Gedurende het priemjaar 2011 maakt audiokunstenaar Harold Schellinx een geluidskiekje van tien seconden. Elke dag van de week, op steeds wisselende uren. Of hij nou in Amsterdam of in Parijs is, in Brussel of in Kyoto, in Brooklyn of in Wiesengrund. Iedere zondag hoor je op hard//hoofd de zeven geluidsprentjes van de week daarvoor, aaneengeregen tot een stukje van 70 seconden: de tijd die het ook ongeveer zal kosten om het bijhorende tekstje te lezen.
Op precies hetzelfde moment maakt fotograaf Pieter van Wynsberge ergens een foto...
SEVENTY SECONDS [ 37 / 52 ]
Voorzichtig drapeerde Pierre het verdoofde hondenlichaam op de stoep. Hij fatsoeneerde oren en poten, en trok met twee vingers de tong van het beest uit de bek, zodat die als een roze poetslap over de tegels hing. Een toegesnelde assistente goot een stroperige rode vloeistof rond de kop van het dier en over zijn tong. Dat vormde ze met een sponsje tot een keurig plasje. Toen maakte ze zich snel weer uit de voeten. Honza knikte tevreden en riep hard: ‘Action!’
Zeven of acht seconden maar hoefde de uitgekiende draaiende beweging van de camera naar de kop van het als dode beest te duren. Maar nog voor de dolly driekwart van het traject had afgelegd, schoof een donkere schaduw over het hondenlijf. Wanhopig strekte Honza zijn armen ten hemel. ‘Kut, kut, kut, kut, kut!’, gilde hij stampvoetend. Pierre knielde naast het lichaam van de hond. Hij dekte het toe met een wollen deken. Ook blies hij zachtjes in beide oren. Verderop, rond de dolly, werd druk overlegd. De geluidsman neuriede een deuntje van Brel en stak nog een Gauloise op.
Minuten verstreken.
De oren van de hond begonnen zachtjes te trillen. Het beest schudde even met zijn kop.
‘Zon!’ probeerde de cameraman nog enthousiast.
Maar Pierre zei kort en verbeten: ‘Nee, nu is het te laat!’
Waarop de hond zijn ogen opsloeg en hem aankeek.
Met iets van dankbaarheid, zou ik zeggen.
Vol vertrouwen.
10-16 september 2011
Berlijn (3), Vincennes (3), Parijs