De tedere poëzie die Hilde Onis schreef voor ons Sorry-magazine meandert langs beeldhouwers, honden met mannen-angst en verse gedachtestreepjes, en mondt uit in een zee van beelden, waarin ook de vergankelijkheid niet ongezien blijft. 'dat het beest zich meteen op me wierp / zie ik als bewijsvoering / voor dat wat uitblijft'
in een etmaal:
til je de lippen van je hond om het denkbare onheil te zien
dat al maanden beheerst brokken kauwt
een beeldhouwer vertelt je dat de steensoort verdiet
beter verdriet kan heten omdat het zo lastig te bewerken is
je kijkt naar de kapotgesabbelde touwtjes van zijn hoodie
en wil ze zijn
de man van de nachtwinkel duwt zes zakken
gratis Nibbit-ringen in je handen, ze zijn over de datum en
je neemt het hem niet kwalijk, bent ook bang voor een misstap
die iemands honger stilt
afijn, we komen aan en breken dingen totdat iets
zich net op tijd aan ons vergrijpt
die nacht geef je alles wat je kan een ring
you’re now chatting with a random stranger
hoe vaak ik dit lijf in een chatbox heb neergelegd
de neiging te zeggen: alles wat er nu komt was te voorspellen
vreemde, mijn hoofdhuid
werd geboren in een Volvo
op weg naar het ziekenhuis
misschien is dat waarom
ik een tussenvorm bleek
vreemde, mijn hond heeft
mannen-angst uit een vorig leven
wanneer ik dat vertel zegt men vaak
snap ik, wie niet?
dat het beest zich meteen op me wierp
zie ik als bewijsvoering
voor dat wat uitblijft
er zijn twee afgedrukte naaktportretten
van mij en een vriend op het strand
één van toen hij nog borsten had
de ander
twee verse gedachtestreepjes
we gaan niet weer schrijven over zaken
benadrukt door een nieuw verworven afwezigheid
maar het was alsof de artsen
zijn bodem saneerden
en het reliëf twee centimeter naar rechts
onder de laag hoogglans injecteerden
vreemd he
zelfdomesticatie
1.
een andere beeldhouwer zei:
een vrouw heeft nou eenmaal een vollediger beeld
van wat een gat inhoudt
stond je daar weer met die handen
walgelijk mak te wezen
2.
aan een stalen muurbeugel
naast een supermarkt zit een terriër
je spreekt hem toe: wees je bewust
jij bent het resultaat
van een jarenlange zoektocht naar tamheid
het enige wezen dat zichzelf temt is de mens
de blik van het beest blijft gericht op de servicebalie
de stoeptegels onder jullie krullen zich op
3.
mensen die opgroeien als meisjes weten wel dat de wasstraat
de krasstraat wordt genoemd maar laten zich alsnog meevoeren door de
afwisseling van ruwe en zachte borstels de kleuren de gloed en ergens
wordt een gebogen stuk vangrail omgesmolten tot een nieuwe mal
waar niemand erkent
dat die er al was
Hilde Onis (1994) is beeldend kunstenaar en maakt sculpturen, installaties, videowerk en tekstuele interventies. Vaak is ze op zoek naar welke kwesties van onderlinge afhankelijkheid er bestaan tussen ons en alles waar we onszelf mee omringen, naar de taligheid die in ambacht en materiaal huist en andersom. Hiernaast studeert Hilde proza en poëzie aan de Schrijversvakschool.
Thije Zonne (21, die/hun) is een queer en nonbinair multidisciplinair maker uit Utrecht. In diens werk staan veelal liefde, trots en zachtheid centraal; om met zonlicht, troost en oogcontact als muzes kleine beetjes liefs en verwondering de wereld in brengen. Instagram: @zonneliefs