Asset 14

Overleef je stage met W.F. Hermans

Maites stage bij een hoog aangeschreven instituut bleek minder zinneprikkelend dan van tevoren gehoopt. W.F. Hermans bood uitkomst.

Willem Frederik Hermans leidde een geknot, burgerlijk bestaan. Hij had geen vrienden en was altijd wantrouwig. “Iemand ontmoeten kost mij verschrikkelijk veel moeite,” zei Hermans in een aflevering van het televisieprogramma Literaire Ontmoetingen. “Meestal denk ik: hoe kom ik van hem af, hoe kom ik in godsnaam van hem af?” Deze gekweldheid kwam voort uit zijn geïsoleerde jeugd onder de hoede van overbezorgde, strenge ouders, die hem al snel duidelijk maakten dat wat hij als kind dacht te weten of worden, later bijzonder pietluttig en leugenachtig zou blijken. Dit terwijl de kleine Wim naar eigen zeggen toen al gekenmerkt werd door ‘een kolossale eerzucht’ en ‘superioriteitswaan’. Hierdoor liepen veel van Wims ondernemingen op grote teleurstellingen uit. De jonge Hermans was angstig, maar cultiveerde tegelijkertijd een agressieve drift om zijn angsten te boven te komen. Toen hij voor zijn verjaardag eens een zweepje cadeau kreeg, begon hij er meteen zijn zusje, tegen wie hij erg opkeek, mee af te ranselen. Zijn ouders verdonkeremaanden het zweepje vervolgens, iets dat Wim in grote teleurstelling en boosheid achterliet. Dat hij van jongs af aan het universum als sadistisch beschouwde, is dus niet verwonderlijk. Mislukking was overal, en het was onontkoombaar.

Mislukkingskunstenaar

3 september 2012. Gang in, gang uit. Deur open. Een man met kort melkboerenhondenhaar kijkt op. “Meneer? Kunt u helpen? Ik ben de nieuwe stagiaire. Mijn computer doet het niet.” Zo veelbetekenend begon mijn leven als stagiaire bij de Afdeling Letterkunde van een wetenschappelijk instituut. In de aanloop naar die paar maanden had ik me, enthousiast en ambitieus als ik was, een voorstelling gemaakt van de gewichtige wetenschappelijke zaken waarover ik bedachtzaam met oude wijzen zou converseren. Maar al snel bleken mijn werkzaamheden hoofdzakelijk te bestaan uit het controleren van door mijn superieuren opgestelde Excel-bestanden. Superieuren die bij de koffieautomaat spraken over ‘kolenkachels’ en ‘de koffie in Duitse archieven’ in plaats van over vernieuwende theorieën en baanbrekende ontdekkingen. Bovendien zag ik me steeds geconfronteerd met het feit dat ik me ergens helemaal onderaan de sociale ladder bevond, ja soms zelfs geheel buiten de ladder, namelijk bij het kopieerapparaat. En het kopieerapparaat wil niemand beklimmen (behalve dan zij die hun edele delen willen fotokopiëren, maar die behoefte heb ik nooit gevoeld).

Mijn kantoortje in het instituut bevond zich tussen een clubje letterkundigen die dag in dag uit Hermans’ teksten uitpluizen voor de samenstelling van de Volledige Werken van Willem Frederik Hermans. (Ze zijn inmiddels bij deel zestien van de vijfentwintig.) Omringd door deze Hermansianen en genoodzaakt afleiding te vinden van mijn geestdodende werkzaamheden raakte ik weer begeistert door de oude schrijver. Ik herlas Nooit meer slapen, bekeek YouTube-filmpjes en dwaalde door het eindeloze Hermans-archief in de kelder van het Letterkundig Museum. Ook las ik veel in en over de nieuwe Hermans-biografie: De mislukkingskunstenaar.

Hermans was iemand die ambitie en mislukking, hoogmoed en vernedering in zich verenigde, of hier in ieder geval constant mee worstelde. Een ‘mislukkingskunstenaar’. En eigenlijk, bedacht ik, zijn ook stagiaires bij uitstek mislukkingskunstenaars. Want ja, je bent voor een schijntje kopietjes aan het maken in een poging een glansrijke carrière op touw te zetten. En ja, je bent jong en je wilt wat, maar je bent er nog lang niet (en wie zegt dat je er ooit gaat komen?). Maar hoe moet je hier verdorie mee omgaan?

