Asset 14

Nieuwe taal voor rouw

 1

Na het overlijden van haar moeder vindt Babet te Winkel weinig houvast in de bestaande taal rondom rouw. Het werk van de de Amerikaanse psychotherapeut Megan Devine biedt die wel, en brengt haar tot het inzicht dat we dringend behoefte hebben aan een nieuw rouwwoordenboek.

'Woorden schieten tekort', lees ik op het kaartje dat een vriendin mij stuurt na het overlijden van mijn moeder. Ik bedenk me hoe deze uitspraak een van de weinige clichés is waar ik wél wat mee kan. Het past bij mijn snel veranderende gevoel, waarbij de enige constante factor is dat het alweer veranderd is, voordat ik de juiste woorden voor dat gevoel heb weten te vinden.

Als iemand het complexe taalspel van rouw begrijpt, is het therapeut Megan Devine. In haar boek It’s OK that you’re not OK - Meeting Grief and Loss in a Culture That Doesn’t Understand beschrijft ze rouw op genuanceerde wijze vanuit haar eigen ervaring van rouw nadat haar man Matt voor haar ogen verdronk. Ze verdiept, herkadert, onderscheidt en beweegt soepel op en neer van cultureel naar persoonlijk perspectief, waarmee ze persoonlijke rouw ook in een breder, cultureel kader plaatst. Devine schrijft aan de rouwende en door te putten uit haar eigen rouwervaring en de ervaring van haar cliënten sluit ze aan bij de ervaring van de rouwende lezer. Bij dit schrijven schuwt Devine de scherpe randjes van ‘early grief’ en bijvoorbeeld de wens tot suïcide niet.

In veel mainstream media herken ik mij niet, in het werk van Devine des te meer.

Ook ik werd door Devine aangesproken toen ik een manier zocht om met rouw om te gaan. Ik herinner me mijn opluchting dat er meer kennis bestaat dan het vijffasenmodel van rouw van Elisabeth Kübler-Ross doet vermoeden (een theorie die zij overigens nooit als normerend, lineair stappenplan bedoeld had, maar een optekening was van ervaringen van stervenden en achterblijvers). Er zijn woorden en er is kennis die wél dichterbij de ervaring van rouw komen. ‘What I would have given to see my reality reflected back to me’ schrijft Devine over het begin van haar rouwtijd. Ik deel deze ervaring van het belang van herkenning. In veel mainstream media herken ik mij niet, in het werk van Devine des te meer.

Dit is mijn ode aan Megan Devine.

Rouw als ziekte
Onze cultuur ziet rouw als een ziekte, aldus Devine. Rouw als een beangstigende, chaotische emotie die we zo snel mogelijk moeten opruimen, verwerken en achter ons moeten laten. Als gevolg hiervan hebben we achterhaalde overtuigingen over hoelang rouw zou moeten duren en hoe die rouw eruit zou moeten zien. ‘We see it as something to overcome, something to fix, rather than something to tend or support. (...) Those outdated ideas add unnecessary suffering on top of natural, normal pain.'

Er zijn verliezen die je wereld afbreken, op zijn kop zetten, doen instorten

Devine biedt haar lezers een ander perspectief op rouw in It’s OK that you’re not OK en kiest hiervoor nauwkeurig haar woorden. Liefdevol spreekt ze je als lezer aan. ‘I’m so sorry you have need of this book, and I’m so glad you’re here.' Haar boek eindigt ze vervolgens met: ‘I know it isn’t enough, this book, these words. Nothing can actually make this OK for you.’ Precies daarmee doet ze wat ze zelf in haar boek beschrijft als 'bearing witness'. Bij je blijven in je pijn en die pijn erkennen, zonder het op te kunnen lossen.

