Foto: Mirte Slaats
Ze stopt kralen in haar mond,
een voor een,
en kijkt me zwijgend aan.
Als pop is ze mislukt, als mens
schrikwekkend echt. Ze wil nu
gaan en staat – helaas –
in haar goed recht.
Het is alles wat ze zegt,
zo waar zo waar. Ik
maak vrij baan voor haar vertrek
voordat ik
buk
en raap de scherven van de
grond. Ze
sneed me door, maar ook: verbond
mijn wond. En zei toen
zachtjes:
‘je gla-
zen halsketting is stuk’.