deBuren. 'Als onze monden elkaar raken, lijkt de vriendschap die we bij daglicht hebben weer tot leven te komen.' Lees meer

Politiek is de olifant in de kamer, maar modejournalistiek trekt de deur liever dicht

Politiek is de olifant in de kamer, maar modejournalistiek trekt de deur liever dicht

Mode lijkt glanzend en zorgeloos, maar er schuilt een wereld van politiek achter. Loïs Blank vraagt zich af: wie bepaalt eigenlijk welke verhalen verteld mogen worden? Wat gebeurt er met de progressieve stemmen van een bedrijf dat vooral voor de winst gaat? Lees meer

Suriname - van onafhankelijk land naar natie

Suriname - van onafhankelijk land naar natie

Op 25 november is het 50 jaar geleden dat Suriname onafhankelijk werd van Nederland. Kevin Headley bespreekt hoe de onafhankelijkheid van Suriname tot stand is gekomen en hoe het zich verder ontwikkelt tot natie: van politieke geschiedenis tot hedendaagse successen. Lees meer

Balletles

Balletles

In een rumoerig café herinnert een groep meisjes zich heel helder: 'Meisjes zoals wij leren vroeg de kunst van de onwaarneembare volharding.' In dit korte verhaal neemt Marieke Ornelis je mee in een wereld vol witte panty's, billen op een koude vloer en honingachtig vocht, terwijl de intimiteit wegsmelt onder de toneellampen. Lees meer

De integratie-stok slaat wéér de ‘problematische Moslim’

De integratie-stok slaat wéér de ‘problematische Moslim’

'Een begrip als integratie lijkt een middel om te streven naar een inclusievere samenleving, maar dwingt in feite minderheden om hun culturele en religieuze identiteit op te geven.' Aslıhan Öztürk legt de retoriek bloot waarmee de integratie-stok dreigend boven het hoofd van generaties migranten wordt gehouden. Lees meer

Pomme d’amour 1

Pomme d’amour

In dit gedicht van Elise Vos vinden de glazen muiltjes en kikkerprinsen uit de klassieke sprookjes hun weg tussen de HR-medewerkers en stadsduiven met verminkte pootjes. Een hoofdpersoon zoekt diens plek in de wereld, terwijl mannen dwars door de ontknoping van het verhaal heen slapen. Lees meer

Ademruimte

Ademruimte

‘Hij kon toen alleen Catalaanse woorden fluisteren en zijn wijsvinger buigen om aan te geven wanneer hij naar buiten wilde om te roken.’ In Ademruimte, van Elisa Ros Villarte, keert het hoofdpersonage terug naar haar ouderlijk huis dat gevuld is met onbekend speelgoed, bevroren maaltijden en beladen vragen. Lees meer

Wifey material

Wifey material

Wifey of wervelwind, Madonna of hoer. Marthe van Bronkhorst had gehoopt dat dit binaire denken passé was, maar helaas, de emancipatietrein blijkt op dit spoor nog steeds haperen. Ik oefen een enorme aantrekkingskracht uit op één specifiek soort mensen: mensen van wie de favoriete contactfrequentie eens in het kwartaal is. Mensen van wie de love... Lees meer

Nwe Tijd x Hard//hoofd: Maandagavond – De uitnodiging

Podcast: Maandagavond – De uitnodiging

Deze Maandagavond liep iets anders dan gepland. Of beter gezegd: precies zoals gepland, althans voor iedereen behalve Suzanne Grotenhuis. Met Freek Vielen, Ellis Meeusen en Johannes Lievens, die in de tweede aflevering van dit Maandagavond-seizoen stilstaan bij momenten die je anders aan je voorbij zou laten gaan. Lees meer

Bestel ‘Ik wil, wil jij ook?’ - briefwisseling over seksueel consent 1

Bestel ‘Ik wil, wil jij ook?’ - briefwisseling over seksueel consent

Bestel onze bundel 'Ik wil, wil jij ook?' een briefwisseling over seksueel consent Lees meer

