er is een man opgestaan
deze ochtend wij vouwden de krant open
en geruisloos gleed hij van de pagina’s af
sijpelde onze slaapkamers binnen
een aangroeiende druppel die uitzakt tot de grond
terstond landde hij onzacht
vloekte binnensmonds
er is een man opgestaan
hij poetste zijn tanden met onze tandenborstel
hij knoopte vastberaden ons overhemd dicht
hij dronk van onze koffie 2 slokken
hij kuste onze vrouwen
zichtbaar aangedaan
om met een droge klap de voordeur achter zich dicht te slaan
er is een man opgestaan
hij stapt stevig door de dag
geen vloeibaarheid zoals de ochtend
bij het wegtrekken van de nacht
nee veerkracht een meebewegen
zijn flanken beschermd
tegen onze uitgestoken handen
door 2 keer 2 man op wacht
er is een man opgestaan
hij heeft zijn haar gedaan
zijn zacht en roze gezicht vangt licht
ook van dit gedicht
dat voorgedragen dient te worden met een limburgs accent
niet om hem te beledigen maar om hem te benaderen
er is een man opgestaan
hij stapt stevig door de dag
hij arriveert op een plein vol zwijgende getuigen
hij bestijgt een klein podium met een klapperende driekleur
zijn mond opent zich om te beginnen met
hij opent zijn mond om jullie te kunnen zeggen