Waarom ik een hekel heb aan romkoms
Er zijn verliezen die je wereld afbreken, op zijn kop zetten, doen instorten. Soms voelt rouwen als leven op een andere planeet, met een andere taal en met een ander landschap. Devine legt uit hoe ze na het overlijden van haar geliefde Matt op zoek ging naar verhalen van andere mensen die ook leefden in overweldigende pijn. Ze wilde leren hoe ze hiermee kon leven. Ze las echter alleen verhalen over hoe ze van haar pijn af zou kunnen komen en hoe ze het zo snel mogelijk zou kunnen transformeren in iets anders. Daarom is Devine bezig met een grief revolution. Ze spoort mensen aan om de waarheid over rouw en pijn te vertellen. De samenleving heeft nieuwe verhalen nodig waar rouwenden zich in kunnen herkennen.

Devine brengt een subtiel onderscheid aan tussen pijn en lijden

Die verhalen komen niet overeen met het beeld dat in romkoms en veel Hollywoodfilms wordt geschetst. In deze films wordt verlies omgevormd -of zelfs vervormd- naar een gelukkig einde. Dat is een van de redenen waarom ik zelf een hekel kreeg aan romkoms. Romkoms suggeren dat uiteindelijk alles goed zal komen, dat er hobbels in je weg zitten, dat je soms iets kwijt raakt, maar dat dat allemaal onderdeel is van jouw goede afloop. Terwijl een goede afloop niet gegarandeerd is in een rouwproces. Het is moeilijk, om pijn er ‘gewoon’ te laten zijn.

Nieuw perspectief op rouw: onderscheid tussen oplossen en de pijn erkennen
‘Some things cannot be fixed. They can only be carried.' We willen zo snel mogelijk van rouw af, de pijn niet meer voelen. Terwijl er niks mis is met rouw, het is een natuurlijke reactie op verlies. Devine noemt rouw zelfs een verlengstuk van liefde.

Devine brengt een subtiel onderscheid aan tussen pijn en lijden. ‘Knowing the difference between pain and suffering can help you understand what things can be changed [suffering] and what things simply need your love and attention [pain].' Lijden (suffering) kan verminderd worden, pijn (pain) daarentegen wil gezien worden.

Het vinden van een nieuwe omgang met dierbaren en kennissen is een van de onverwachte aspecten die deel uitmaken van het rouwproces

In het westen hebben we een cultuur gecreëerd waarin we elkaar aanmoedigen problemen op te lossen. We missen hierbij het onderscheid tussen lijden en pijn. Als je rouwt, leer je dit verschil kennen. Je ontdekt hoe graag mensen je pijn van je willen wegnemen, met opmerkingen als dat de overledene nu op een betere plek is of dat het wel beter wordt, terwijl je juist wilt dat je pijn gezien wordt. Wat het zo cru maakt, schrijft Devine, is dat je zeker in deze rouwperiode niet de energie hebt om dierbaren of toevallige voorbijgangers te leren dat aanwezig blijven bij de pijn van de ander behulpzamer is dan het ‘oplossen’. Het vinden van een nieuwe omgang met dierbaren en kennissen is zodoende een van de onverwachte aspecten die deel uitmaken van het rouwproces.

 1
Clichés
Devine erkent dat het moeilijk is om iets te zeggen tegen iemand in rouw. Iedereen kent wel het gevoel met lege handen en een mond vol tanden te staan tegenover iemand die net een groot verlies geleden heeft. Het veelvoorkomende voorbeeld van de moeder die haar kind verloor en haar kennissen gauw ziet oversteken om haar te mijden illustreert dit op pijnlijke wijze. Devine ziet dit soort pijnlijke voorbeelden (ze hoort er genoeg van haar cliënten) als een reden om extra ons best te doen om te leren wat behulpzaam is voor de rouwende, en niet als een reden om maar van contact met de rouwende af te zien. Als je iemand die rouwt wilt helpen, gaat het om de persoon die rouwt. Als hij of zij de hulp niet als behulpzaam ervaart, dan ís het dus niet behulpzaam. Het is belangrijk om open te staan voor feedback van de rouwende.

Ik hoor je denken: maar wat kun je dan wel zeggen?

Een van de aspecten van de omgang met rouw en de rouwende is onze taal. ‘Heb je het al een plekje gegeven?’ is het cliché dat ik als eerste wil schrappen uit onze taal richting rouwenden. De vraag suggereert dat rouw afgerond kan zijn, dat dat eigenlijk ook allang zo zou moeten zijn. Ik herinner me dat ik goedbedoelde condoleancekaarten las met teksten die me zouden moeten bemoedigen, zoals dat ik hier sterker uit zou komen en dat ik mooie herinneringen moest koesteren. Clichés die Devine een ‘slap in the face’ noemt.

