Illustratie: Mirte Slaats
dit zacht veren lichaam hijgt klopt koud van opwinding
alleen alleen eindelijk alleen
in mij staat een vrouw op
in mij woont de verwoestende mogelijkheid op onsterfelijkheid
dierlijk is ze vosachtig tenger en taai
met dit woord roep ik haar aan
ik sla mijn zwart gemaakte ogen op
mijn lichte snor glittert in de maan
ik ben de vossevrouw met de bleke aster in mijn bek
ik draaf schuin door de nacht op zoek naar een slanke eendenhals
ik ben dit dier met pelzige kracht
ik kom uit buik uit buik uit buik
de tijd heeft mij tot hier gebracht
ik strek mijn voorpoten laag bij de grond mijn kop
ik aai een gevederde eendenrug
en eet haar grijnzend op