Hermans’ enige ontsnapping uit deze kwellende tegenstrijdigheden was schrijven. Daaruit putte hij meer plezier dan uit het leven, en dit vormde ook zijn tactiek om de constant op de loer liggende mislukking te bestrijden. Deze strijd, die volgens Hermans nooit gewonnen kon worden, was een groot thema in zijn werk. In Nooit meer slapen laveert Alfred Issendorf tussen de overtuiging een revolutionaire geologische ontdekking te gaan doen en de angst dat hij in wezen, om het zo maar te zeggen, episch faalt. Die spanning tussen lukken en mislukken levert in het boek prachtige en bijkans hilarische passages op. De mens als slachtoffer van zijn eigen bewijsdrift – als je er van een afstandje naar kijkt, zoals je doet wanneer je schrijft, overheerst toch vooral het (leed)vermaak.

Beeld: Ludwig Volbeda

Onder professoren

Met deze notie in mijn achterhoofd begon ik een stagelogboek waarin ik als een ware mislukkingskunstenaar mijn belevenissen als stagiaire beschreef. Ik waande me een soort Alfred Issendorf op expeditie in het land van Onder professoren. Dus schreef ik na een saaie, lange dag (toen ik, toegegeven, een niet geringe kater had):
Vandaag ben ik nagenoeg krankzinnig geworden. Ik had de voorafgaande dagen een druk avondprogramma, en was steeds ’s ochtends om 7:00 uur uit wetenschappelijk plichtsbesef opgestaan om mij trouw naar Het Instituut te begeven. Toen brak de derde ochtend aan. Alles ging mis. Ik miste mijn trein en kwam een uur te laat. Ik had geen eten. Ik was geveld door extreme vermoeidheid. Reeds om 11:00 uur voelde ik een vreemde fysieke sensatie, die het midden hield tussen een OBE (Out-of-Body Experience) en een verschrikkelijke, allesverzengende kater. Ik werkte uiteraard stug door, totdat tegen 12:00 uur mijn kantoor opmerkelijke golfbewegingen begon te maken en het angstzweet me uitbrak. Verward liep ik de lange, eindeloze gang in en begaf mij naar het keukentje. Met trillende handen en tranende ogen vond ik de kattenbeker achterin het keukenkastje. Steun zoekend bij het aanrecht vulde ik de beker met water en bracht hem naar mijn mond. Even werd ik gekalmeerd door het frisse, koude water dat door mijn keel stroomde, maar kort daarna voelde ik in mijn waanzin een zware, koude hand in mijn nek en draaide mij verschrikt om. Willem Frederik Hermans stond achter me en torende hoog boven me uit. Met ijzige blik staarde hij me aan door zijn grote zwarte brilmontuur, stootte een donkere, schampere lach uit en sprak mij toe: “Wat doe je hier! Het is volkomen zinloos!” Een seconde later was hij verdwenen. Stijf van angst en zachtjes huilend stond ik naast de magnetron, alvorens in mijn kantoortje al mijn spullen bij elkaar te zoeken en al struikelend Het Instituut te verlaten.

Grinnikend keek ik naar mijn scherm. Dit moest ik vaker doen. Dus als ik in werkelijkheid de hele dag zat te balen van mijn futiele werkzaamheden, dan schreef ik in mijn logboek dat mijn doorbraak als jonge wetenschapper nu toch echt nabij moest zijn. En had ik wederom een teleurstellend gesprek met één van mijn superieuren, dan typte ik:
Senior-onderzoeker prof. H. was heel aardig tegen me tijdens de gebruikelijke koffie om half elf! We hebben samen lekker gezeurd over de weinige aandacht die onderzoekers – de ware deskundigen! – krijgen tegenwoordig, omdat iederéén opeens deskundige is en bij Pauw en Witteman mag aanschuiven, en iederéén die ooit iets gelezen heeft opeens schijnt te weten hoe het zit. En niemand vraagt het aan de ECHTE deskundigen! Volgens mij zijn we aan het bonden... Hij lijkt ook een beetje op mijn vroegere leraar geschiedenis. Ik weet alleen niet of hij ook een alcoholprobleem heeft en een verleden bij de CPN. Misschien kom ik daarachter naarmate het bondingsproces zich voortzet. Prof. H. vertelde verder dat hij onlangs voor onderzoek naar Chicago is geweest. Ik kon mijn bewondering nauwelijks onder stoelen of banken steken, ook al weet ik dat dit ook maar gewoon een verbitterde en zelfingenomen academicus is die mijn adoratie nooit zal opmerken. Oh, ik voel mij als miezerige stagiaire zo hulpeloos onderaan de ladder bungelen! Gelukkig kan ik mijn façade van geïnteresseerde doch onafhankelijke junior-onderzoeker goed ophouden. Ondertussen beraam ik een plan waardoor ik nooit vergeten zal worden, iets waardoor ik in de herinnering van de senior-onderzoekers zal voortleven als die ene, legendarische stagiaire. Iets met een briljant inzicht, of een huiveringwekkende ontdekking...