Vrijheid

Vrijheid

Liggend onder de auto van de buren overdenkt een man de relatie tot zijn familie, de gevolgen van zijn gedrag en de reactie van omstanders. Eva Gabriela schreef een kwetsbaar verhaal waarin de dreiging en het ongemak constant voelbaar zijn, en waarin de pleger van huiselijk geweld de hoofdpersoon is. Lees meer

Anders voel ik me zo oud 1

Anders voel ik me zo oud

In dit essay analyseert Loulou Drinkwaard de tegenstrijdige etiquetten die haar zijn geleerd of opgelegd: ‘Tussen u en jou in, zweef ik. De waarden van mijn vader in mijn ene hand en de waarheid van mijn moeder in mijn andere. Mijn oma deelt de kennis van ons moederland en ‘De Nederlander’ bepaalt wat hoort. Ondertussen vond ik een alternatief. Zullen wij elkaar vousvoyeren?’ Lees meer

:De herhaling van de zombie-apocalyps: Op zoek naar een alternatieve dystopie

De herhaling van de zombie-apocalyps: Op zoek naar een alternatieve dystopie

De zombie is een popcultuuricoon. En niet alleen tijdens Halloween! Series als The Walking Dead en The Last of Us volgen de gebaande zombiepaden. Volgens Anne Ballon hebben zombies méér narratief potentieel. In vernieuwende verhalen wordt onderzocht 'hoe wij als halfbewusten de wereld beleven, hoe we opgaan in systemen die we niet hebben gekozen, hoe we verlangen en met verlies omgaan.' Lees meer

Kleding gaat als warme broodjes over de toonbank, maar dat mag wel wat letterlijker

Kleding gaat als warme broodjes over de toonbank, maar dat mag wel wat letterlijker

We weten precies wat er in ons eten zit, maar wat dragen we eigenlijk op onze huid? Net als jij, verlangt Loïs Blank ook naar meer transparantie van de kledingindustrie. Zou die wens dan toch in vervulling kunnen komen? Lees meer

Twee dagen

Twee dagen

Rocher Koendjbiharie belicht de verschillende paden die we tijdens de aankomende verkiezingen in kunnen slaan. Kiest Nederland opnieuw voor rechts, en strompelen we verder richting democratisch en moreel verval? Of kiest Nederland toch voor een samenleving waarin we omkijken naar elkaar? 'Alleen fascisten zien antifascisme als een bedreiging.' Lees meer

Vergeten vrouwen 1

Vergeten vrouwen

In dit essay schrijft Anne Louïse van den Dool over vrouwelijke kunstenaars die meer dan ooit in de schijnwerpers staan. Niet alleen hedendaagse makers, maar ook opvallend veel vrouwen die rond 1900 actief waren in de kunstwereld trekken veel aandacht. Met solotentoonstellingen over Suze Robertson, Coba Ritsema en Jo Koster laten musea zien waarom juist deze kunstenaars alsnog een plek in de canon verdienen. Lees meer

De verdwenen kosmonaut

De verdwenen kosmonaut

Duizenden kilometers van de kosmonaut vandaan zit Igor, uitkijkend over de stad, terwijl hij luistert naar de ruis op de tv, naar de beukende eurodance plaat die nog naklinkt in zijn oren en naar een stem die hem probeert te overtuigen terug te komen. In De verdwenen kosmonaut van Thijs van der Heijden raakt een... Lees meer

Steun Hard//hoofd en verzamel kunst!

Hard//hoofd is een vrije ruimte voor nieuwe schrijvers en kunstenaars. We zijn al vijftien (!) jaar gratis toegankelijk en advertentievrij. Zo’n vrije ruimte is harder nodig dan ooit. Steun de makers van de toekomst; sluit je vóór 1 januari aan als kunstverzamelaar en ontvang in januari je eerste kunstwerk!

Word kunstverzamelaar