Gedurende het priemjaar 2011 maakt audiokunstenaar Harold Schellinx een geluidskiekje van tien seconden. Elke dag van de week, op steeds wisselende uren. Of hij nou in Amsterdam of in Parijs is, in Brussel of in Kyoto, in Brooklyn of in Wiesengrund. Iedere zondag hoor je op hard//hoofd de zeven geluidsprentjes van de week daarvoor, aaneengeregen tot een stukje van 70 seconden: de tijd die het ook ongeveer zal kosten om het bijhorende tekstje te lezen.
Op precies hetzelfde moment maakt fotograaf Pieter van Wynsberge ergens een foto...
SEVENTY SECONDS [ 45 / 52 ]
Tussen stapels oud papier, kranten, tijdschriften, partituren, romans, encyclopedieën, reclamefolders, handschriften, veel vergeeld en half verscheurd, die kriskras door en op elkaar waren gegooid, prijkte in Jurriaans kleine woning ergens midden in de Quellijnstraat, schuin bij het raam, een gloednieuwe, diepzwart blinkende piano. Op de klep stond een aangebroken fles jenever. Hij nam een slok en ging achter het klavier zitten. Met twee handen veegde hij zijn vette, smoezelige haar uit zijn gezicht, dat in pieken aan elkaar plakte. ‘Kleine secunde,’ riep hij, en fortissimo possibile, in een presto staccato, begon hij de laagste en de hoogste twee toetsen aan te slaan: la/si♭ helemaal aan de baskant, en si/do aan de diskant. Hij beukte als een wildeman, maar het was een geconcentreerde razernij. Het instrument ratelde met de mechanische precisie van een pianola waarin een stukje van een Conlon Nancarrow rol in een loopje speelde. Het metalen dopje van de jeneverfles danste al snel achter van de bovenklep af, en ik greep nog net op het nippertje de fles zelf, anders was die er even later ook vanaf gekeild.
Zo stond ik naast Meesje bij het raam, met een fles jonge van Bols in mijn handen. Wij keken naar buiten, zij aan zij, terwijl Jur eindeloos die kleine secundes uit zijn nieuwe piano bleef ranselen. Zo laat in de nacht, en daar drie hoog boven, was het muziek van een onaardse schoonheid.
Toen Meesje me aanstootte leek het dan ook alsof er een zeepbel uit elkaar spatte.
Plop!
‘Zie je dat,’ fluisterde ze. ‘Aan de overkant zijn ze aan het neuken...’
4-11 november 2011
Amsterdam (2), Vincennes (5)