Gedurende het priemjaar 2011 maakt audiokunstenaar Harold Schellinx een geluidskiekje van tien seconden. Elke dag van de week, op steeds wisselende uren. Of hij nou in Amsterdam of in Parijs is, in Brussel of in Kyoto, in Brooklyn of in Wiesengrund. Iedere zondag hoor je op hard//hoofd de zeven geluidsprentjes van de week daarvoor, aaneengeregen tot een stukje van 70 seconden: de tijd die het ook ongeveer zal kosten om het bijhorende tekstje te lezen.
Op precies hetzelfde moment maakt fotograaf Pieter van Wynsberge ergens een foto...
SEVENTY SECONDS [ 33 / 52 ]
Elric wist precies hoe laat het was toen drieëndertig jaar geleden – hij was nog maar net zeven – een nachtelijke bezoeker een hand op zijn hoofdje legde en toen op zijn hart: er zaten zes vingers aan die hand. De ufologen en sterrenkijkers, in vergadering bijeen in een zaaltje naast het Café des Sports, knikten driftig. Elric zelf veegde een duivenstrontje van zijn mouw. Neen, er was geen sprake van abductie, stelde hij. Zijn interplanetaire reisjes waren educatieve excursies, waaraan hij steeds uit vrije wil had deelgenomen. In de zaal klonk instemmend gegrom. ‘Allemaal een klap van de molen,’ dacht ik. En terwijl de waard en zijn dochter kannen met rode landwijn aandroegen, maakte ik dat ik wegkwam.
Later die nacht zag ik Elric weer. Dat was bij de drankautomaat in de onverlichte en lege hal van een zelfbedieningshotel langs de snelweg, aan het randje van Châlons-en-Champagne. Na wat biertjes en een handvol Gitanes kwam hij echt goed los. Hij vertrouwde me toe dat hij tijdens zijn meest recente trip naar de verre planeet bij buitenaardse doktoren onder het mes was geweest, maar over wat ze aan hem hadden versneden mocht hij niks zeggen. Hij wierp, met een vette knipoog, een blik op zijn kruis, waar uit zijn plots openhangende gulp een waarlijk buitenaardse erectie priemde. In het koude licht van de zoemende automaat wipte het gezwollen apparaat als een Drentse jaknikker op en neer. Ik schoot in de lach, riep ‘mo'Dajvo' pa'wIjDaq je narghpu' He'So'bogh SajlIj!’ (*) en goot de inhoud van mijn blikje over het uitstekende lid.
‘Fanga, fanga!’ schreeuwde Elric nog.
...
Dat begreep ik niet.
13 - 19 augustus 2011
Ars-en-Ré
(*) Klingon voor ‘Uw stinkende huisdier is uit zijn kooi ontsnapt en verscheen in mijn vertrekken.’