Tessa van Rooijen dicht in dit vierluik over het aangaan van verbindingen en het dragen van een dood hertenkalf: 'jongens is het sexy om een dood hertenkalf in je lichaam te hebben?'
1. hertenkalf
aan de rand van een hertenkamp pluk ik één voor één de grassprieten uit de grond, rol ze tussen mijn vingers, trek de vezels uit elkaar en laat ze naast me neerdwarrelen. om me heen ontstaan heuveltjes gras terwijl de grond bij het hek steeds kaler wordt. het bladerdek boven ons hoofd creëert een lange schaduw, het weer zo neutraal dat het ieder seizoen zou kunnen zijn.
vlak achter het hek ligt het hertenkalf – pasgeboren en nog lauw, hoefjes die makkelijk in mijn handpalm zouden passen – ver verwijderd van de kudde onderaan de heuvel.
jongens is het sexy om een dood hertenkalf in je lichaam te hebben?
asking for a friend
ik wil dat mijn binnenkant vermolmt als een boom geraakt door de bliksem, het woekerende vuur binnengehouden door een stevige laag schors. of misschien als het kalf ver genoeg is afgebroken dat ik de botjes één voor één door mijn slokdarm kan laten glijden.
ik zou ze vanbinnen op hun plaats zetten zoals mensen schepen in flessen bouwen.
voor de hoefjes, de schedel zou ik mijn eigen botten een klein beetje opzij duwen om meer ruimte te krijgen.
2. a green skin growing over whatever winter did to us
we ontmoeten elkaar op een vertrapt veld
nog dor van de vrieskou de winterslaap
het schemert en moeizaam draag ik liters limoengroene verf
ik lees in je elleboogholte
winter’s end
de blaadjes die zich ontkrullen
een nieuw begin inzetten
bouwend op het geraamte de lege takken
ik kom de belofte van nieuw groen brengen
een omgeving nabootsen
ons liefdesverhaal teken ik panel voor panel uit
ik weet hoe het moet
ik heb erover gelezen
met grove stroken haal ik de verfroller over het veld de omringende bomen
tot de opgekomen zon neerschijnt op onze limoengroene ontmoetingsplek
we hurken in het midden van het veld
ik schrijf mijn nummer op je hand
in mijn elleboogholte verschijnt bij het strekken van mijn arm
eenzelfde wens
3. iemand anders een brat summer aan het hebben?
ik heb een – the guy she was interested in wasn’t a guy at all – summer
een – de letters op mijn green day shirt matchen met mijn lesbische manga – summer
een – chartreuse of brat green past er ook nog wel bij – summer
een – toch maar die bipolaire stoornis accepteren – summer
een – zal ik een lesbische vlag kopen – summer
of een geel-groene jättebo – summer
een – ik liep door sonsbeek en slikte het lijk van een hertenkalf in – summer
een – het licht dat door de bladeren schijnt doet me denken aan sappho – summer
een – wat was het woord daarvoor ook alweer? – summer
een - ik ben het licht dat zo op het bladerdak schittert dat het lijkt alsof ze bewegen (misschien is dat de hypomanie) - summer
4. zacht, comfortabel, praktisch
we kopen een nieuwe bank, eentje met een voetstuk, zodat we uitgestrekt, met onze lichamen de l-vorm van de bank kunnen volgen. ik sluit mijn ogen en laat mijn nagels over de ribbelstof glijden, denk aan de dode dieren in ons lichaam. het hertenkalf heeft zich tussen mijn ribben genesteld, haar hoeven wegen zwaar op mijn borst en ik draag mijn lichaam voorzichtiger sinds ze er is. jij draagt het verdriet van anderen, de rot ruik ik in je ochtendadem.
ik verplaats mijn nagels van de stof naar de huid net onder mijn sleutelbeenderen en trek tot het hertenkalf tevoorschijn komt. we zijn een echt gezin als ik daarna de kraai uit jouw borstkas scheur. tot het hert en de kraai, nat van het lichaamsvocht, pasgeboren en rottend, zij-aan-zij op de geel-groene bekleding liggen. het materiaal is zacht, ruikt nog naar ikea.
Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Sara Mertens maakte het beeld bij deze teksten en gaf ze allemaal een plekje in een zachte, groene zoekplaat.
Tessa van Rooijen (zij/haar, 1998) studeerde Creative Writing aan ArtEZ, waar ze met Prooidier, een bundel van gedichten en collages, de Afstudeerprijs won. Ze schrijft poëzie en proza over vervreemding, mentale gezondheid, queer-zijn en feminisme, waarin ze gebruikt maakt van magisch-realistische elementen en natuurbeelden. Haar werk verscheen onder andere op DIG, De Optimist en Hard//Hoofd en ze was te zien op Wintertuinfestival, Dichters in de Prinsentuin en de Nijmeegse Kunstnacht. Op dit moment is ze onderdeel van schrijverscollectief Wildgewelf, redacteur bij de Seizoenszine en rondt ze haar studie Philosophy of Mind and Psychology af.
Sara Mertens (1994) is illustrator en striptekenaar. In de beelden die ze maakt lopen droom en werkelijkheid door elkaar. In een heldere lijn verbeeldt ze de meest onopvallende gebeurtenissen. Centraal in haar werk staat de relatie die we aangaan met elkaar en onze omgeving.