‘The wrong word choice grates on me, even in the best of times. So when I was first widowed, hearing words like recovery and better really bothered me. Getting better sounded ridiculous. Exactly what was going to improve?.' Ik hoor je denken: maar wat kun je dan wel zeggen? Ook hiervoor biedt Devine geen kant-en-klare oplossing, maar ze benadrukt wel dat we nieuwe termen nodig hebben, om met rouw te kunnen leven.

‘Loss gets integrated, not overcome.' Dat is de eerste les van Devine, het verschil tussen oplossen en ermee leven, wat leidt tot uitdrukkingen als ‘bij de pijn blijven’ en ‘het met je mee dragen’. Devine is heel kieskeurig als het over woorden gaat en schrijft genuanceerd. Zo is pijn niet hetzelfde als lijden en zodoende verwerk je rouw dus niet (‘oplossen’ noemt ze dat), maar draag je het met je mee (‘bij de pijn blijven’). Het creëren van iets goeds uit verlies komt volgens haar ook heel nauw: dat er iets goeds uit je verlies voortkomt is zeker geen gegeven en het goede vermindert de pijn van het verlies niet.

De noodzaak van nieuwe woorden
John Koenig, een video-editor en schrijver uit Minnesota, maakte ‘The Dictionary of Obscure Sorrows’, een blog waarin hij woorden bedenkt voor ervaringen die we allemaal zouden kunnen ervaren, waarmee hij een gat in de taal opvult.

Rouw is nooit klaar: nog steeds ontdek ik nieuwe aspecten van het verlies en telkens voelt het weer anders aan

Zo’n woordenboek zou ik ook wel willen om het landschap van rouw mee te beschrijven. Zodat ik woorden kan opzoeken om zelf mijn rouwervaring te begrijpen, die ik vervolgens kan gebruiken als ingang om mij te kunnen verbinden met anderen. Zelf heb ik in mijn omzwervingen in de wereld van rouw nieuwe woorden gevonden. Voorbeelden van mijn eigen ontwikkelde vocabulaire zijn: het integreren van verlies in je levensverhaal; hoe rouw onder je huid gaat zitten; hoe je verlies meedraagt; dat rouw niet loslaten is maar anders leren vasthouden; hoe met mijn moeders dood ook een deel van mij gestorven is.

Rouw is nooit klaar: nog steeds ontdek ik nieuwe aspecten van het verlies en telkens voelt het weer anders aan. Vorig jaar nog stuurde ik op mijn moeders sterfdag mijn vader en zusjes een nieuwsbrief van Devine door. Zij richtte mijn aandacht op een aspect van rouw dat ik tot dan toe nog niet kon vatten: ‘What I mean is that, for many of us, the people we've lost were such an integral part of every single day, every single facet of our lives, there really is no "normal life" without them. There is no part of our universe, our daily lived existence, that they didn't touch. There truly is no life to "get back to.’

Voor deze ervaring zou ik wel een woord willen, om zo bij te dragen aan verhalen die daadwerkelijk recht doen aan de ervaring van rouw.



Mail

Babet te Winkel Babet te Winkel (1991) is opgeleid aan de Universiteit voor Humanistiek om mensen te begeleiden bij zingeving en levensvragen. Ze richtte Verlieskunst op om ruimte te creëren voor rouw en geeft rouwmassages.

Aida de Jong (1995) is een illustrator en poppenmaker wonend in Utrecht. In haar werk zoekt ze vaak thema's die haar beangstigen, om er vervolgens met een nieuwe blik naar te kijken.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Schroot voor de kunstkenner 1

Schroot voor de kunstkenner

Wat doet een beschilderd stuk schroot in het Stedelijk? Waarom ruikt het er opeens chemisch en zoet tegelijk? Het is het werk van Selma Selman, die opnieuw definieert wat kunst is en mag zijn. Ivana Kalaš is onder de indruk – en heroverweegt haar eigen positie. Zoetig en naar ijzer – dat aroma komt op... Lees meer

Zomers zwijgen

Volim nas: hoe de taal van de liefde mijn lichaam tot stilte maande

Wat als je vertrouwen in jezelf en je lichaam plotsklaps wordt aangetast door epileptische aanvallen? En tegelijkertijd je vertrouwen in de onvoorwaardelijke liefde van je oma ook op losse schroeven komt te staan? In een persoonlijk essay neemt Dorea Laan je in beeldende taal mee in deze zoektocht. Lees meer

:Meer dan Maria: het moederschap in de beeldende kunst 3

Meer dan Maria: het moederschap in de beeldende kunst

Wat betekent het om moeder te zijn? En wanneer ben je dan een ‘goede moeder’? Moederschap, en alle nuances daarrond, blijft onderbelicht. Anne Louïse van den Dool onderzoekt via de representatie van moeders in de beeldende kunst de vele kanten die horen bij moeder zijn. Lees meer

Als je écht kinderen wilt redden

Als je écht kinderen wilt redden

Shashitu Rahima Tarirga kwam 33 jaar geleden via interlandelijke adoptie naar Nederland vanuit Ethiopië. Na een reis naar Ethiopië maakt ze nu een afweging tussen haar leven hier en het gemiste leven daar. 'Weegt een westers paspoort op tegen het moeten omgaan met de trauma’s van scheiding en achterlating? Weegt een leven hier op tegen onbekendheid met je leven daar?' Lees meer

nuclear family

Queerkroost

In een briefwisseling over queer ouderschap zoeken Eke Krijnen en Lisanne Brouwer naar steun, herkenning en een houding om de maatschappelijke discriminatie buiten het gezinsleven te houden. Lees meer

Informatiehonger

Informatiehonger

We verslikken ons in data, maar blijven gulzig drinken. In dit essay onderzoekt Paola Verhaert hoe onze honger naar informatie — ooit gevoed door boeken, nu door eindeloze datastromen — ons hoofd én onze wereld begint te verzwelgen. Waar ligt de grens? En merken we het als we die overschrijden? Lees meer

:Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

In haar laatste brief aan Alara buigt Yousra zich over taal: hoe taal seksueel geweld normaliseert en hoe taal inwerkt op onze erotische verbeelding. Geweldloze verhoudingen scheppen via taal is voor haar zowel een kwestie van nieuwe talen schrijven als oude of bestaande talen herinneren. Lees meer

Kind van lelijke huizen

Kind van lelijke huizen

Om haar heen ziet Anne Schepers dat de kinderen uit ‘mooie huizen’ die wél een financieel vangnet hebben eerder de stap naar freelancewerk kunnen maken. Ze staat voor de keuze: lijden voor de kunst of doen wat de maatschappij verantwoordelijk acht? Lees meer

:Een reeks foto’s: brieven over consent

Een reeks foto’s: brieven over consent

Voor Alara Adilow voelt het alsof er altijd hiaten overblijven na het schrijven van een antwoord op een brief, en ze vraagt zich af of ze daarom steeds midden in de nacht wakker wordt. Ze denkt na over hoe de zachte aanrakingen niet alleen voor haar lichaam helend kunnen zijn, maar ook voor onze gewelddadige maatschappij, waar pestgedrag en leedvermaak machtsgrepen zijn. Lees meer

:Hoe te dromen:  Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Hoe te dromen: Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Als Stella Kummer ’s ochtends wakker wordt, bespreekt ze in bed haar dromen met haar vriend. Terwijl ze aan hem vertelt wat er die nacht in haar droomwereld is omgegaan, denkt ze na over dromen over de wereld. Begint het veranderen van de wereld niet eigenlijk gewoon in bed? Lees meer

Auto Draft 8

Een transformatie van verlangen: brieven over consent

Wat als we consent en verlangen zélf als de voorwaarden van bevrijding en sociale rechtvaardigheid zien? Yousra Benfquih licht toe hoe genot-activisme ons niet alleen toelaat om ons tegen de dingen te verzetten, maar ook om te onderzoeken waar we naar verlangen. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer