Foto: Noya Zeltser
Stormloop
veelheid
oh de veelheid van alles
alles in en alles meer
alles eten alles weten
alles met je mond en ook naakt
wij moeten nu ja naakt
de nacht in om naadloos
in elkaar te kunnen schuiven
er is 1 glas 1 bord 1 lichaam
dat je uit kunt gieten
er is 1 lied 1 licht 1 geur
waarin je uit kunt barsten
met koorts bezit beman jezelf
en struikel in begintaal
om wij! te kunnen hijgen
kleed uit tot kunstgemaakte
woorden mee geven en ruimte
maken voor glanzende ogen en
koude korte adem in de nacht
wij zijn 1 denderende massa
1 over zichzelf heen vallende
kudde ademende dieren
die poot aan poot de wereld omvat
van alles oh de veelheid
van alles omvat ons kloppend naakt de veelheid
de dichter is geexalteerd wil de lichamelijkheid bezingen