Asset 14

Roes

Waar praten chirurgen over als ze je staan te opereren? Laura kreeg een ruggenprik, en kon bij volle bewustzijn meeluisteren.

Mijn eerste operatie was onder narcose. Ademhalen door een maskertje, terugtellen van tien tot één (ik haalde de zeven) en toen eindeloos witte stilte. Maar het ontwaken uit dat niets was grijs en groezelig. Dagen achtereen was ik chagrijnig. Mét hoofdpijn. Daarom neem ik nu een ruggenprik in combinatie met een zogeheten plexusblokkade. Plus morfine, uiteraard. Een cocktail waarbij spier- en zenuwbundels worden stilgelegd, maar je bewustzijn gewoon met rust wordt gelaten. Dus geen kater van een midweek en als bijkomend voordeel zie je nog eens wat.

Na infusen, huidtekeningen, teststroomstoten en scheefhangen (om de verdovingsvloeistof naar de goede plek te laten stromen) ben ik plots van mijn navel tot mijn tenen verlamd. Een behoorlijk ontspannen gevoel. Een roze geverfd been wordt achter het groene operatiedoek bij de enkel omhoog gehouden. Vreemd, vind ik eerst, dat ze hier dus nog iemand opereren. Tot ik met een schok realiseer dat dat knalroze lichaamsdeel mijn eigen been moet zijn. Vlug schuif ik mijn handen onder de warmtedekens om het even te checken, in mijn bovenbenen te knijpen, maar op de plaats waar ik die verwacht liggen nu twee plastic zakken gevuld met lucht. Weer duurt het een aantal ogenblikken voordat mijn hersenen doorhebben dat ook dít mijn benen zijn. Benen die niet terug voelen.

“De verbinding met je hoofd is tijdelijk weg,” beantwoordt de anesthesist mijn zoekende blik. “Veel mensen denken dat er iemand bij ze onder de dekens ligt.”

Dan komt de chirurg door de klapdeuren naar binnen, zijn handen hoog in de lucht. Een assistent staat al klaar met een groene jas.
“Handen,” sommeert de chirurg, die zijn armen nu vooruit steekt en zich in de jas laat helpen. “Trek de mouwen even op.”
Aarzelend pakt de assistent de stof beet maar krijgt direct een reprimande.
“Ja, stop maar! Nieuw jasje. Je hebt er met je vingers aangezeten, gooi maar weg. Hoe heet je?”
“Joram.”
“Loop je de hele dag mee, Joram?”
Joram knikt.

Er zijn ongeveer twaalf mensen in de operatiekamer: allemaal in het groen, met blauwe mutsjes op hun hoofd. Een van de groene lui verplaatst - lukraak lijkt het - wat stekkers in de operatietoren en achter mij piept iets zonder ophouden.
“Is dit normaal?” vraagt iemand. Niemand antwoordt.
“Bovendruk is 108. Willen we dat?” Geen antwoord.
“Ik heb zo een kind.”
“Femoraal?”
“Is er al een time-out geweest?” De anesthesist kijkt vluchtig in de map die naast mijn bed hangt en vervolgens naar de bandjes rond mijn polsen.
“Naam? Geboortedatum? Welk been?” Streng kijkt hij de ruimte rond. “Staan de pijlen erop?”
Ik wil wijzen, maar niemand ziet het bovenlichaam dat bij het been op de snijtafel hoort.
“Incisie!”
Drie jonge mannen, waarvan ik er één vaag ken uit de kroeg waar ik ooit werkte, kijken met de chirurg mee wanneer hij vijf ingangen rond mijn knie snijdt. Mijn ver omhoog gebonden been doet niet bepaald een decente pose vermoeden, maar toch voel ik me uitermate gemakkelijk op de koude tafel.

“Kijk, dit is de vijl waar ik je bot mee ga schaven, zo klein.” De chirurg houdt een glimmend apparaatje voor mijn neus en vertelt dat alles op het beeldscherm veertien keer wordt vergroot. Ik kijk naar de suikerspin die daar rond wappert: de verrotte kruisband. Met een grijper worden de restanten daarvan weg gehapt. Er klinkt een afwisselend slurpen en slijpen en het lijkt hard te waaien in die knie; als diepzee-anemonen deinen de weefsels mee met het water dat wordt rondgepompt. Liters gaan er doorheen. Het is dan ook opvallend schoon en helder, afgezien van wat brokstukken van het ongeluk. Slechts nu en dan wolkt er een sliertje bloed langs de twee gigantische manen op het scherm.
Mijn boven- en mijn onderbeenbot.

Illustratie: Inés Cuesta

“Niet schrikken hoor.” De chirurg komt even boven de groene wand uit. “Ik ga nu een liniaal inbrengen. Gewoon een ordinaire liniaal.” In het ruimtelandschap verschijnt aarzelend een zwart-wit liniaaltje, exact zo één als ik op de middelbare school ook had; het ding dat gaatjes in mijn leren etui prikte. Vertederd glimlach ik naar het beeldscherm.