In mijn logboek parodieerde ik in de geest van Hermans het dorre instituutsleven en mijn positie als tijdelijk aanhangsel ervan. Opeens werd het een stuk draaglijker om dertig dozen papieren te doorzoeken op zoek naar dat ene verloren gewaande document. Alles werd een Hermansiaans avontuur dat, of het nou lukte of mislukte, de moeite waard was. Raspessimist Hermans bleek de aangewezen persoon om mij als stagiaire van mentale steun te voorzien. Een mental coach tegen wil en dank, een ware stage-goeroe. Omdat ik als een mislukkingskunstenaar over mijn teleurstellingen schreef, kon ik er met een afstandje naar kijken en er – het belangrijkste – om lachen. Natuurlijk, op slechte dagen, na urenlang turen naar mijn computerscherm, dacht ik nog steeds: wat doe ik hier in godsnaam. Maar dan zette ik mijn Hermansbril op, typte een paar vileine zinnen, glimlachte om mijn eigen mislukking en hield, net als Hermans, nooit, nooit op ambitieus te zijn.

Maite Karssenberg (1989) doet momenteel een onderzoeksmaster Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Voor geïnteresseerden is er sinds kort een magazine dat geheel gewijd is aan de stagiair: Intern.

Mail

Maite Karssenberg is schrijfster, historica en programmamaker. Ze houdt van vergeten geschiedenissen en idem reisbestemmingen, de zee en zelfreflectie. Maar het meest nog houdt ze van boeken lezen.

Ludwig Volbeda is tekenaar. Hij houdt van landschappen bekijken, boeken lezen, brieven schrijven, machines niet begrijpen en werken in schetsboekjes.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Twee dagen

Twee dagen

Rocher Koendjbiharie belicht de verschillende paden die we tijdens de aankomende verkiezingen in kunnen slaan. Kiest Nederland opnieuw voor rechts, en strompelen we verder richting democratisch en moreel verval? Of kiest Nederland toch voor een samenleving waarin we omkijken naar elkaar? 'Alleen fascisten zien antifascisme als een bedreiging.' Lees meer

Vergeten vrouwen 1

Vergeten vrouwen

In dit essay schrijft Anne Louïse van den Dool over vrouwelijke kunstenaars die meer dan ooit in de schijnwerpers staan. Niet alleen hedendaagse makers, maar ook opvallend veel vrouwen die rond 1900 actief waren in de kunstwereld trekken veel aandacht. Met solotentoonstellingen over Suze Robertson, Coba Ritsema en Jo Koster laten musea zien waarom juist deze kunstenaars alsnog een plek in de canon verdienen. Lees meer

De verdwenen kosmonaut

De verdwenen kosmonaut

Duizenden kilometers van de kosmonaut vandaan zit Igor, uitkijkend over de stad, terwijl hij luistert naar de ruis op de tv, naar de beukende eurodance plaat die nog naklinkt in zijn oren en naar een stem die hem probeert te overtuigen terug te komen. In De verdwenen kosmonaut van Thijs van der Heijden raakt een... Lees meer

Geen geld maakt ook niet gelukkig

Hard//hoofd zoekt een zakelijk assistent!

Wij zoeken een enthousiaste en veelzijdige zakelijk assistent (x/v/m) die ons zakelijke team wil versterken. In deze functie krijg je de kans om ervaring op te doen met de zakelijke en organisatorische kant van een literair tijdschrift en online platform. Lees meer

Het huis in mijn hoofd

Het huis in mijn hoofd

Wat als technologie je verbeelding probeert te esthetiseren? Mina Etemad bezocht in juni, tijdens de twaalfdaagse oorlog tussen Iran en Israël, de VR-voorstelling From Dust van Michel van der Aa. ‘Het zou troostend moeten zijn, maar hoe kan ik het rijmen met de realiteit hierbuiten?’ Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

:Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Een nieuw seizoen van Maandagavonden door Nwe Tijd, dit keer ook te beluisteren bij Hard//hoofd. Met Johannes Lievens die zich – tegen wil en dank – in het feestgedruis stort, Ellis Meeusen over de voorpret, Suzanne Grotenhuis met een pleidooi voor kleine vieringen en Freek Vielen opent de avond met twee anekdotes. Lees meer

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wanneer de VVD pleit voor het bijhouden van gegevens over ‘culturele normen en waarden’ van mensen met een migratieachtergrond, over welke normen en waarden hebben ze het hier dan eigenlijk? Rocher Koendjbiharie neemt de eisen onder de loep die de politiek alleen stelt aan mensen die zichtbaar wortels elders ter wereld hebben. ‘Men wil geen vermenging van culturen en geen uitwisseling van gedachten. De echte eis is assimilatie en het afbreken van wortels.’ Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer