Waar Hollywoodfilms vroeger naar de climactische Kus toe werkten, lijken er nu subtielere intimiteiten ingezet te worden: strelingen, handgebaren en vingers die elkaar vinden. Joost signaleert dit in vier recent uitgekomen films, maar als je er op gaat letten zie je het overal.
[Een disclaimer vooraf: van veel van de films die in dit stuk voorbij zullen komen (met name: Rabbit Hole, Hereafter en The Exploding Girl) betekent het moment waarover ik het hier wil hebben de emotionele apotheose van het verhaal. Daardoor is het onvermijdelijk dat ik de eindes van de films zal weggeven. Pas lezen, dus, als je óf de films gezien hebt, óf zeker weet dat je ze niet wil gaan zien, óf van jezelf weet dat je zo iemand bent die de spoilers voor lief kan nemen.]
Geen kus, maar een intiem gebaar
Een filmtip voor de liefhebbers van het mumblecore-genre én fans van de romantische komedie: The Exploding Girl. De piepkleine Amerikaanse indie-film van regisseur Bradley Rust Grey bereikte in Nederland vorig jaar alleen de bioscopen via het zomerprogramma 'Previously Unreleased' van het Filmmuseum (tegenwoordig EYE Filminstituut) en een aantal kleinere festivals, maar is op import-DVD beschikbaar.
Wat The Exploding Girl voor mij bijzonder maakte, is de enorm bescheiden manier waarop de film met romantiek omgaat. De film gaat over het meisje Ivy (Zoe Kazan), een begin-twintiger die in de zomervakantie van haar studie terugkeert naar het huis van haar ouders. Ze worstelt met haar gevoelens voor haar vriendje in haar studiestad en zoekt troost bij jeugdvriend Al (Mark Rendall). Ze hangen wat rond in een park of gaan eens naar een feestje, en gaandeweg de film groeit er tussen de twee iets wat meer is dan vriendschap. Maar die groeiende belofte wordt pas in het laatste shot van de film concreet gemaakt: Ivy en Al zitten samen achterin de auto, onderweg terug naar huis. Ze staren wat uit hun raampjes en intussen glijden op de bank tussen hen de handen naar elkaar toe en verstrengelen hun vingers zich langzaam. Het is een miniem gebaar, dat echter door de voortreffelijke opbouw van de film harder aankomt dan een platte zoenscène dat zou kunnen.
Die terughoudende aanpak staat haaks op de gebruikelijke gretigheid waarmee in dit soort films normaal gesproken wordt toegewerkt naar De Kus, en op hoe uitgebreid en goudomrand uitgelicht die vervolgens in beeld wordt gebracht. Toch lijken ook een aantal grotere Hollywoodproducties deze maand de romantische terughoudendheid te hebben omarmd.
Het is er nog niet, maar het komt goed
Bij Rabbit Hole past het volledig binnen de beheerste gereserveerdheid die de hele film overheerst. Of eigenlijk: het hoofdpersonage van de film, Becca Corbett – zo’n karakter dat eigenlijk alleen door Nicole Kidman gespeeld kan worden. Achter haar kille uiterlijk gaat een vurige, opvliegende vrouw schuil, die er echter maar zeer zelden uit komt. Becca en haar man Howie (Aaron Eckhart) moeten om leren gaan met de dood van hun kleuterzoon Danny, die acht maanden geleden door een auto-ongeluk om het leven kwam.
Howie zoekt troost in praatgroepen en video's van Danny, terwijl Becca zich afsluit van elk gevoel. En dus houdt ze elke fysieke toenadering van Howie af – als hij haar wil knuffelen wanneer ze staat te koken, waarschuwt ze voor de hete pan; als hij zwoele soulmuziek opzet en haar nek streelt, klaagt ze over moeheid en loopt het uit op ruzie. En dus is de handreiking tussen de twee aan het eind van de film - nadat Howie een flirt heeft gehad met een vrouw op zijn praatgroep, en Becca een reeks gesprekjes met de tiener die hun zoon doodreed – letterlijk een groots, emotioneel gebaar. Ze zitten naast elkaar in hun tuin na afloop van een barbecue met vrienden, staren over het water naar de ondergaande zon en verstrengelen langzaam hun vingers. Het is er nog niet, maar het komt goed, weten ze.
Ze ziet zijn verwondingen
Waar Rabbit Hole wordt getekend door bescheidenheid, is David O. Russels boksfilm The Fighter juist één brok filmische energie. Toch staat ook in het romantische plotlijntje tussen hoofdpersoon Micky Ward (Mark Wahlberg) en serveerster Charlene (Amy Adams) een kleine handreiking centraal. Micky heeft Charlene er in de bar waar zij werkt van weten te overtuigen hem haar nummer te geven, maar vervolgens nagelaten haar te bellen omdat hij in zijn laatste gevecht vernederd ten onder is gegaan. Zij komt verhaal halen, ziet zijn verwondingen en pakt zijn hand. En vanaf dat moment zijn ze samen.
Ook in deze film is de aandacht voor dit kleine gebaar zeer op zijn plek, zij het om een andere reden dan bij Rabbit Hole: in The Fighter staan handen sowieso centraal – bokser Micky en zijn broer Dicky Eklund (Christian Bale) verdienen immers hun geld met hun vuisten. Micky is het beloftevolle talent waar de film officieel om draait, en Dicky de murw geleefde, aan crack verslaafde oude rot die door het hyperenergieke, met een Oscar beloonde spel van Bale alle aandacht opeist. Wanneer Dicky weer eens in een vechtpartij met de politie belandt, schiet trouwe hond Micky hem te hulp en beuken de agenten welbewust in op zijn handen: “Get his hands, he's a fighter!"
Handen
Ook het leven van George Lonegan (Matt Damon) draait om zijn handen, al gebruikt hij ze niet om te vechten: de helderziende George, een van de drie hoofdpersonen in Clint Eastwoods mozaïekvertelling over het leven na de dood Hereafter, is helderziende en maakt contact met geliefden aan gene zijde door de handen van zijn cliënten beet te pakken. Maar George wil helemaal niet helderziend zijn, wil niet geconfronteerd worden met het verdriet van die parade aan behoeftigen die soms smekend voor zijn deur staat. Dus draagt hij handschoenen.
Het is dan ook nogal een stap als George in de slotscène van de film zijn handschoen uittrekt en de hand van Marie Lelay (Cécile de France) beetpakt. Deze nuchtere Franse journaliste beleeft tijdens de tsunami op Thailand in 2004 een bijna-dood ervaring en gaat vervolgens op zoek naar het leven na de dood; zo vinden zij en George elkaar uiteindelijk. Zo houden ze elkaars hand vast, zonder dat dit voor George problemen geeft. Alleen jammer dat regisseur Eastwood en scenarist Peter Morgan het nodig vonden om voor dat kleine, intieme moment een fantasie van George in te lassen waarin de twee elkaar omstandig en traditioneel op zijn Hollywoods in beeld gebracht zoenen. Zoals Eastwood het er wel vaker in deze behoorlijk mislukte film te dik bovenop legt.
Als je er dan eenmaal op gaat letten, zie je de nadruk op handen ineens overal. In de kleine gebaren tussen de afgestompte acteur Johnny Marco (Stephen Dorff) en zijn dochter Cleo (Elle Fanning) in Sofia Coppola's Somewhere, bijvoorbeeld. Of in de Twilight-achtige tienerromantiek van de roodkapje-variant Red Riding Hood (Catherine Hardwicke), waarin alles draait om seks maar het natuurlijk wel keurig moet blijven. Of in het ouderwetse handwerk-met-messen van de meta-horror-meta-sequel Scream 4. Je hebt cinema van het hoofd, en je hebt cinema van het hart, maar in beide zou je zonder die kleine handgebaren niet ver komen.