Na de vijl en de liniaal volgen onder meer nog ijzerdraad, een soort stofzuigertje en een heuse boor. Aan de snerpende geluiden en het bonken van mijn lijf op de stalen tafel maak ik op dat er flink wat kracht wordt gezet. Schroeven van vier centimeter worden naar binnen gejast. Ik voel niets en met een dwaze grijns luister ik naar de vrouwenstemmen achter mij. Ze lachen nogal uitbundig voor in een operatiekamer. Eén van hen vertelt over een nieuw café in de Baarsjes en onderwijl petst er iets in een stalen bak.

“Ik heb de pees uit je hamstrings geknipt.” De chirurg verschijnt weer even in mijn blikveld en knikt naar de keuvelende assistentes. “Zij snijden hem nu op maat voor je kruisband.”

Na achtenzeventig minuten zit het erop.
“Stop de tijd!” grapt de chirurg en trekt voorzichtig alle apparatuur uit mijn been naar buiten. “Het moet alleen nog even worden dichtgenaaid. Hoe vond je het?”
Voldaan kijkt hij me aan, maar ik kan alleen maar naar het beeldscherm staren. Hij is vergeten de camera uit te zetten, die dus niet meer ín maar boven mijn knie filmt. De subtiele jaap eronder is nu, veertien keer vergroot, een pruttelende bloedgeiser van bijna een meter. In het drassige rood valt vooral het zuiver witte bot op. De anesthesist legt een hand op mijn schouder en draait vlug het scherm weg. Vraagt of ik het koud heb. Nog een warmtedeken wil? Een roesje? Echt nergens last van heb?

“Ik voel niets,” antwoord ik lijzig. Of nee, toch wel: ik voel me zowaar fantastisch! Nog nooit was ik zo ontzettend relaxed én opgewekt. Die ruggenprik-morfinecocktail hoort zonder twijfel thuis in ieders badkamerkastje. Ik wil huppelend naar huis en een feest geven, dansen, hardlopen!

Maar niet veel later lig ik kotsmisselijk naast een man in een strakke, zwarte onderbroek. Zijn linkerbeen is roze van het ontsmettingsmiddel en wordt langzaam op en neer gebogen in een machine, net als mijn rechterbeen. We glimlachen zwakjes naar elkaar - een situatie die toch een band schept. Het geluid van de buigapparaten doet me denken aan de soundtrack van Eraserhead. Ook hier heerst nu de juiste room tone om een neutrale plek in een angstaanjagende ruimte te veranderen. De airconditioning zoemt, machines met gehavende ledematen piepen en ver beneden ons klinkt het vervreemdende geruis van de stad op een dinsdagmiddag. De geluiden van wegebbende morfine. Mijn overbuurvrouw spuugt taai slijm in een kartonnen bakje en ik voel met terugwerkende kracht de vijlen, linialen en boormachines in mijn knie bonken.

Een vrouw met vettig haar in een dun staartje wordt in haar rolstoel voorbij gereden. Ze snikt met lange uithalen.
“Het! Doet! Zo’n! Pijn!” Schor van het huilen laat ze op het toilet naast mijn kamer jammerend harde scheten. Haar uithalen gaan daarbij over in een zacht gegrom, tot de scheet eruit is en ze weer uit volle borst kan schreeuwen. Dit herhaalt zich ieder uur, een heel etmaal lang. Zielig of hilarisch, ik kan niet kiezen.

Voor die keuze kom ik tijdens mijn verblijf nog meermaals te staan. De felgekleurde lichaamsdelen in de gang. Opgezwollen, geknakte gewrichten onder donkerblauwe knoopshirtjes, ieder in zijn eigen onderbroek. Ondersteund door looprekken, krukken of de stevige greep van een fysiotherapeut leert men hier voor de tweede keer in een leven lopen. Helemaal opnieuw, omdat alle spieren en pezen en zenuwen van hun plek zijn geweest. Wiebelend laat ik een man met grote schroeven in zijn schedel passeren (overreden door een bus, hoor ik later).

“Wat een gedoe met dat lijf hè?” Over zijn rollator gebogen kijkt hij mij vol medelijden aan en rijdt dan zijn in ijzer gestutte hoofd klem tussen de spijlen van een ziekenhuisbed. Ik moet mijn eerste stap nog zetten.

Mail

Laura van der Haar is archeoloog en schrijver.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Roku City/heterotopie/spiegels

Roku City / heterotopie / spiegels

Mel Kikkert schreef een multimedia verhaal over Roku een streamingdienst die in de VS ontstaan is. In 2017 bracht Roku een screen saver uit, die je zag als je niets aan het kijken was op hun service. Lees meer

De sofaconstante

De sofaconstante

Uschi Cop schreef een claustrofobische verhalenbundel over zes levens die getekend zijn door een verlangen naar zingeving. De sofaconstante is een voorpublicatie van een van die verhalen uit haar bundel 'Zwaktebod'. Lees meer

Column: Dat heet ‘een gesprek voeren met elkaar’

Dat heet ‘een gesprek voeren met elkaar’

Als een vriendin van Eva op date gaat met een man waarmee Eva zelf al eerder afsprak, is ze erg benieuwd naar haar bevindingen. Lees meer

:The chosen family: Beelden van queer vruchtbaarheid

The chosen family: Beelden van queer vruchtbaarheid

Marit Pilage onderzoekt beelden van queer vruchtbaarheid in de kunst om zo de definitie van vruchtbaarheid, zwangerschap en ouderschap te herdefiniëren. Lees meer

Een woud vol dichtgetimmerde hokjes

Een woud vol dichtgetimmerde hokjes

Zazie Duinker baant zich een weg door het oerwoud van de (hergedefinieerde) woorden. Lees meer

In de afwezigheid van 1

In de afwezigheid van

Marit Pilage onderzoekt de rol en betekenis van kunst bij zwangerschap en vruchtbaarheid, maar vooral ook bij het uitblijven daarvan. Lees meer

Kijkend naar kunst van mannen: ‘Ben ik toch een mannenhater?’ 6

Kijkend naar kunst van mannen: ‘Ben ik dan toch een mannenhater?’

Puck Lingbeek's vader stelt dat haar boosheid richting mannen haar interpretaties van kunst beïnvloedt. Puck is het daar niet mee eens, maar het zet het haar wel aan het denken. Lees meer

Column: Het glas wijn waar ik zin in heb bestaat niet

Het glas wijn waar ik zin in heb bestaat niet

Twee jaar geleden vroeg Eva nog aan een collega waarom ze niet dronk. Inmiddels laat ook zij de alcohol links liggen en is ze zelf degene die wordt bevraagd. Lees meer

(Ont)hechting

(Ont)hechting

Als Aisha op proef intrekt bij haar geliefde en haar eigen gekoesterde plek achterlaat, is het net het alsof ze een onvaste vorm aanneemt. Lees meer

Voesten

Voesten

"Misschien is dat man zijn hier: hetzelfde bewegen als de anderen." Voesten van Werner de Valk is een kort verhaal over een eiland met een duistere traditie en over het moeten bewijzen van mannelijkheid. Lees meer

Muze

Muze

Loren Snel schreef een roman over hoe samen te zijn met een ander en intussen trouw te blijven aan jezelf. Haar debuut verschijnt 25 oktober bij uitgeverij Prometheus. Hier lees je een voorpublicatie. Lees meer

Liever een monster

Liever een monster

Het is moeilijk te accepteren dat mensen kunnen doden, maar waarom maken we van moordenaars karikaturen? Een voorpublicatie uit Lotje Steins Bisschop en Roselien Herderschee Dodelijke gekte. Lees meer

Jari

Jari

Dave Boomkens schreef een verhaal over troosteloosheid, onmacht en opgroeien. Over hoe je in een treurig flatgebouw, tussen de nieuwsprogrammering en sportwedstrijden door, een vriend kunt vinden en verliezen. Lees meer

Hoe in Duitsland het Zionistische establishment wint

Hoe in Duitsland elke vorm van empathie met inwoners van Palestina wordt verboden

De situatie in Duitsland is de laatste dagen geëscaleerd. Het politieapparaat en de politiek gebruiken harde repressiemiddelen om vooral Duitse mensen van kleur of met een migratieachtergrond de kop in te drukken. Zij verliezen op dit moment hun vrijheid van meningsuiting. Lees meer

Hypnose

Op een dag breng ik alle wereldleiders onder hypnose

Een betere wereld begint bij een andere gedachte en daarom besluit Marthe van Bronkhorst hypnotiseur te worden. Lees meer

Column 1

Je opnemen in mijn testament

Een lugubere ontdekking tijdens een boswandeling doet Eva nadenken over wat we achterlaten voor onze nabestaanden als we overlijden. Lees meer

Geef de dag een naam

Geef de dag een naam

Op een hete zomerdag wordt Felipe zwetend wakker. Deze dag, die heet en broeierig is, brengt hem uit evenwicht, tot hij uiteindelijk doet wat hij gezworen had nooit te doen: hij begint te drinken. Een fragment uit de afstudeernovelle van Tiemen Hageman over het verleden proberen los te laten, het leven ruimte geven en adolescent worden. Lees meer

Aaah, het launchfeest!

Aaah, het launchfeest!

Na de lancering van ons derde papieren tijdschrift willen we onze lezers, schrijvers en makers graag uitnodigen om dit grote succes samen met Hard//hoofd te vieren op 26 oktober in Amsterdam. Lees meer

Tussen de randen van een aquarium

Tussen de randen van een aquarium

Wie ben je als je alles kunt zijn? In het fragmentarische afstudeerwerk van Ettie Edens veranderen mensen onder andere in een hoopje, een steen, een natuurkundedocent, water, iemand die limonade drinkt en een lantaarnpaal. Lees meer

Automatische concepten 71

We hebben een probleem met de derde helft

Een voetbalwedstrijd stopt officieel misschien op het veld, maar Marthe van Bronkhorst merkt in de trein dat het slinkse spel doorgaat. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier! 

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer